4h kua p3 les 3: film massacultuur deel 2 + dans deel 1

4h kua p3 les 3: film massacultuur deel 2 + dans deel 1
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

4h kua p3 les 3: film massacultuur deel 2 + dans deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

P3 les film en dans

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar






  • Jas uit, tas op de grond. Telefoon weg
  • Laptop dicht op tafel
  • KUA-mapje, schrift en pen op tafel 

Slide 3 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Periode 3
Cultuur van het Moderne
&
Massacultuur

Toets = eerste School Examen

Vragen moeilijker, toets langer, meer leerstof

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhaal toets P2 Massacultuur
Eind mei

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht Periode 3: Cultuur van het moderne + massacultuur

Les film
Les film en dans
Les dans en muziek
Les muziek en theater
Les beeldend & architectuur
Les herhalingsweek 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

          vandaag +
          leerdoelen
-Herhaling vorige les film
-filmanalyse
- film deel 2
-herhaling moderne dans
-postmoderne dans (kort)

Slide 7 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
          vandaag +
          leerdoelen
-Ik kan overeenkomsten noemen tussen een musical en een bollywood film.
-Ik kan uitleggen waarom er niet-Westerse invloeden in de filmwereld ontstaan tijdens de massacultuur.
-Ik kan postmoderne kenmerken herkennen in een film. 
-Ik kan het verschil tussen moderne en postmoderne dans herkennen en uitleggen.


Slide 8 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
vorige les: 
Film modernisme en film na WOII

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


19e eeuw

20e eeuw

Expressie
Abstract (=geen verhaal)
Onderzoekend naar kern film
Science Fiction (futuristisch)
Propaganda




MODERNISME

Film = nieuw

Slide 10 - Tekstslide

Film was een nieuw medium. 
Welke functie ontbreekt aan de rechterkant?

= amusement -> bv. Disney
Hollywood & filmsterren
De Amerikaanse filmindustrie, die vooral in "Hollywood" was gevestigd, werd na de Eerste Wereldoorlog het nieuwe belangrijkste filmcentrum van de wereld. Hollywoodfilms werden over de hele wereld verspreid en in vele landen werd de markt overheerst door de Amerikaanse film.
James Dean
Marilyn Monroe
Elizabeth Taylor
Acteurs die James Bond speelden
Zij waren sterren en idolen, bepaalden de mode en iedereen wilde alles over hen weten. Grote invloed op de massacultuur.
Dramatisch acteren, neppe wereld, voor de massa

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alfred Hitchcock: regisseur
Na de komst van de tv, gaan minder mensen naar de bioscoop. Hitchcock ontwikkelt een nieuw genre: Thriller. Hiervoor komen mensen wel!

Gaat niet over kritiek op de maatschappij;
Heeft geen diepere betekenis;

Puur vermaak en spanning!
Niet door enge beelden, maar door spanning op te wekken.
  Suspense
Het publiek weet meer dan de acteurs. 

Slide 12 - Tekstslide

0:56-2:00

Hoe heten de twee belangrijkste filmstijlen uit Europa na WO II?
A
neo-absurdisme
B
nouvelle vague
C
Nouvelle surrealisme
D
neorealisme

Slide 13 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Neorealisme

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nouvelle vague

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Film-OPDRACHT
1. Pak je begrippenboekje erbij (FILM) en analyseer in tweetallen een TRAILER van een van de laatste films die jullie gezien hebben. 
2.Kies drie aspecten om te beschrijven en schrijf op in je schrift (in volzinnen). 
Bv. Camerastandpunt: ik zie in de trailer het vogelperspectief op het moment dat ... 

timer
7:00

Slide 16 - Tekstslide

Na deze opdracht kies ik een tweetal om de trailer te laten zien voor de klas en de drie zinnen op te lezen. Vervolgens vraag aan ik hen wat het effect ervan is. Bv. Ik zie een vogelperspectief op het moment dat ... 
Dit zorgt voor ..... 
Film deel 2
Globalisering, internet, cultuurrelativisme:

niet-westerse invloeden op film

Postmoderne films

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke filmstijl is dit?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Martial arts = vechtkunst, China
Anime = tekenfilms, Japan
Aziatische invloed op film

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke filmstijl is dit?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fusion: het mengen 
van verschillende culturele stijlen, tot iets nieuws.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord deze vraag:
Bollywood-films lijken vaak op een musical. Noem twee dingen op waaruit dit blijkt.
vanaf 0:28

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bollywood-films lijken vaak op een musical. Noem twee dingen op waaruit dit blijkt.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

kenmerken musical

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hollywoodfilms "nu".
-Bekende acteurs;
-Stereotypes;
-Verhalen begrijpelijk voor de massa;
-Bedoeld om veel geld mee te verdienen. 
Het zijn vaak blockbusters. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een blockbuster?
A
Een film die over bouwen gaat.
B
Een film die veel mensen aanspreekt en veel geld oplevert.
C
Een film voor kleine groep, die weinig geld oplevert.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blockbusters
uit zomer
2023

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Postmoderne film




Tarantino over zijn films: “I steal from every single movie ever made.” 
Hoe meer films je kent, hoe meer je postmoderne films kunt waarderen. Verwijzingen werken niet als je de verwijzing niet kent.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tarantino over zijn films: “I steal from every single movie ever made.”

