De Grieken en Romeinen groep 5/6

De tijd van Grieken en Romeinen
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De tijd van Grieken en Romeinen

Slide 1 - Tekstslide

Kaart Griekenland

Slide 2 - Tekstslide

Olympus
De goden wonen op deze berg.
Onder aan de berg staat een tempel en hier werden de Olympische spelen gehouden. Dat deze de Grieken om hun goden te eren.





Slide 3 - Tekstslide

Wat is waar,
A
De oorlog gaat gewoon door tijdens de Olympische Spelen
B
De Olympische spelen worden op de berg Olympus gehouden
C
De belangrijkste stadstaten in Griekenland zijn Athene en Olympus.
D
De Olympische spelen weren elke 4 jaar gehouden.

Slide 4 - Quizvraag


Zeus

  • God van de donder
  • Oppergod
  • Getrouwd met Hera,

Slide 5 - Tekstslide


Hera

  • Godin van het huwelijk
  • Getrouwd met Zeus,

Slide 6 - Tekstslide


Poseidon

  • God van de zee
  • Broer van Zeus
  • Herkenbaar aan zijn drietand


Slide 7 - Tekstslide


Aphrodite

  • Godin van de liefde en de schoonheid
  • Dochter van Zeus
  • Geboren uit het schuim van de zee
  • Ze wordt vaak afgebeeld in een schelp

Slide 8 - Tekstslide


 Athena

  • Godin van de wijsheid en en vrede
  • Dochter van Zeus
  • Geboren uit zijn hoofd
  • Ze wordt vaak afgebeeld met een schild helm en speer

Slide 9 - Tekstslide

Zeus
Hera
Poseidon
Athene
Aphrodite

Slide 10 - Sleepvraag

De mythe van de drie schikgodinnen
Dit zijn de schikgodinnen.
Het zijn drie zussen.
Zij beslissen hoe lang het leven van ieder mens zal zijn.

Slide 11 - Tekstslide

De mythe van de drie schikgodinnen
Eén zus spint een draad.
De tweede zus meet de draad af.
De derde zus knipt de draad door.
Hoe langer de draad, hoe langer je zult leven. 

Slide 12 - Tekstslide

Welke drie voorwerpen gebruiken de schikgodinnen?

Deze voorwerpen gebruiken de schikgodinnen wel.
Deze voorwerpen gebruiken de schikgodinnen niet.

Slide 13 - Sleepvraag

De Romeinen groep 5/6

Slide 14 - Tekstslide

Het Romeinse rijk

Slide 15 - Tekstslide

Romeinen in Nederland

Slide 16 - Tekstslide

De voetsoldaat
Zo zag een voetsoldaat er uit.

Hij hoorde bij een legioen.

Slide 17 - Tekstslide

Zet de begrippen van groot naar klein
GROOT
KLEINER
KLEINST
legioen
het Romeinse leger
de voetsoldaat

Slide 18 - Sleepvraag

Alle wegen leiden naar...

Slide 19 - Tekstslide

Een Romeinse weg
Een oude Romeinse weg. Kijk dan toch! Wat een gehobbel. Toch loopt dit beter dan over lang gras, prikbosjes, brandnetels en struikgewas.

Slide 20 - Tekstslide

Een andere naam voor Romeinse weg is ........
A
een straatweg
B
een heerweg
C
een snelweg
D
een zandpad

Slide 21 - Quizvraag

zo werd de weg gemaakt
een rand van stenen langs de randen van de kuil
1
een laag losse stenen
2
een laag met cement
3
een laag platte grote stenen
4

Slide 22 - Tekstslide

Hoe maken de Romeinen een weg? Zet de zinnen in de goede volgorde. Sleep 1, 2, 3 en 4 naar de juiste plek.
Een laag met cement.
Een rand van stenen langs de randen van de kuil
Een laag platte, grote stenen
Een laag losse stenen
1
2
3
4

Slide 23 - Sleepvraag

De Romeinen namen veel over van de Grieken
Dit is een amfoor.
Dat gebruikten de Grieken maar de Romeinen namen het over.
Er stond vaak één van de goden en er werd drank of olijfolie in bewaard.

Slide 24 - Tekstslide

De Romeinen namen veel over van de Grieken
Dit is een mozaïek vloer.
Deze vloeren maakten ze in Griekenland. De Romeinen vonden ze zo mooi dat zij ook in hun villa een mozaïek vloer
wilden hebben.

