Internationalisering - Les 7

Internationalisering 
Les 7
Aan het eind van deze les: 
  • Weet je wat interculturele samenwerking, sensitiviteit en communicatie inhoudt 
  • Ken je de verbale internationale communicatie 
  • Ken je de non-verbale internationale communicatie 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Internationalisering 
Les 7
Aan het eind van deze les: 
  • Weet je wat interculturele samenwerking, sensitiviteit en communicatie inhoudt 
  • Ken je de verbale internationale communicatie 
  • Ken je de non-verbale internationale communicatie 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgens Pinto zijn er vier factoren die bepalen of je meer tot een F-cultuur of meer tot een G-cultuur hoort. Welke factoren zijn dat?

Slide 2 - Open vraag

Antwoord: 
  • economische factor
  • religieuze factor
  • sociale factor
  • individuele factor
Interculturele samenwerking 
Samenwerken met iemand uit een andere cultuur noem je interculturele samenwerking. 
 
Om goed te communiceren met mensen uit een andere cultuur moet je intercultureel competent zijn. 

Wanneer je intercultureel competent bent betekend dit rekening houdt met de gevoelens van een ander en dat je je kunt inleven in een ander.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer je samenwerkt met mensen uit een andere cultuur noem je dit interculturele samenwerking. 

Het moeilijkste van interculturele samenwerking is de communicatie omdat verwachtingen, normen en waarden van mensen enorm van elkaar kunnen verschillen.

Om goed te communiceren met mensen uit een andere cultuur moet je intercultureel competent zijn. 
Je beseft dan dat er verschillen zijn tussen je eigen en de andere cultuur. Je weet wat de verschillen zijn en gaat hier op een sensitieve manier mee om. 

Dit betekent dat je rekening houdt met de gevoelens van een ander en dat je je kunt inleven in een ander.
Wat is belangrijk bij Interculturele samenwerking?

Slide 4 - Woordweb

Antwoord: 
Interculturele samenwerking is samenwerking tussen personen uit verschillende culturen. Om goed samen te werken moet je je goed voorbereiden. 
  • De taal van het land spreken is niet genoeg. 
  • Je moet weten hoe de andere cultuur verschilt van je eigen cultuur. 
  • Met verschillen kunnen omgaan.  
Oftewel je moet intercultureel sensitief zijn.
Wanneer ben je interculturele sensitief?

Je bent intercultureel sensitief als je in staat ben om naar andere culturen te kijken. 


  1. Je doet dit door niet alleen te kijken vanuit je eigen referentiekader, maar ook te kijken vanuit het referentiekader van de ander.
  2. Je behandeld andermans cutluur met resepect
  3. Je moet je kunnen inleven in de ander en je daar naar gedragen. 

Slide 5 - Tekstslide


Je bent intercultureel sensitief als je in staat ben om naar andere culturen te kijken.
  1. Je doet dit door niet alleen te kijken vanuit je eigen referentiekader, maar ook te kijken vanuit het referentiekader van de ander.
  2. Je behandeld andermans cutluur met resepect
  3. Je moet je kunnen inleven in de ander en je daar naar gedragen. 
Interculturele communicatie
Bij interculturele communicatie draait het vooral om:
  • Inleven in de wereld van de ander
  • Tussen de regels door luisteren
  • Dezelfde boodschap op verschillende manieren  kunnen verwoorden, zodat de ander het begrijpt
  • In de gaten hebben wanneer je eigen gedrag of vooroordelen cultureel bepaald zijn en niet voor iedereen zo gelden
  • Mensen respecteren

Slide 6 - Tekstslide

Interculturele communicatie
Bij interculturele communicatie draait het vooral om:
  • Inleven in de wereld van de ander
  • Tussen de regels door luisteren en je niet laten afleiden door manieren van communicatie die met cultuur te maken hebben (jaknikken maar nee bedoelen bijvoorbeeld)
  • Dezelfde boodschap op verschillende manieren kunnen verwoorden, zodat de ander het begrijpt. Zelfs wanneer dit betekent dat je bijna met handen en voeten moet praten omdat je de taal niet machtig bent.
  • In de gaten hebben wanneer je eigen gedrag of vooroordelen cultureel bepaald zijn en niet voor iedereen zo gelden
  • Mensen respecteren, ook al ben je het niet eens met bepaalde normen en gebruiken.