Maakt hij originele kunst?
A
Ja
B
nee
C
weet ik niet
D
ik snap de vraag niet

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekendste films van Tarantino
Postmoderne kenmerken:
*Mengen van genres;
*Absurde scenes en gesprekken;
*verwijzingen naar eigen en andere films;
*Grof geweld gebruiken als normaal;
*Onverwachte montage.

Slide 32 - Tekstslide

in het lijstje zie je meerdere genres gecombineerd, western, misdaad, komedie, actie.
Aan de slag
Welke postmodernistische kenmerken zie je in dit filmpje van Tarantino's films?
1. Mengen van genres;
2. Absurde scenes en gesprekken;
3. verwijzingen naar eigen en andere films;
4. Grof geweld gebruiken als normaal;
5. Onverwachte montage.

---> Kijken, denken, bespreken, checken

Mag in tweetallen. Schrijf antwoorden op. Geef voorbeelden.

Slide 33 - Tekstslide

kijk samen video.

nog een keer kenmerken laten zien

Leerlingen antwoorden/nummers/opschrijven met uitleg.

bespreken

Slide 34 - Video

Je kan waarschuwen: veel schieten en bloed, maar zo over de top dat het niet echt lijkt. Dus niet echt gruwelijk.
Aan de slag
Welke postmodernistische kenmerken zie je in dit filmpje van Tarantino's films?
1. Mengen van genres;
2. Absurde scenes en gesprekken;
3. verwijzingen naar eigen en andere films;
4. Grof geweld gebruiken als normaal;
5. Onverwachte montage.

---> Kijken, denken, bespreken, checken

Mag in tweetallen. Schrijf antwoorden op. Geef voorbeelden.

Slide 35 - Tekstslide

kijk samen video.

nog een keer kenmerken laten zien

Leerlingen antwoorden/nummers/opschrijven met uitleg.

bespreken
Antwoord: 1,2,3,4.  

Duidelijke antwoorden:
-mengen genres, absurde scenes en gesrpreken, grof geweld gebruiken als normaal.

Verwijzen naar andere films minder zichtbaar. Wel steeds naar eigen films: door die voeten, die kofferbak, dat komt steeds terug.

onverwachte montage: nu niet heel duidelijk omdat het korte voorbeelden achter elkaar zijn. 


Waarom ontstaan er niet-westerse invloeden op de filmwereld?
Geef ook een voorbeeld van nieuwe filmgenre.

Slide 36 - Open vraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Hollywood & filmsterren
De Amerikaanse filmindustrie, die vooral in "Hollywood" was gevestigd, werd na de Eerste Wereldoorlog het nieuwe belangrijkste filmcentrum van de wereld. Hollywoodfilms werden over de hele wereld verspreid en in vele landen werd de markt overheerst door de Amerikaanse film.
James Dean
Marilyn Monroe
Elizabeth Taylor
Acteurs die James Bond speelden
Zij waren sterren en idolen, bepaalden de mode en iedereen wilde alles over hen weten. Grote invloed op de massacultuur.
Dramatisch acteren, neppe wereld, voor de massa

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Instructie dans
Modern


Massacultuur
Postmodern

Slide 38 - Tekstslide

Net als bij film behandelen we dans tijdens het modernisme, de massacultuur en wat postmoderne dans inhoudt.  
Moderne dans

Waar zette de avant-garde zich tegen af?  

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het academisch (klassieke) ballet met zijn vaststaande pasjes en het streven naar sprookjesachtige gewichtloosheid vindt de avant-garde niet meer interessant.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

19e eeuw
20e eeuw
VERNIEUWING EN VOORUITGANGSDENKEN: Breken met het verleden

Slide 41 - Tekstslide

Het academische (klassieke) ballet met zijn vaststaande pasjes en het streven naar sprookjesachtige gewichtloosheid vindt de avant-garde niet meer interessant. 
Welke kenmerken van moderne dans weet je nog?


