Start PO H2: afsluiting 3.2 (PO les 1)

Start PO H2: afsluiting 3.2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Start PO H2: afsluiting 3.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Herhaling vorige les, leerdoelen en begrippen
  • oefenvragen
  • uitleg PO
  • aan de slag met de eerste opdracht 

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
... Heb je laten zien dat je de leerdoelen en begrippen van paragraaf 3.2 beheerst.
... Heb je geoefend met toetsvragen.
... Weet je hoe de Praktische opdracht voor dit hoofdstuk eruit ziet.
... Heb je in een tweetal gewerkt aan het zoeken van bronnen en het schrijven van de eerste tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Afsluiting 3.2:
In deze paragraaf leer je:
1. Hoe de economie bloeide in Nederland in de 17e eeuw.
2. Hoe Nederlandse steden groeiden
3. Hoe regels voor oorlogen ontstonden
4. Hoe Nederland oorlog voerde met omringende landen.

- Ontstaan van handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie


Slide 4 - Tekstslide

Bij welk begrip dat je hebt geleerd past deze afbeelding het best? Leg je antwoord uit.

Slide 5 - Open vraag

Gebruik bron 1. Passen de gebeurtenissen uit de brief bij het kenmerkende aspect 'burgerlijk en stedelijke cultuur in Nederland'? Leg je antwoord uit met een bronelement.

Slide 6 - Open vraag

Praktische opdracht: Courant der 17e eeuw.


Opdracht; Jullie gaan een (digitale)krant maken, ‘stammend’ uit de Gouden Eeuw - Verzin een bij de 17e eeuw passende, creatieve naam (bijv. de ‘Telegravin van Holland’, maar dan zelfbedacht) en bedenk een verschijningsdatum die ‘klopt’. Je kunt niet schrijven over zaken in de toekomst, wel uit het verleden. Gebeurtenissen hoeven niet perse recent gebeurd te zijn. - Schrijf de krant vol met bijv. commentaren, interviews, artikelen, columns, reclame, beeldverslagen etc. De inhoud moet wel historisch kloppen.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1: (Paragraaf 3.2)
De bloei van de Republiek: Je schrijft een column (= stukje met een mening over een bepaalde gebeurtenis) of achtergrondartikel (waarin dingen echt uitgezocht zijn), waarin je uitlegt:
  • hoe de Republiek / Amsterdam zo belangrijk konden worden in de wereldeconomie,
  • wat handelskapitalisme is, en welke financiële uitvindingen er in de Republiek/Amsterdam kwamen 
  • wat de Amsterdamse stapelmarkt was

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 2: (Paragraaf 3.3)
Een interview, scheepsjournaal of reisverslag over het ontstaan en de werking van de VOC.
 Leg daarbij uit wat ‘wereldwijde handelscontacten’ en ‘begin van een wereldeconomie’ inhouden, en hoe de VOC een handelsmonopolie kreeg en waar en waarom om ze factorijen stichtten etc

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 3: (Paragraaf 3.3)
Een interview, scheepsjournaal of reisverslag over ontstaan en werking van de WIC. Leg hierin ook uit wat ‘transatlantische slavenhandel’ en ‘driehoekshandel’ inhielden, wie Piet Heyn was met zijn zilvervloot, wat fort El Mina was en wat plantagekoloniën waren.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 4: (Paragraaf 3.4)
De Stedelijke cultuur van de Republiek: 
  •  Hoe tolerant was men binnen de Republiek? 
  • Hoe ging men bijv. om met verschillende geloven en of met immigranten? 

    Je maakt aan de hand van enkele schilderijen en/of afbeeldingen [niet die uit het boek!] een beeldverslag over de cultuur van de Republiek (met goede toelichting dus).  

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 5: (Paragraaf 3.5)
Een biografie over een persoon van de wetenschappelijke revolutie 

Kies een (Nederlandse) persoon die een voorname rol speelde in de Wetenschappelijke Revolutie. Schrijf een (auto)biografisch stuk, waarin hij / zij duidelijk maakt waarmee hij / zij zich bezig houdt en hoe bijzonder dat is in zijn tijd.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 6: (Paragraaf 3.5)
Een biografie over een Nederlandse kunstenaar (of architect) uit de Gouden Eeuw 

Kies een kunstenaar of architect die een rol speelde in de Gouden Eeuw. Schrijf een (auto)biografisch stuk, waarin je (als gekozen persoon!) duidelijk maakt waarmee jij je bezig houdt en hoe bijzonder dat is in jouw tijd (de 17e eeuw).

Slide 13 - Tekstslide

  •  Omvang krant: 3-4 A4 incl. plaatjes (1200 – 1500 woorden samen), lettertype 11 -12. 
  • Bronnen: Je gebruikt voor elk artikel minimaal 3 verschillende bronnen: (1) de bijbehorende paragraaf van het boek, en verder maximaal 1 x wikipedia en 1-2 goede andere bronnen die je hebt gevonden. (link plakken onderaan het artikel). 
  • Titel: Verzin leuke ‘koppen’ boven artikelen, interviews etc. Zet onder elk artikel ook de naam van de betreffende journalist (je mag je naam ‘historiseren’ maar het moet wel duidelijk zijn wie wat heeft geschreven) en voorzie afbeeldingen van bijschriften.                                
  • Volledigheid bij het uitvoeren van de opdrachten
  • Gebruikte bronnen: kwaliteit en afwisseling (wat zijn goede bronnen, wat niet?).
  • Taalgebruik: spelling en stijl, en vooral: eigen woorden ((te) veel copy/paste =
          puntenmindering)
  •  Vormgeving en originaliteit
  • Inhoudelijke kwaliteit: helderheid, juiste informatie, historisch juiste context etc.

Beoordeling

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag:
  • Vorm een tweetal en verzin een naam voor je krant.
  • Start met de eerste opdracht, lees de opdracht nog een keer goed door en begin met het lezen van de theorie en het zoeken van bronnen.
  • Begin met het schrijven van het eerste artikel. 

Slide 15 - Tekstslide