Slide 7 - Video

Extra toevoeging! 

Communiceren kan verbaal of non-verbaal. 
Verbale communicatie is communicatie met woorden en kan dus zowel gesproken als geschreven zijn

Non-verbale communicatie is communicatie zonder woorden. Dat wat je overbrengt met je lichaam. 
  • Aanraking, 
  • oogcontact, 
  • gezichtsuitdrukking
  • lichaamshouding
  • stemvolume,
  • kledingstijl enzovoort.
Verbale Internationale communicatie 
Verbaal communiceren met iemand van een andere cultuur? Dan is het eerst de regel om je te verplaatsen in de luisteraar


Ga er in internationale communicatie altijd vanuit alsof je met iemand over computers praat die eigenlijk niets van computers weet. 
  • Pas je boodschap aan. 
  • Houd het kort en eenvoudig (KISS - Keep It Short and Simple).

Slide 8 - Tekstslide

Wil je verbaal communiceren met iemand uit een andere cultuur? Dan is de eerste regel om je te verplaatsen in de luisteraar. 
  • Hoe komt jouw boodschap over als je niet volledig thuis bent in het onderwerp of de taal? 
  • Komt de boodschap überhaupt wel over?
Ga er in internationale communicatie altijd vanuit alsof je met iemand over computers praat die eigenlijk niets van computers weet. 
Pas je boodschap aan. 
Houd het kort en eenvoudig (KISS - Keep It Short and Simple).
Non-verbale Internationale communicatie 


De non-verbale communicatie is in elke cultuur anders.

Omdat er zo veel verschillende betekenissen aan non-verbale communicatie wordt gegeven is het goed om te weten hoe andere culturen bepaalde dingen interpreteren.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen van Non-Verbale communicatie 
Handgebaren: Let wel op! Een onschuldig gebaar kan in een andere cultuur iets heel anders betekenen. 

Binnen internationale communicatie is het het beste om handgebaren zo min mogelijk te gebruiken totdat je zeker weet wat een gebaar betekent.

Aanraken: Let wel op! Gebruik aanraking daarom zo min mogelijk totdat je weet waar een ander zich prettig bij voelt.


Afstand: Let wel op! De normale afstand tussen gesprekspartners verschilt per cultuur. 
Voor een gepaste afstand zijn er een aantal algemeen geldende regels:
  • Europeanen en Noord-Amerikanen staan 60 tot 90 centimeter uit elkaar.
  • Aziaten staan meer dan 90 centimeter uit elkaar.
  • De rest van de wereld staat minder dan 60 centimeter uit elkaar.
 






Slide 10 - Tekstslide

Handgebaren
Onderdeel van non-verbale communicatie zijn handgebaren. Een onschuldig gebaar kan in een andere cultuur iets heel anders betekenen. Voorbeeld: Een duim omhoog betekent in de meeste westerse landen dat je iets goed vindt. Maar in het Midden-Oosten is dit gebaar juist heel beledigend.

Binnen internationale communicatie is het het beste om handgebaren zo min mogelijk te gebruiken totdat je zeker weet wat een gebaar betekent.

Aanraken
In sommige culturen is veelvuldig fysiek contact heel normaal. Zo is het in Italië en Frankrijk heel gewoon om ook in de zakenwereld elkaar te knuffelen of te kussen op de wangen. In andere landen, zoals Japan, bestaat de begroeting alleen uit een buiging.
Gebruik aanraking daarom zo min mogelijk totdat je weet waar een ander zich prettig bij voelt.

Afstand
De normale afstand tussen gesprekspartners verschilt per cultuur. Tijdens een zakelijk gesprek hebben Aziaten meer afstand nodig dan bijvoorbeeld Europeanen.
Als je je eigen behoefte voor persoonlijke ruimte kent is het ook makkelijker om je aan te passen aan een ander. 

Voor een gepaste afstand zijn er een aantal algemeen geldende regels:
  • Europeanen en Noord-Amerikanen staan 60 tot 90 centimeter uit elkaar.
  • Aziaten staan meer dan 90 centimeter uit elkaar.
  • De rest van de wereld staat minder dan 60 centimeter uit elkaar.
 
Opdracht 2: Uitleg portofolio 
Hoe maak je een VLOG? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
Lezen:
blz. 32 t/m 36

Maken:
Opdracht 1 t/m 5


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies