Het werkwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk gezegde
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

De persoonsvorm plus alle andere werkwoorden in de zin.

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld
Vanochtend is de oude mevrouw bij de bakker geweest.

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

Slide 3 - Tekstslide

In het huis wordt een grote keuken gebouwd.

Slide 4 - Open vraag

Is haar moeder toch naar haar werk gegaan?

Slide 5 - Open vraag

Langs de bosrand wordt een fietspad aangelegd.

Slide 6 - Open vraag

Het hotel in Haarlem is mooi geworden.

Slide 7 - Open vraag

Maik is van Keulen naar Enschede gefietst

Slide 8 - Open vraag

Worden de dieren in het asiel goed verzorgd?

Slide 9 - Open vraag

Gisteren is de nieuwe camping aan het water geopend.

Slide 10 - Open vraag

Volgende week wordt de toets gemaakt.

Slide 11 - Open vraag

Mijn buurman heeft de opleiding voor piloot afgerond.

Slide 12 - Open vraag

De kleinzoon van oma Fien is gisteren aangekomen.

Slide 13 - Open vraag

Onze kat is vannacht weggelopen.

Slide 14 - Open vraag

Morgen gaan we wandelen op de Veluwe.

Slide 15 - Open vraag

Vorige week is Johan naar Peru vertrokken.

Slide 16 - Open vraag

De vrienden hebben New York bezocht.

Slide 17 - Open vraag

De kunstenaar heeft een portret getekend.

Slide 18 - Open vraag

Hebben zij die boeken gelezen?

Slide 19 - Open vraag

Leon gaat een tuinhuis timmeren.

Slide 20 - Open vraag