Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H1, Present simple
Welcome
Grab your ipads and get into the lesson up!
1 / 36
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
In deze les zitten
36 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welcome
Grab your ipads and get into the lesson up!
Slide 1 - Tekstslide
Schedule
Last lesson:
Lesson 4
This lesson:
Revision wederkerende voornaamwoorden
You know how to use the present simple
Blooket
Slide 2 - Tekstslide
Toest Unit 1
Do 30 Oktober
Page 39-45
Slide 3 - Tekstslide
Unit toets 1 - Grammar
1. Present Simple to be
2. Present Simple gebruiken (+-?)
3. Have got / has got
4. Persoonlijke / bezittelijke
5. Wederkerende voornaamwoorden
6. Voegwoorden
7. Meervoud
Slide 4 - Tekstslide
What did we talk about?
meervoud
persoonlijke voornaamwoorden
bezittelijke voornaamwoorden
wederkerende voornaamwoorden
Slide 5 - Tekstslide
Wederkerende voornaamwoorden
I = myself
you = yourself
he = himself
she = herself
it = itself
we = ourselves
you = yourselves
they = themselves
Slide 6 - Tekstslide
I see ......
Slide 7 - Open vraag
The two of you are playing ......
Slide 8 - Open vraag
She likes ......
Slide 9 - Open vraag
it's important that you can be .....
Slide 10 - Open vraag
The two boys hurt ..... in the woods
Slide 11 - Open vraag
Any Questions?
Slide 12 - Tekstslide
The Present Simple
Present Simple => Tegenwoordige tijd
Bij
normale zinnen
gebruiken we de regel:
Hele werkwoord (+s)
Hele werkwoord
= Het gegeven werkwoord tussen haakjes.
bijv. She ..... (to
like
) to dance.
(in deze zin is 'like' het hele werkwoord wat gebruikt moet worden. Het woordje 'to' hoef je nooit te gebruiken).
Slide 13 - Tekstslide
The Present Simple
Normale zinnen:
Hele werkwoord (+s)
de +s krijg je alleen bij She/He/It
Bijv. (to
dance
)
I/you
dance
she/he/it
dance
s
we/they
dance
Uitzonderingen:
(to be) => zijn
I am
she/he/it is
you/we/they are
(to have got) => hebben
I/you - have got
she/he/it - has got
we/they - have got
Slide 14 - Tekstslide
They ..... in the back of the car.
A
am
B
are
C
is
D
be
Slide 15 - Quizvraag
My uncle .... every weekend.
A
hike
B
hikes
C
hiked
Slide 16 - Quizvraag
We ..... four TVs at home.
A
has got
B
haved
C
have got
D
had
Slide 17 - Quizvraag
Use the correct Present Simple form:
They .. (to visit) us often.
Slide 18 - Open vraag
Use the correct Present Simple form:
She never ... (to help) me with that!
Slide 19 - Open vraag
Use the correct Present Simple form:
I usually ... (to go) to school.
Slide 20 - Open vraag
Use the correct Present Simple form:
Tom ... (to work) every day.
Slide 21 - Open vraag
The Present Simple
Ontkennede en vragende zinnen:
Do/Does (+ not) + hele werkwoord
Normale: I like tomatoes.
ontkennende: I do not like tomatoes.
vragende: Do I like tomatoes?
Do of Does?
I/you - do
she/he/it - does
we/they - do
Slide 22 - Tekstslide
The Present Simple
Uitzondering:
(to be) => Zijn
I am at work. -- I am not at work. -- Am i at work?
He is at work. -- He is not at work. -- Is he at work?
We are at work. -- We are not at work. -- Are we at work?
Slide 23 - Tekstslide
You ...
A
do
B
does
Slide 24 - Quizvraag
she ...
A
do
B
does
Slide 25 - Quizvraag
We ...
A
do
B
does
Slide 26 - Quizvraag
It ...
A
do
B
does
Slide 27 - Quizvraag
They .... a lot of books.
A
did not read
B
does not read
C
do not read
D
not read
Slide 28 - Quizvraag
..... she ..... to school every day?
A
does she walk
B
do she walk
C
is she walk
D
does she walks
Slide 29 - Quizvraag
Use the correct Present Simple form:
They ... (not, to work) for us.
Slide 30 - Open vraag
Use the correct Present Simple form:
She ... ( not, to wash) the dishes every evening.
Slide 31 - Open vraag
Use the correct Present Simple form:
... he ... (draw) well?
Slide 32 - Open vraag
Use the correct Present Simple form:
... you ... (watch) movies?
Slide 33 - Open vraag
Any Questions
Slide 34 - Tekstslide
Lets practice
Assignments 5, 6, 7 (page 32/33)
Individually, 10 minutes
Need help? raise your hand
Finished? Scan the QR code and do the blooket.
Slide 35 - Tekstslide
Conclusion
Today:
You learned how to use "wederkerende voornaamwoorden".
You learned how to use the present simple.
Slide 36 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
May 2023
-
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Present simple/ vragende voornaamwoorden/persoonlijke voornaamwoorden
September 2025
-
47 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
M 1 Present Simple (herhalen)
June 2022
-
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
U4L4 Present simple/ Present continuous
March 2025
-
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Week 7 O16 les 1 | Present simple hh en negations
February 2023
-
17 slides
Present Simple Q & N
June 2022
-
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Interrogative Pronouns
June 2022
-
17 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Present Simple vs Present Continuous 1
September 2024
-
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2