10.1 en 10.2 5 havo

5H H10 Evolutie
1. beschrijven hoe diversiteit van het leven ontstaan is
2. beschrijven dat het bestaan van de universele genetische code opgevat wordt als een natuurwetenschappelijk argument voor een gemeenschappelijke oorsprong en verwantschap van al het leven
3. de rol van adaptaties in biologische eenheden uitleggen
4. beschrijven hoe de evolutietheorie tot stand gekomen is en de wisselwerking tussen evolutietheorie en wetenschap, maatschappij en levensovertuiging toelichten
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

5H H10 Evolutie
1. beschrijven hoe diversiteit van het leven ontstaan is
2. beschrijven dat het bestaan van de universele genetische code opgevat wordt als een natuurwetenschappelijk argument voor een gemeenschappelijke oorsprong en verwantschap van al het leven
3. de rol van adaptaties in biologische eenheden uitleggen
4. beschrijven hoe de evolutietheorie tot stand gekomen is en de wisselwerking tussen evolutietheorie en wetenschap, maatschappij en levensovertuiging toelichten

Slide 1 - Tekstslide

10.1 Fossielen
Wat is een fossiel?
Ontstaan van fossielen
Ouderdomsbepaling fossielen



Slide 2 - Tekstslide

Fossiel: versteende overblijfselen of afdrukken in gesteenten
- Kan ook pootafdruk, haren of poep zijn!
- Ideale omstandigheden zijn: droge, zuurstofarme omgeving zodat reducenten niet het dode organisme kunnen afbreken, bv: woestijn (droog & dood organisme snel bedekt met zand), waar rivier uitmondt in zee (dood organisme snel bedekt met grondmateriaal )

Zachte delen van dood organisme (bijvoorbeeld spierweefsel) worden meestal verteerd --> niet het geval bij fossiel in barnsteen of onder ijs



Slide 3 - Tekstslide

Fossiel in barnsteen
Fossiel gevonden in ijslaag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Relatieve ouderdomsbepaling fossiel
Schatting maken hoe oud een fossiel is m.b.v. gidsfossielen in aardlagen --> kort op aarde hebben geleefd & verspreidingsgebied groot

Ouderdom gidsfossiel is exact bepaald, dus alle andere soorten fossielen die in dezelfde aardlaag zijn gevonden, zijn dan ook ongeveer zo oud.



Slide 6 - Tekstslide

Ammoniet
Triboliet





Slide 7 - Tekstslide

Fossiel van ammoniet
Fossiel van trilobiet

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Absolute ouderdomsbepaling fossiel
Absoluut: wordt vastgesteld met behulp van radioactieve isotopen waarvan halveringstijd bekend is.

Isotopen: verschillende vormen van een element, elk met een andere atoommassa: C14 = radioactief isotoop, C12= gewoon isotoop

Verhouding van C14/C12 meten in fossiel: na 5736 jaar is de helft van de radioactieve C14-atomen verdwenen --> bron 6 op blz 44



Slide 10 - Tekstslide

?
Vraag: c14/c12 verhouding levende dieren 10/20 en fossiel is 5/20 --> fossiel is dan oud.......



Slide 11 - Tekstslide

Radioactieve isotopen
C14: voor bepalen ouderdom van fossielen t/m 60.000 jaar oud

Oudere fossielen worden de isotopen van uranium of kalium gebruikt, omdat de halveringstijd langer duurt.

Slide 12 - Tekstslide

BiNaS

Tabel 25A: isotopentabel voor halveringstijd
Tabel 94A: tijdperken (nodig bij vraag 6 en 8)

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Vragen stellen over H9
Lezen 10.1
Maken 10.1 alle opdrachten behalve 10.a

Slide 14 - Tekstslide

?
Vraag: c14/c12 verhouding levende dieren 10/20 en fossiel is 5/20 --> fossiel is dan oud.......
Vraag 10.b en 10.c nabespreken
Wat is een soort?
Wat is een populatie?


Slide 15 - Tekstslide

- Soorten zijn verdeeld in populaties. Populaties zijn groepen bij elkaar levende individuen van een soort. Bijv.: populatie konijnen in de waterleidingduinen en populatie konijnen in A'damse bos

- Meestal komt voortplanting tussen populaties niet veel voor.

Slide 16 - Tekstslide

?
Wat is evolutie?
Wat hebben evolutie en erfelijkheid met elkaar te maken?

Slide 17 - Tekstslide

- Individuen behoren tot 1 soort wanneer zij bij onderlinge kruising vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen.

- Een soort bestaat uit 1 of meer rassen, die kruisbaar zijn met elkaar: bijv. hondenrassen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

werk voor ma 1e en ma 5e uur
- Lezen Kaas en de evolutietheorie: evolutietheorie uitgelegd door Bas Haring, filosoof, en zorg ervoor dat je kan uitleggen hoe soorten veranderen aan de hand van het superkuikentje
- Lezen 10.2 (niet het stukje over mutaties op blz 46)
-Maken 10.2 (niet 1.b, 3, 4 en 5)
- Maken examentraining H9 (alles!)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video