Medicatie les 1 + oog- neus- oordruppel

                                      Medicatie 
                                      
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidskundeBeroepsopleiding

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

                                      Medicatie 
                                      

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • Wie heeft welke verantwoordelijkheid?
  • Hoe wordt medicatie bewaard
  • De regel van 5
  • Dubbelcheck
  • Bijwerkingen
  • Vormen van medicatie
  • Zelfzorgmedicatie
  • MIK-formulier
  • Praktijk
  • Thieme Meulenhoff

Slide 2 - Tekstslide

Wie heeft de bevoegdheid om medicatie uit te schrijven?
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De verzorgende
D
De apotheek

Slide 3 - Quizvraag

Wie moet alert zijn op signalen van problemen met medicatie?
A
De arts
B
De verzorgende
C
De helpende
D
Alle zorgverleners

Slide 4 - Quizvraag

Wie is verantwoordelijk voor het leveren van medicatie?
A
Alle zorgverleners
B
Familie
C
De apotheek
D
De arts

Slide 5 - Quizvraag

Welke zorgverlener mag medicatie stoppen
A
De klant zelf
B
De familie
C
De verpleegkundige
D
De arts

Slide 6 - Quizvraag

Wie geeft aanwijzingen over het bewaren van medicatie
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De apotheek
D
Mag je zelf bepalen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Juiste tijd
Juiste persoon
Juiste medicijn
Juiste dosering
Juiste toedieningswijze

Slide 9 - Tekstslide

bewaren van medicijnen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

TOEDIENLIJST

Slide 13 - Tekstslide

Baxterrol

Slide 14 - Tekstslide

Welke twee medicijnen worden vaak genoemd als verslavend?


.




Welke twee medicijnen worden vaak genoemd als verslavend?



A
Antibiotica, bijvoorbeeld penicilline
B
Laxerende middelen, bijvoorbeeld Bisacodyl.
C
Kalmerende middelen, bijvoorbeeld valium.
D
Slaapmiddelen, bijvoorbeeld Oxazepam.

Slide 15 - Quizvraag

Welk middel of medicijn hoort volgens jou niet thuis in de huisapotheek van een organisatie in de gehandicaptenzorg?

A
Betadine
B
Rennies
C
Slaapmiddelen
D
Pijnstillers (paracetamol)

Slide 16 - Quizvraag

Melden incidenten

Slide 17 - Tekstslide

Waar staat de afkorting MIC voor?
A
Melding Incident Cliënt
B
Melding incident medewerker
C
Medicatie fout
D
Microfoon

Slide 18 - Quizvraag

Vragen?

Slide 19 - Tekstslide

De praktijk

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide