Gezonheidskunde Les 1

Gezondheidskunde Les 1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gezondheidskunde Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaat Gezondheidskunde over?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



AWR
Je weet aan welke doelen we de komende tijd gaan werken
Theorie
stellingen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling              

  •  Je kunt de verschillende dimensies van positieve gezondheid beschrijven.
  • Je kunt omschrijven welke factoren van invloed zijn op je gezondheid.
  • Je kunt nagaan welke coping strategie een cliënt hanteert.
  • Je kunt de verschillende gezondheidsdefinities met elkaar vergelijken.
  • Je kunt de gezondheid van een cliënt bespreken aan de hand van de zes dimensies van positieve gezondheid.
  • Je kunt een cliënt ondersteunen, waarbij je de controle over zijn gezondheid bij hem neerlegt.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De betekenis van gezondheid
Gezondheid is een lastige term, want je kunt je sterk afvragen wat iemand ‘gezond’ of ‘ongezond’ maakt.
Het hebben van een ziekte, aandoening of stoornis zou je kunnen opvatten als ongezond. 

Maar stel dat een persoon met een chronische ziekte heeft leren omgaan met zijn beperkingen en veel energie haalt uit wat hij nog wel kan, dan voelt hij zich wellicht helemaal niet zo ongezond. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een andere persoon heeft bijvoorbeeld geen duidelijke aandoening, maar ervaart dagelijks stress, ziet het leven niet altijd zitten en voelt zich daardoor ongezond. 

Niet voor niets zijn er over de tijd heen dan ook verschillende pogingen gedaan om de term ‘gezondheid’ uit te leggen.


Een andere persoon heeft 
bijvoorbeeld geen duidelijke 
aandoening, maar ervaart dagelijks stress, ziet het leven niet altijd zitten en voelt zich daardoor ongezond.

Niet voor niets zijn er over de tijd heen dan ook verschillende pogingen gedaan om de term ‘gezondheid’ uit te leggen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat WHO voor?

Slide 8 - Open vraag

World Health Organisation

of te wel

Wereld gezondheid organisatie
WHO-definitie
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ziet gezondheid als ‘een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden, en niet slechts de afwezigheid van ziekte of beperking’. 
Volgens deze definitie kun je dus ook ongezond zijn zonder de aanwezigheid van een ziekte of aandoening, doordat er andere problemen of beperkingen bestaan op een van de drie dimensies: 
  • lichaamsfuncties (fysieke mogelijkheden), 
  • mentale functies (psychisch functioneren)  
  • sociaal-maatschappelijke participatie (sociale contacten en meedoen in de maatschappij).

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze definitie suggereert echter ook dat je altijd ongezond bent wanneer je een ziekte of aandoening hebt. 
Dat legt de focus dus sterk op onmogelijkheden. 

De invloed van een persoon zelf op diens gezondheid wordt achterwege gelaten. 
Met een ziekte, stoornis of beperking kan een cliënt dus ook een kwalitatief hoogwaardig en zinvol leven leiden en zich gezond voelen. Dat maakt de definitie van de WHO minder goed bruikbaar in de huidige praktijk. Dat is ook niet zo gek als je bedenkt dat de definitie van de WHO stamt uit 1948. In die periode ging het veel meer om het bestrijden van ziekten. Tegenwoordig ligt de nadruk op het verminderen en voorkomen van ziekten. 
Deze definitie suggereert echter ook dat je altijd ongezond bent wanneer je een ziekte of aandoening hebt.
 
Dat legt de focus dus sterk op onmogelijkheden.

De invloed van een persoon zelf op diens gezondheid wordt achterwege gelaten.

Met een ziekte, stoornis of beperking kan een cliënt dus ook een kwalitatief hoogwaardig en zinvol leven leiden en zich gezond voelen. 

Dat maakt de definitie van de WHO minder goed bruikbaar in de huidige praktijk. 
Dat is ook niet zo gek als je bedenkt dat de definitie van de WHO stamt uit 1948. 
In die periode ging het veel meer om het bestrijden van ziekten. 
Tegenwoordig ligt de nadruk op het verminderen en voorkomen van ziekten. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ook met een beperking kun je je 'gezond' voelen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endogene factoren  en Exogene factoren  
Je gezondheid wordt beïnvloed door een aantal factoren. Je kunt daarbij een onderscheid maken tussen endogene en exogene factoren. 

Endogene factoren zijn factoren in het lichaam zelf, die van invloed zijn op de gezondheid en het ontstaan van gezondheidsproblemen. 

Denk aan een erfelijke aandoening of aangeboren ziekte of afwijking. 

Daarbij zijn sommige psychische stoornissen deels erfelijk bepaald, net als de gevoeligheid voor het ontwikkelen van een verslaving. 



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Exogene factoren
zijn factoren uit de omgeving die van invloed zijn op de gezondheid en het ontstaan van gezondheidsproblemen. 

Denk aan het gebruik van schadelijke middelen, giftige stoffen, bacteriën en virussen die je lijf binnendringen of slechte voeding. 









Exogene factoren zijn factoren uit de omgeving die van invloed zijn op de gezondheid en het ontstaan van gezondheidsproblemen.

Denk aan het gebruik van schadelijke middelen, giftige stoffen, bacteriën en virussen die je lijf binnendringen of slechte voeding.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


'Gezondheid' is lastig te meten. 

Je kunt een ernstige ziekte hebben, maar je toch 'gezond' voelen omdat de ziekte weinig beperkingen in je leven geeft. 

En wat als je geen stoornis hebt, maar je iedere dag verveelt, het leven saai vindt en geen vrienden om je heen hebt, hoe 'gezond' ben je dan?
'

Gezondheid' is lastig te meten.
 
Je kunt een ernstige ziekte hebben, maar je toch 'gezond' voelen omdat de ziekte weinig beperkingen in je leven geeft.
En wat als je geen stoornis hebt, maar je iedere dag verveelt, het leven saai vindt en geen vrienden om je heen hebt, hoe 'gezond' ben je dan?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Zie de bijgevoegde opdracht!
  •  'Als je een ziekte hebt, ben je ongezond.'
  • 'Je bent gezond als je lichamelijk in orde bent.'
  •  'Alleen als je een stoornis hebt, ben je ongezond.'
  •  'Je kunt je ongezond voelen, ook al heb je geen aandoening.'
  •  'Je kunt je gezond voelen, ook al heb je een aandoening.'
  •  'Je bent zo gezond als je jezelf voelt.'


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies