tijdzaken groep 5 les 2.3

Tijdzaken groep 5 les 2.3
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Tijdzaken groep 5 les 2.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romeinen

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noviomagus
Nijmegen
Nieuwe markt - handel
legerkamp
geld

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De germaanse soldaat 
Romeinse soldaat 

Slide 5 - Tekstslide

Germaanse soldaat: Smeerde zichzelf in met klei, vochten zonder een goed plan. Ook vaak zonder kleding, naakt dus. Ze maakte altijd veel kabaal, waren geen stille strijders en de hele familie ging mee naar een gevecht. Ze werden aangemoedigd door hun vrouwen. 

Wat hoort bij wie? Sleep de woorden naast het juiste plaatje.
kregen geld voor soldaat zijn
lekker en veel eten.
De verdeel-en-heersstrategie
Moesten verplicht meevechten
Hadden weinig te eten.
Hadden een speer, schild, lans en zwaard
Hadden een schild, zwaard, helm, lans, dolk

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De voetsoldaat
Zo zag een voetsoldaat er uit.

Hij hoorde bij een legioen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de begrippen van groot naar klein
GROOT
KLEINER
KLEINST
legioen
het Romeinse leger
de voetsoldaat

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een Romeinse weg
Een oude Romeinse weg. Kijk dan toch! Wat een gehobbel. Toch loopt dit beter dan over lang gras, prikbosjes, brandnetels en struikgewas.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een andere naam voor Romeinse weg is ........
A
een straatweg
B
een heerweg
C
een snelweg
D
een zandpad

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zo werd de weg gemaakt
een rand van stenen langs de randen van de kuil
1
een laag losse stenen
2
een laag met cement
3
een laag platte grote stenen
4

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maken de Romeinen een weg? Zet de zinnen in de goede volgorde. Sleep 1, 2, 3 en 4 naar de juiste plek.
Een laag met cement.
Een rand van stenen langs de randen van de kuil
Een laag platte, grote stenen
Een laag losse stenen
1
2
3
4

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Romeinen namen veel over van de Grieken
Dit is een amfoor.
Dat gebruikten de Grieken maar de Romeinen namen het over.
Er stond vaak één van de goden en er werd drank of olijfolie in bewaard.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Romeinen namen veel over van de Grieken
Dit is een mozaïek vloer.
Deze vloeren maakten ze in Griekenland. De Romeinen vonden ze zo mooi dat zij ook in hun villa een mozaïek vloer
wilden hebben.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Romeinen namen veel over van de Grieken
De Romeinen namen ook de goden over.
In het Romeinse rijk heette de belangrijkste god
JUPITER
In Griekenland heette deze god Zeus

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is in de villa van een belangrijke Romeinse generaal.
Sleep de juiste woorden naar de juiste plek.
1
1
1
1
de amfoor
het mozaïek
het schild
de sandaal

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Romeinse Limes
Grenspaal
Dit is een grenspaal. Zo kon je zien waar het 'beschaafde' Romeinse Rijk ophield. Voorbij de grenspaal woonden de barbaarse, wilde stammen. De Bataven, Germanen en de Friezen!  
De grens is HIER
Het donkergroene deel is het Romeinse Rijk. 
De rode lijn is de grens. 
Romeinen bewaakten deze grens goed. 
Ze bouwden muren en bouwden grenspalen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Romeinse Limes was dus de grens van het Romeinse Rijk.  De grens liep door heel Europa. Overal stonden grenspalen. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE LIMES (Nederland)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe heet de rivier die door de Romeinen werd gebruikt als grens van het noorden in hun rijk?
A
De Tiber
B
De IJssel
C
De Rijn
D
geen van de genoemde rivieren is juist.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke Nederlandse stad heette in de tijd van de Romeinen Noviamagus
A
Katwijk
B
Utrecht
C
Maastricht
D
Nijmegen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nijmegen
Noviomagus

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wegenbouw
Ook bouwden de Romeinen langs de Limes een weg, zodat soldaten snel van de ene plek op de grens naar de andere konden.
Grensbewaking
De Limes (grens) werd goed bewaakt met legerkampen, 
zoals die bij Nijmegen. Hier zie je een Romeinse wachttoren.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bondgenootschap
De Romeinen gingen samenwerken met de Bataven.
De Bataven zijn een Germaanse stam.


Afspraken tussen Bataven en Romeinen
  • De Bataven mogen in Nederland wonen
  • De Bataven betalen geen belasting
  • De Bataven helpen de grenzen van het rijk te bewaken

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse munten
Eén munt?
Omdat het Romeinse Rijk zo groot was, vonden Romein het handig om één munt te hebben. Net zoals wij de euro hebben. 
Kop of munt?
Elke nieuwe keizer wilde zijn gezicht op de munt hebben, natuurlijk! Op iedere munt stond SPQR: "De Senaat en het Volk van Rome" en was met de hand gegoten dus steeds iets anders... Kijk die randen!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leren de Bataven van de Romeinen?
A
Ze leren paardrijden
B
Ze leren dat je kunt betalen met geld in plaats van ruilen
C
De Bataven leren jagen van de Romeinen.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De belangrijkste Germaanse goden

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sommige dagen van de week zijn naar Germaanse goden genoemd

Dinsdag: Tyr, zoon van Wodan
Woensdag: Wodan, oppergod
Donderdag: Donar, dondergod
Vrijdag: Freya, liefdes- en vruchtbaarheidsgodin

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is wie? Sleep de woorden naar de juiste god.
Ik heet Jupiter
Ik heet Nehalennia
De Grieken noemen mij Zeus
Ik bescherm schippers
Ik ben een Germaanse god
Ik ben een Romeinse god

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Romeinse uitvindingen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thermen
(badhuizen)
Wegen
(Makkelijk en snel verplaatsen)
Opbouw van een weg
Zo ziet de opbouw van zo'n weg er uit.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aquaduct: een brug om water te verplaatsen. Er waren nog geen waterleidingen en de Romeinen verplaatsten zo via het aquaduct water vanuit de zee/rivier/meer naar de thermen.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

toiletten

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij het knapste dat de Romeinen konden of uitgevonden hebben?
Waarom? Leg je antwoord uit.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies