Opkomst steden en handel

Les 4. De eerste steden in Nederland
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 4. De eerste steden in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan jullie leren deze les? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Landbouwopbrengsten nemen toe
Overschotten 







Slide 4 - Tekstslide

Door de overschotten...
  • De bevolking groeit 
  • Nieuwe beroepen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Er ontstonden: 
Steden 

met een 

Geldeconomie 

Slide 10 - Tekstslide

Rond het jaar 1000 namen de opbrengsten van de landbouw toe.
Hierdoor hoefden minder mensen in de landbouw te werken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Door de toename van de opbrengsten van de landbouw rond het jaar 1000 groeide de bevolking.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

De overschotten aan landbouwproducten werden verhandeld in een stad of in een dorp.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van.......
A
Overschotten
B
Boeren
C
Ambacht

Slide 14 - Quizvraag

De opkomst van handel en steden vindt plaats in de  tijd van steden en staten. Sleep het kasteel naar het juiste jaartal op de tijdlijn.
tot 3000 v. Chr. 
500 - 1000 
1000 - 1500
1600 - 1700
1800 - 1900
1900 - nu

Slide 15 - Sleepvraag

Welke beschrijving hoort bij welk beroep?
Slepen maar!
Kooplieden
Ambachtslieden
Deze mensen maken producten met hun handen, zoals brood en kaarsen.
Deze mensen drijven handel en verkopen spullen in verschillende steden.

Slide 16 - Sleepvraag

Nederzettingen groeien uit tot..... Steden 



Slide 17 - Tekstslide

Steden worden aantrekkelijk omdat.....
  1.  Werkgelegenheid 
  2. Veiligheid 
  3. Ambacht en Kooplieden
  4. Vrijheid 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Waar ontstonden nieuwe steden?
A
In de buurt van de zee
B
Vooral in de buurt van kerken en kastelen

Slide 23 - Quizvraag

Wat maakte de ligging van een kerk of kasteel extra aantrekkelijk?
A
Als de kerk of het kasteel vlak bij een rivier lag.
B
Als de kerk of het kasteel op een heuvel lag.

Slide 24 - Quizvraag

Wat had iedere stad die in deze periode ontstond?

A
Een (jaar)markt waar spullen werden verkocht en gekocht
B
Een school waar kinderen voor monnik konden leren

Slide 25 - Quizvraag

Eindopdracht Stap 1 
  1.  Bekijk de kaart van Nederland 
  2. Zoek op internet 6 steden die tussen 1000 en 1500 ontstaan zijn.
  3. Teken die steden in op de kaart.
  4. Schrijf bij iedere stad het jaartal waarin de stad is ontstaan.

  • Kijk goed naar de ligging van de steden die je op de kaart hebt getekend.
  • Schrijf onder de kaart op wat je opvalt als je kijkt naar de ligging van de steden.

Slide 26 - Tekstslide

Ben je klaar met stap 1? 
  1. Zoek van iedere stad een foto of afbeelding van een middeleeuws gebouw.
  2. Zoek van iedere stad een plaatsaanduiding waar het woord 'markt' in voorkomt. Schrijf de naam bij de stad en zoek een afbeelding van de locatie erbij.
  3. Vraag aan de docent plattegronden van de middeleeuwse steden. Deze moet je matchen met de juiste stad. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide