Stage voorbereiding

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Stage

Waar ga je stagelopen?

Van 1-10, hoeveel zin heb je in jouw stage?
1 = Helemaal niet
10 = Héél veeel!

Twee weken stage vind ik ...

1. Te kort
2. Precies goed
3. Te lang

Welke werkzaamheden denk je te gaan doen bij je stage bedrijf?

Hoe kom je aan je stage bedrijf?

1. via familie
2. zelf gezocht
3. via school
4. hebben mij gevraagd

Heb je een bijbaantje? Waar?

Zou deze stageplek iets zijn waar je later zelf ook wilt werken?

1. Ja
2. Nee
3. Misschien
4. Geen idee nog

Welke bedrijfskleding heb je nodig?

IK weet hoe laat ik op mijn stage moet zijn

1. ja
2. nee

In mijn pauze zit ik met mijn mobiel in mijn hand

1. ja
2. nee
3. die heb ik heel de dag al vast
4. ik kijk naar wat de andere mensen doen

Als ik ziek ben, of niet kan stagelopen, meld ik mij afwezig

1. op school
2. bij niemand blijf gewoon thuis
3. bij stage bedrijf
4. bij school en stagebedrijf

Weet je al wie jouw begeleider is?

1. Ja
2. Nee

Hoe heet
jouw begeleider?

Als ik een probleem heb ...

1. Blijf ik thuis
2. Bel ik mijn mentor
3. Vraag ik mijn begeleider
4. Doe ik helemaal niets

Als ik even niet weet
wat ik moet doen ...

1. doe ik helemaal niks
2. ga ik zelf op zoek naar klusjes/taken
3. ga ik naar huis
4. vraag ik mijn begeleider

Als er iets fout gaat in mijn werk ...

1. vertel ik dit aan mijn begeleider
2. houd ik mijn mond
3. bel ik mijn mentor
4. ga ik naar huis

Fouten maken doet iedereen

maar niet iedereen is er eerlijk over. 

Als ik mijn stageplek toch niet leuk vind ...

1. zoek ik een andere plek
2. blijf ik thuis
3. bespreek ik dit met mijn begeleider
4. ga ik gewoon door met wat er verwacht wordt

Mijn telefoon ...

1. hou ik de hele dag bij me
2. heb ik de hele dag in mijn hand
3. blijft in mijn tas
4. heb ik nodig voor mijn stage

Mijn oortjes/koptelefoon ...

1. heb ik de hele dag in
2. op één oor muziek
3. heb ik niet nodig
4. gebruik ik alleen met toestemming

Mijn fotologboek ...

1. maak ik op eerste dag
2. vul ik aan het einde van de week in
3. vul ik iedere dag in
4. vul ik niet in

Het eindgesprek

1. heb ik niet nodig
2. ik bedenk zelf wel wat
3. neem ik serieus
4. bereid ik goed voor

Ik wil graag dat mijn visitekaartje

1. positief is!
2. vergeten wordt.
3. hoe slechter, hoe beter.
4. geen indruk maakt.

Vragen? Situaties? Problemen?
Voorbeelden? Tips?

Open / gesloten vragen

Wat zou het beste zijn?

Waar krijg je een geschikt antwoord op denk je?

Open vragen

Meer info!

5 vragen

Bedenk 5 vragen die je wilt stellen aan je stagebieder.

Deze gaan over het werkveld of over de stage

Let's check

Is dit een goede vraag?

Welke opleiding heb ik nodig om dit werk te kunnen doen?

Let's check

Is dit een goede vraag?

Hoe laat moet je 's ochtends weg van huis?

Let's check

Is dit een goede vraag?

Hoe lang ben je onderweg?

Goede vragen

Geven je meer info over het werk

Opleiding/vaardigheden/team/zelfstandig/etc.

 Open vragen beginnen met: wie, wat, wanneer, waar, en ook hoe, hoe vaak, etc. Open vragen nodigen uit om je verhaal te vertellen en leveren veel informatie op.