Quiz Middeleeuwen

Waardoor werd er in de late Middeleeuwen meer handel gedreven?
A
Het was veilig. Mensen durfde te reizen.
B
Doordat er geld werd gebruikt.
C
Overschotten van de oogst worden verkocht.
D
Niet iedereen moest boer zijn.
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Waardoor werd er in de late Middeleeuwen meer handel gedreven?
A
Het was veilig. Mensen durfde te reizen.
B
Doordat er geld werd gebruikt.
C
Overschotten van de oogst worden verkocht.
D
Niet iedereen moest boer zijn.

Slide 1 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de juiste kolom:
De Vroege Middeleeuwen (500-1000)

Tijdvak: 
Monniken & Ridders
De Late Middeleeuwen (1000-1500)

Tijdvak: 
Steden & Staten.
Het feodalisme
Engeland krijgt een Parlement en Frankrijk een Staten-Generaal (volksvertegenwoordidiging).
de Bourgondische Nederlanden
Keizer Karel de Grote (Frankische Rijk)
Het leenstelsel
de Investituurstrijd
staatsvorming en centralisatie
Filips de Goede

Slide 2 - Sleepvraag

Staatsvorming in de middeleeuwen: Geef van elke vraag aan om wat voor soort onderzoeksvraag het gaat.

1. Waarom werd Frankrijk wel een centraal geleide staat onder een machtige koning, en gebeurde dat in Duitsland niet?
2. Waarvoor gebruikten de Engelse en Franse koningen het belastinggeld dat door de steden werd opgebracht?
3. Was Filips de Goede volgens jou een goede vorst voor de Nederlanden en heeft hij terecht de bijnaam 'de Goede' gekregen?
A
1. verklarende onderzoeksvraag, 2. beschrijvende onderzoeksvraag, 3. waarderende onderzoeksvraag
B
1. beschrijvende onderzoeksvraag, 2. verklarende onderzoeksvraag, 3. waarderende onderzoeksvraag
C
1. verklarende onderzoeksvraag, 2. waarderende onderzoeksvraag, 3. beschrijvende onderzoeksvraag
D
1. waarderende onderzoeksvraag, 2. beschrijvende onderzoeksvraag, 3. verklarende onderzoeksvraag

Slide 3 - Quizvraag

Op welke manier wilde Filips de Goede het particularisme tegengaan?
A
Door mensen te doden die niet naar hem luisterden
B
Door stadshouders in te stellen
C
Door mensen geld te geven
D
Door zijn vijanden te beschermen

Slide 4 - Quizvraag

In de Staten - Generaal ...
A
Overlegde Filips de Goede met vertegenwoordigers van de gewesten over belastingen.
B
Regelde Filips de Goede de rechtspraak voor alle Nederlanden.
C
Benoemde Filips de Goede hoge geestelijken tot bisschop.
D
Gaf Filips de Goede stadsrechten aan handelsplaatsen.

Slide 5 - Quizvraag

De centralisatiepolitiek van Filips de Goede...
A
...verkleinde de macht van de adel
B
...vergrootte de macht van de adel
C
beide antwoorden zijn fout
D
beide antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quizvraag

Filips de Goede introduceerde een professioneel ambtenarenapparaat om zijn hertogdom te besturen. Daarmee maakte hij zich minder afhankelijk van:
A
De geestelijkheid
B
De boeren
C
De adel
D
De steden

Slide 7 - Quizvraag

hoe versterkte Filips de Goede de centralisatie?
A
invoering van stadhouders
B
oprichting van een universiteit (Leuven)
C
invoering van een Staten-Generaal
D
aanstellen van ambtenaren

Slide 8 - Quizvraag

Wat past bij wie?
Floris V
Filips de Goede 
13e eeuw
15e eeuw
Keerlen God
rekenkamer
Leenheer
Stadsrechten
Centralisatie
Hertog van Bourgondië
Eigenlijk een leenman
Graaf van Holland
Muiderslot, Binnenhof

Slide 9 - Sleepvraag

Wat veranderde er op politiek gebied in de late Middeleeuwen?
A
Koningen gingen centraliseren (centraal bestuur)
B
Het Feodalisme (leenstelsel) kwam op
C
Steden verdwenen
D
De Adel kreeg MEER macht

Slide 10 - Quizvraag

Wat was geen gevolg van de verstedelijking in de late middeleeuwen?
A
de samenleving werd minder theocentrisch
B
kloosters werden massaal leeggeroofd
C
er ontstonden stadsscholen
D
het feodale stelsel brokkelde af

Slide 11 - Quizvraag

Wat was geen oorzaak van de bevolkingsgroei in de late middeleeuwen?
A
ontginningen
B
grotere oogsten
C
drieslagstelsel
D
opkomende handel

Slide 12 - Quizvraag

De Late Middeleeuwen duurden van....
A
500-1500 v. Chr.
B
500-1500 n Chr.
C
1000-1500 v Chr.
D
1000-1500 n Chr.

Slide 13 - Quizvraag