Slide 25 - Tekstslide

De Romeinen namen veel over van de Grieken
De Romeinen namen ook de goden over.
In het Romeinse rijk heette de belangrijkste god
JUPITER
In Griekenland heette deze god Zeus

Slide 26 - Tekstslide

Dit is in de villa van een belangrijke Romeinse generaal.
Sleep de juiste woorden naar de juiste plek.
1
1
1
1
de amfoor
het mozaïek
het schild
de sandaal

Slide 27 - Sleepvraag

De Romeinse Limes
Grenspaal
Dit is een grenspaal. Zo kon je zien waar het 'beschaafde' Romeinse Rijk ophield. Voorbij de grenspaal woonden de barbaarse, wilde stammen. De Bataven, Germanen en de Friezen!  
De grens is HIER
Het donkergroene deel is het Romeinse Rijk. 
De rode lijn is de grens. 
Romeinen bewaakten deze grens goed. 
Ze bouwden muren en bouwden grenspalen.

Slide 28 - Tekstslide

De Romeinse Limes was dus de grens van het Romeinse Rijk.  De grens liep door heel Europa. Overal stonden grenspalen. 

Slide 29 - Tekstslide

DE LIMES (Nederland)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide


Hoe heet de rivier die door de Romeinen werd gebruikt als grens van het noorden in hun rijk?
A
De Tiber
B
De IJssel
C
De Rijn
D
geen van de genoemde rivieren is juist.

Slide 32 - Quizvraag

Welke Nederlandse stad heette in de tijd van de Romeinen Noviamagus
A
Katwijk
B
Utrecht
C
Maastricht
D
Nijmegen

Slide 33 - Quizvraag

Nijmegen
Noviomagus

Slide 34 - Tekstslide

Wegenbouw
Ook bouwden de Romeinen langs de Limes een weg, zodat soldaten snel van de ene plek op de grens naar de andere konden.
Grensbewaking
De Limes (grens) werd goed bewaakt met legerkampen, 
zoals die bij Nijmegen. Hier zie je een Romeinse wachttoren.

Slide 35 - Tekstslide

Bondgenootschap
De Romeinen gingen samenwerken met de Bataven.
De Bataven zijn een Germaanse stam.


Afspraken tussen Bataven en Romeinen
  • De Bataven mogen in Nederland wonen
  • De Bataven betalen geen belasting
  • De Bataven helpen de grenzen van het rijk te bewaken

Slide 36 - Tekstslide

Romeinse munten
Eén munt?
Omdat het Romeinse Rijk zo groot was, vonden Romein het handig om één munt te hebben. Net zoals wij de euro hebben. 
Kop of munt?
Elke nieuwe keizer wilde zijn gezicht op de munt hebben, natuurlijk! Op iedere munt stond SPQR: "De Senaat en het Volk van Rome" en was met de hand gegoten dus steeds iets anders... Kijk die randen!

Slide 37 - Tekstslide

Wat leren de Bataven van de Romeinen?
A
Ze leren paardrijden
B
Ze leren dat je kunt betalen met geld in plaats van ruilen
C
De Bataven leren jagen van de Romeinen.

Slide 38 - Quizvraag

De belangrijkste Germaanse goden

Slide 39 - Tekstslide

sommige dagen van de week zijn naar Germaanse goden genoemd

Dinsdag: Tyr, zoon van Wodan
Woensdag: Wodan, oppergod
Donderdag: Donar, dondergod
Vrijdag: Freya, liefdes- en vruchtbaarheidsgodin

Slide 40 - Tekstslide

Wie is wie? Sleep de woorden naar de juiste god.
Ik heet Jupiter
Ik heet Nehalennia
De Grieken noemen mij Zeus
Ik bescherm schippers
Ik ben een Germaanse god
Ik ben een Romeinse god

Slide 41 - Sleepvraag

Noem een uitvinding uit de romeinse tijd.

Slide 42 - Open vraag

Romeinse uitvindingen

Slide 43 - Tekstslide

Thermen
(badhuizen)
Wegen
(Makkelijk en snel verplaatsen)
Opbouw van een weg
Zo ziet de opbouw van zo'n weg er uit.

Slide 44 - Tekstslide

Aquaduct: een brug om water te verplaatsen. Er waren nog geen waterleidingen en de Romeinen verplaatsten zo via het aquaduct water vanuit de zee/rivier/meer naar de thermen.

Slide 45 - Tekstslide

toiletten

Slide 46 - Tekstslide

Romeinse gebouwen met vloerverwarming
Tempel

Slide 47 - Tekstslide

Wat vind jij het knapste dat de Romeinen konden of uitgevonden hebben?
Waarom? Leg je antwoord uit.

Slide 48 - Open vraag

Slide 49 - Video