Nederlands 3F les 1.5

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Programma

• Sommige/ sommigen?
• Aan elkaar of los?
• Samengestelde werkwoorden

Doelen

• Je weet wanneer je bij woorden als alle(n) en sommigen(n) een n moet schrijven.
• Je weet wanneer je woorden aan elkaar moet schrijven.
• Je weet wat samengestelde werkwoorden zijn en hoe je ze moet spellen.

Deze auto is zuiniger dan alle ...

1. andere
2. anderen

Er is mij door ... gevraagd wat ik ervan vind.

1. vele
2. velen

Ik heet u .............. van harte welkom! Ik weet dat ............ van u van ver komen.

1. alle, sommige
2. alle, sommigen
3. allen, sommigen
4. allen, sommige

Wat is juist?

1. De jongens gaan beiden naar school.
2. De beide jongens gaan naar school.
3. A en B zijn allebei juist
4. A en B zijn allebei fout.

Wat is het verschil?

Op deze school zitten 16 tot 18 jarigen.

Op deze school zitten 16- tot 18-jarigen.

Ik zei dat dat hij ........ moest komen

1. hier heen
2. hierheen

Hoe kwam hij ............ ?

1. erdoorheen
2. erdoor heen
3. er doorheen

In je rapport beschrijf je wat je hebt ..................

1. waargenomen
2. waar genomen

Er had een ongeval ........

1. plaatsgevonden
2. plaats gevonden

Wat is goed?

1. voetbal inter land
2. voetbal interland
3. voet bal inter land
4. voetbalinterland

Je kunt dit oefenen in Taalblokken.

Grammatica en spelling 3F