Maatschappijkunde 7.2- rechtszaak

Maatschappijkunde 7.2
De rechtszaak 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijkunde 7.2
De rechtszaak 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Herhalen 
Uitleg 7.2
Morgen: straf

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling: Wat is strafrecht?
A
Alle regels en wetten over straffen van mensen
B
De rechten en plichten van de rechters
C
De wetten over welke straffen er zijn
D
De regels over wat de politie mag doen

Slide 3 - Quizvraag

Herhaling: Wanneer is iemand schuldig?
A
Als iemand een misdrijf pleegt
B
Als de politie iemand oppakt
C
Als de officier van justitie een straf geeft
D
Als de rechter een straf geeft

Slide 4 - Quizvraag

Bevoegdheden van de politie
Bevoegdheden = Handelingen die de politie mag uitvoeren 

  • Staande houden --> Iemand laten stilstaan en gegevens vragen
  • Bekeuren
  • Aanhouden --> Meenemen naar het bureau 
  • Vasthouden --> Op het bureau houden 
  • Fouilleren 
  • Woning/telefoon doorzoeken --> Met toestemming van Rechter-Commissaris (Rechter met speciale taken) 

Slide 5 - Tekstslide

Taken van de politie
  •  Handhaven van de openbare orde. (Bijvoorbeeld tijdens rellen) 
  • Hulpverlening (bij verkeersongelukken) 
  • Opsporing (van criminelen) 
  • Preventie (Maatregelen om misdaden te voorkomen) 
  • Dienstverlening (Advies geven) 

Slide 6 - Tekstslide

Taken van de politie

Slide 7 - Woordweb

Wat is het verschil tussen staande houden en aanhouden?

Slide 8 - Open vraag

Officier van Justitie (OvJ)
Officier van Justitie = Speciale ambtenaar die namens de samenleving bewijzen zoekt tegen een verdachte en een straf eist. 
Proces-Verbaal = Officieel schriftelijk verslag van wat er is gebeurd 

Keuze van de OvJ: 
  1. Seponeren: Afzien van rechtsvervolging (Soms met een waarschuwing)
  2. Schikken: een boete geven 
  3. Vervolgen: naar de rechtbank sturen. Er komt dan een rechtszaak. De OvJ wordt dan openbaar aanklager en vertegenwoordigt de samenleving. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is GEEN optie voor de Officier van Justitie?
A
Seponeren
B
Schikken
C
Straffen
D
Vervolgen

Slide 10 - Quizvraag

Rechtspraak in Nederland
Dagvaarding = De oproep om voor de rechter te verschijnen 

Rechtbanken:
  1. Civiele sector: Rechtszaken tussen burgers (echtscheiding, burenruzies)
  2. Bestuursrechter: Voor zaken tussen burger en de overheid (uitkeringen) 
  3. Kantonrechter: Voor overtredingen (door rood rijden) 
  4. Strafrechter: Voor misdrijven
- Politierechter: Voor lichte vergrijpen waar max. 1 jaar cel op staat. 
- Meervoudige Kamer: Voor zware vergrijpen waar langer dan 1 jaar op staat. 

Slide 11 - Tekstslide

Rechtsinstanties
  1. Rechtbanken 
  2. Gerechtshoven: Als je het niet eens bent met een uitspraak kan je in hoger beroep  gaan. 
  3. Hoge Raad: Het hoogste rechtsorgaan in Nederland. In cassatie gaan.  Zij kijken enkel naar de wet en jurisprudentie (Het geheel van alle rechterlijke uitspraken) 
Meineed is verboden! = Liegen tijdens een rechtszaak 

Slide 12 - Tekstslide

Wat doet de Officier van Justitie NIET?
A
Straf geven
B
Seponeren
C
Dagvaarden
D
De samenleving vertegenwoordigen

Slide 13 - Quizvraag

Als je het niet eens bent met de uitspraak van de rechtbank ga je...
A
Naar de Hoge Raad
B
In Cassatie
C
Naar een Gerechtshof
D
Naar een Kantonrechter

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

De rechtszaak
  1. Opening: Rechter opent de rechtszaak. 
  2. De aanklacht: Officier van Justitie leest de aanklacht voor 
  3. Getuigenverhoor: De rechter, OvJ & advocaat stellen vragen aan de getuige 
  4. Verdachte verhoor: De rechter, OvJ & advocaat stellen vragen aan de verdachte 
  5. Requisitoir: Toespraak waarin de OvJ de feiten noemt en een straf eist. 
  6. Pleidooi: Toespraak van de advocaat waarin hij de verdachte helpt
  7. Het laatste woord: Van de verdachte 
  8. Vonnis: De rechter doet uitspraak 

Slide 16 - Tekstslide

Welke persoon in de rechtszaal houdt een voordracht: een requisitoir?
A
Advocaat
B
Rechter
C
Officier van Justitie
D
Griffier

Slide 17 - Quizvraag

Welke persoon in de rechtszaal houdt een voordracht: een pleidooi?
A
Advocaat
B
Rechter
C
Officier van Justitie
D
Griffier

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wanneer ben je schuldig?
Is er voldoende bewijs? 
Gaat het om een strafbaar feit? 
Is de dader strafbaar? 

3x ja = schuldig => straf

Slide 24 - Tekstslide

4

Slide 25 - Video

Deze verdachte is een crimineel want..

Slide 26 - Open vraag

Deze verdachte is een crimineel want..

Slide 27 - Open vraag

hoe kun je zien dat de man een zwaar misdrijf heeft begaan

Slide 28 - Open vraag

wat de rol van de man links van de verdachte

Slide 29 - Open vraag

waarom hoeft de verdachte niets te zeggen tijdens de rechtzaak

Slide 30 - Open vraag

Deze verdachte is een crimineel want..

Slide 31 - Open vraag

hoe kun je zien dat de man een zwaar misdrijf heeft begaan

Slide 32 - Open vraag

wat de rol van de man links van de verdachte

Slide 33 - Open vraag

Wat is de rol van de man links van de verdachte?

Slide 34 - Open vraag