hoofdstuk 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Begrijpend lezen 

hoofdstuk 2 

Wat gaan we vandaag doen? 

•  huiswerk bespreken 
• tekst lezen 
• 
  

Huiswerk bespreken 

Opdracht 

Lees de tekst. 

Stelling: 

Er moet een permanent vuurwerkverbod komen in Nederland. 

Je zoekt voor- en tegenargumenten op je iPad en schrijft deze op. 

Dit doe je voor jezelf. 

tekst

https://nos.nl/artikel/2355867-kabinet-komt-voor-dit-jaar-met-algeheel-vuurwerkverbod.html 

Klassikaal bespreken 

Stelling: 

Er moet een permanent vuurwerkverbod komen in Nederland. 

De helft van de klas is voor de andere tegen.

 

Regels: 

- je laat elkaar uitpraten 

- je gaat staan als je iets wil toevoegen 

Wat gaan we vandaag doen?

Opdracht 4 nakijken  

 

grammatica zinsdelen herhalen 

naamwoordelijk gezegde 

opdrachten maken 

Nakijken 

Opdracht 4 

bladzijde 43/44 

Aan de slag!

Maak opdracht 4 op bladzijde 45/46 

Werk voor jezelf. 

Tot het einde van de les de tijd. 

Klaar? Kijk alvast naar grammatica zinsdelen.

Grammatica zinsdelen 

Maak een samenvatting/mindmap (10 min.) van alle zinsdelen die we vorig jaar behandeld hebben. 

Je mag (op fluisterniveau) samenwerken. 

Kijk achterin je boek of op internet. 

(pv, ow, wg, lv, mv, bwb, vv)

zinsdelen 

persoonsvorm 

onderwerp 

werkwoordelijk gezegde 

lijdend voorwerp 

meewerkend voorwerp 

bijwoordelijke bepaling 

voorzetselvoorwerp 

Naamwoordelijk gezegde 

Zegt wat iemand is of wordt. 

Bestaat uit werkwoordelijk en naamwoordelijk deel. 

Huiswerk 

Maak opdracht 1 voor vrijdag. 

Wat gaan we vandaag doen?

- Korte test 

- nakijken huiswerk 

- opdrachten maken 

Het naamwoordelijk gezegde geeft een actie aan.

1. juist
2. onjuist

Als er een naamwoordelijk gezegde staat, heb je geen lijdend voorwerp.

1. juist
2. onjuist

Huiswerk nakijken 

Aan de slag! 

Maak opdracht 2 en 4 (blz. 59)

Dit is huiswerk voor volgende week 

Je mag op fluisterniveau overleggen met je buurman/buurvrouw. 

Klaar? Lees alvast de theorie van woordsoorten. 

Wat gaan we vandaag doen?

- even opfrissen

- behandelen grammatica woordsoorten

- aan de slag  

Een naamwoordelijk gezegde is altijd een...

1. actie
2. eigenschap

Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit:

1. alle werkwoorden
2. het nwd
3. alle werkwoorden + nwd

Er is altijd een lijdend voorwerp in een naamwoordelijk gezegde

1. juist
2. onjuist

Wat is hier het ng:

Met die nieuwe inrichting zal de woonkamer een stuk gezelliger worden.

Stappenplan ng:

stap 1: zoek de persoonsvorm 

stap 2: zoek het onderwerp 

stap 3: zoek alle andere werkwoorden in de zin

stap 4: stel jezelf de vraag: wat + ww + ow?

ng= alle werkwoorden + [nwd]

Koppelwerkwoord

- zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen. 

- staat altijd in een naamwoordelijk gezegde 

- overige werkwoorden zijn hulpwerkwoorden

Kenmerken 

- persoonsvorm is nooit een koppelwerkwoord, als er meerdere werkwoorden zijn

- het koppelwerkwoord staat meestal achterin de zin

Aan de slag!

Had je opdracht 2 en 4 van zinsdelen nog niet af? Maak dit eerst af. 

Werk daarna aan opdracht 1 + 2 op blz. 60. 

Je mag op fluisterniveau overleggen. 

Ben je klaar? Oefen extra op cambiumned.nl 

Bespreken opdracht 2 + 4

bladzijde 59

Wat gaan we vandaag doen?

- huiswerk nakijken 

- spelling (in groepjes werken) 

- opdrachten maken 

 

huiswerk nakijken 

Opdracht 

groepjes van ±5 

Kies een:

- groepsleider: leid de groep en presenteert 

- informatiezoeker: zoekt de juiste informatie op

- notulist: schrijft de juiste informatie op 

- vrede-bewaker: zorgt dat alles goed verloopt in de groep, wijst iedereen op zijn taken

- tijdbewaker: let op de tijd en geluidsniveau van de groep

 

Opdracht

Je gaat onderzoek doen naar een gegeven onderwerp. 

In 10 minuten maak je met elkaar een overzicht van de leerstof op een poster. 

Dit gaat de groepsleider kort (2 minuten) presenteren aan de klas. 

onderwerpen 

groep 1: persoonsvorm tegenwoordige tijd 

groep 2: persoonsvorm verleden tijd 

groep 3: voltooid deelwoord 

groep 4: onvoltooid deelwoord 

groep 5: deelwoord bijvoeglijk gebruikt 

groep 6: wanneer is het de persoonsvorm? 

Opdracht

Je gaat onderzoek doen naar een gegeven onderwerp met behulp van je boek en het internet. 

Maak met elkaar een overzicht van de leerstof op een poster.

 

Dit gaat de groepsleider kort (2 minuten) presenteren aan de klas. 

Leenwoorden 

Werkwoordspelling

Zelfde regels als bij andere werkwoorden 

Aan de slag! 

Maak opdracht 2, 3 en 4 op bladzijde 67. 

Werk voor jezelf (dus in stilte) 

Dit is huiswerk voor volgende week. 

Ben je klaar? Oefen extra op cambiumned.nl of maak een samenvatting van het hoofdstuk.