Wk 49: Oppervlakte van een driehoek en de stelling van Pythagoras

Rekenen 
1F 
Oppervlakte van een driehoek berekenen

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen 
1F 
Oppervlakte van een driehoek berekenen

Slide 1 - Tekstslide

Als je de oppervlakte van een driehoek wilt berekenen, dan bereken je eerst de oppervlakte van een vierkant en dit deel je door 2.

7x8=56
56:2=28

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?
__ cm²
A
20
B
5
C
10
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?
__ cm²
A
15
B
225
C
112,5
D
30

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?
A
7
B
11
C
14
D
28

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte?
A
16
B
24
C
32
D
48

Slide 7 - Quizvraag

De Stelling van Pythagoras

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de langste zijde van driehoek ABC?

Slide 9 - Open vraag

Wat leer je in deze les?
  • De stelling van Pythagoras
  • Rekenen met de stelling van Pythagoras
  • De lengte van de langste zijde berekenen met de stelling van Pythagoras.

Slide 10 - Tekstslide

Wat kun je met de stelling van Pythagoras?

Als twee zijden van een rechthoekige driehoek gegeven zijn, kun je de derde zijde berekenen. 

Wanneer kan dat? 
  • Als de driehoek een rechte hoek heeft (90⁰) 
  • Als de lengte van twee zijden bekend is 

Slide 11 - Tekstslide

Stelling van Pythagoras
Dit is een rechthoekige driehoek. 
Teken een vierkant aan de rechthoekszijden. Deze rechthoekszijde is 3 cm lang. De oppervlakte van het vierkant is dus 3 x 3 = 9 cm2
Teken een vierkant aan de rechthoekszijden. Deze rechthoekszijde is 4 cm lang. De oppervlakte van het vierkant is dus 4 x 4 = 16 cm2
Dit vierkant heeft een oppervlakte van 5 x 5 = 25 cm2
De oppervlakte van het vierkant aan de langste zijde is net zo groot als de vierkanten aan de rechthoekszijde samen! 

Slide 12 - Tekstslide

Notatie in schema

Slide 13 - Tekstslide

De stelling van Pythagoras mag ik toepassen in elke driehoek.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Hoe groot is de oppervlakte van het vierkant aan rechthoekszijde AC?

Slide 15 - Open vraag

Hoe groot is de oppervlakte van het vierkant aan de langste zijde?

Slide 16 - Open vraag

Wat is de lengte van zijde AB (de langste zijde)?
A
100 cm
B
10 cm
C
50 cm
D
14 cm

Slide 17 - Quizvraag

Voorbeeld

De opp. aan zijde AC = 36 cm2
De opp. aan zijde BC = 64 cm2
De opp. aan zijde AB = 36 + 64 = 100 cm2
Zijde AB = 

100=10cm

Slide 18 - Tekstslide

Reken de zijde BC uit.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de lengte van AB?

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de lengte van de verschillende zijden: AB, BC, AC?

Slide 21 - Tekstslide

Wat weet je nu?
  • Je kent de stelling van Pythagoras
  • Je kunt rekenen met de stelling van Pythagoras
  • Je weet welk schema je moet gebruiken bij het rekenen met de stelling van Pythagoras
  • Je kunt de lange zijde van een rechthoekige driehoek uitrekenen met de stelling van Pythagoras.

Slide 22 - Tekstslide