- Manier van dansen: 
- Kostuum: 
- Onderwerpen: 


timer
1:00

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassiek ballet tot de 19e eeuw vs. moderne dans 
Vastgelegd passenmateriaal <-> geen vastgelegd (improvisatie, persoonlijke expressie/werken vanuit het lichaam)

Gewichtloosheid                          <-> zwaartekracht inzetten

Voorgeschreven kostuum       <-> kostuums zijn los, blote voeten 

Onderwerpen: verhalend          <-> universele, menselijke thema's (thematisch/abstract) 




Slide 43 - Tekstslide

Naast vernieuwing academische dans, ontstond ook een andere vorm van dans -> moderne dans. In tegenstelling tot de academische dans is moderne dans gericht op de gevoelswereld van de danser en/of choreograaf. Het lichaam is onderhevig aan zwaartekracht. De dans ontkent het gewicht van de dansers dus niet (zoals in het romantisch ballet). Er zijn geen kostuum voorschriften meer. 


Mary Wigman - Ausdrucktansz
  • Ausdrucktansz: EXPRESSIEdans. Het lichaam is een instrument om gevoelens mee te uiten.
  • Negatieve emoties, zoals woede, angst of verdriet
  • In Hexentanz (1927) wil ze het kwaad in de mens laten zien (WOI) 

Slide 44 - Tekstslide

Snel doorheen. 

Slide 45 - Video

Letterlijk door kleding -> armen zitten erin vast. 
Vaste plek van bewegen. 
Bewegingen: herhalen zich, armen naar boven en weer naar beneden. 
       Postmoderne dans
  • Postmodern in dans heeft een wat andere betekenis dan postmodern in andere disciplines. Postmoderne dans ontstaat vroeg na de WOII

Slide 46 - Tekstslide

Je kan de afbeelding groter maken en inzoomen. 
Postmodern in dans heeft een wat andere betekenis dan postmodern in andere disciplines. Postmoderne dans ontstaat vroeg na de WOII. Tot '45 wordt de dans gedomineerd door het expressionisme. De emotie en het gevoel staan hierbij centraal en vormen de directe aanleiding tot de dans. Het klassieke ballet bestaat daarnaast met verhalende voorstellingen en een danstaal in voorgeschreven bewegingen. Na '45 wordt deze scheiding losgelaten.
De formele dans die dan ontstaat, mengt de expressionistische dans met bewegingen die uit het klassieke ballet komen. Het boeiende, spannende of fascinerende van de bewegingen en de choreografie is essentieel. Daarbij is iedere beweging toegestaan. Emotie uitdrukken of een verhaal vertellen, is daarbij veel minder belangrijk. 
Schrijf op:
Postmoderne dans = 
een combinatie van ballet-bewegingen + moderne dans 

Alle bewegingen mogen, het hoeft geen verhaal te hebben. Dansen om het dansen. 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

       Voorbeelden
Bekende postmoderne choreografen zijn: 

- Merce Cunningham (1919-2009)
- Krisztina De Châtel (1943) 
- William Forsythe (1949) 

Slide 49 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Aan de slag
Wat? Lees de instructie op de LU en maak de drie vragen (antwoorden op papier)
Hoe? De les 'Les dans vragen' staat voor je klaar in LU
Hoe lang? 15 min. 
Klaar? Bespreek de antwoorden in tweetallen. Wissel uit en help elkaar. 

Straks gaan we klassikaal bespreken. 

DENKEN - DELEN - UITWISSELEN 

Slide 50 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.

Slide 51 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1.


Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cunningham 
In de jaren ‘50 veroorzaakte de Amerikaanse danser en choreograaf Merce Cunningham (1919 -2009) een revolutie in de wereld van de dans.

  • Dans =  “motion, not emotion”.
  •  Dans heeft geen onderwerp nodig, geen boodschap. 
  •  Dans is beweging en dat is het onderwerp van zijn stukken.

  •  Kunstenaars als Robert Rauschenberg en Andy
Warhol hebben ontwerpen gemaakt voor diverse stukken van Cunningham. 

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. 
Gebruik je begrippenboekje.
Analyseer hoe de dansers 
omgaan met ruimte. 
Schrijf je analyse op in volzinnen. 
Min. 3 zinnen.  

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Video

Deze slide heeft geen instructies

          vandaag +
          leerdoelen
-Ik kan overeenkomsten noemen tussen een musical en een bollywood film.
-Ik kan uitleggen waarom er niet-Westerse invloeden in de filmwereld ontstaan tijdens de massacultuur.
-Ik kan postmoderne kenmerken herkennen in een film. 
-Ik kan het verschil tussen moderne en postmoderne dans herkennen en uitleggen.


Slide 56 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.