Zorgwetten quiz

Quiz zorgwetten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Quiz zorgwetten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wet BIG staat voor:
A
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
B
Wet op de betrokkenen in de individuele gezondheidszorg
C
Wet op de beoefenaren in de individuele gezondheidszorg

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan een WLZ indicatie aangevraagd worden?
A
Gemeente
B
Overheid
C
CIZ
D
Zorgverzekeraar

Slide 3 - Quizvraag

Centrum indicatiestelling zorg.
Indicatiestellen voor wet-langdurige zorg
Er wordt een zorgprofiel vastgesteld: hoe veel zorg heeft iemand nodig en welke zorg
Zorg wordt verleend intramuraal tenzij.....
Onvrijwillige zorg is volgens de wet:
A
Zorg die door de arts wordt opgelegd
B
Zorg waartegen de cliënt (of vertegenwoordiger) zich verzet
C
Zorg die door de vertegenwoordiger of familie wordt opgelegd

Slide 4 - Quizvraag

Verzet is het belangrijkste element uit de Wet zorg en dwang om te bepalen of iets onvrijwillige zorg is; dit is zorg waartegen een cliënt met dementie of met een verstandelijke beperking (of de vertegenwoordiger) zich verzet. Verzet van een cliënt kan verbaal of non-verbaal worden geuit. Dit betekent dat de zorgverlener de cliënt goed moet kennen om te kunnen zien of een cliënt iets wel of niet wil.
Een cliënt is heel erg vergeetachtig, maar niemand heeft vastgesteld dat er sprake is van een psychogeriatrische aandoening. Is de Wet zorg en dwang dan van toepassing?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Als er geen psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) is vastgesteld mogen er geen maatregelen genomen worden die de cliënt niet wil.
De Wet zorg en dwang is alleen van toepassing op cliënten met een gediagnosticeerde psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) of een verstandelijke beperking. Dit kan zijn vastgesteld door een ter zake deskundige arts of door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), dat een indicatiebesluit heeft genomen voor cliënten die aanspraak kunnen maken op zorg die valt onder de Wet langdurende zorg.
Wat wordt NIET geregeld vanuit de WMO?
A
Hulp in de huishouding.
B
Hulpmiddelen voor diabetes.
C
Boodschappenservice.
D
Vervoerservice.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je mag een opname terugluisteren van een gesprek tussen jou en een cliënt
A
Ja dat mag
B
Nee dat mag niet

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat regelt de WGBO?
A
Recht op informatie
B
Inzage dossier
C
Kosten van de zorg
D
Klachten

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie vallen onder de WVGGZ?
A
Mensen met een ernstige vorm van schizofrenie
B
Dementerenden.
C
Lichamelijke gehandicapten
D
Geestelijke gehandicapten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De WLZ is bedoeld voor mensen die 24 uurs zorg of verpleging nodig hebben
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Om zorg te kunnen krijgen in een verpleeghuis is een WLZ indicatie nodig
De Wet langdurige zorg (Wlz) is 1 januari 2015 ingevoerd
De Wlz is er voor zorgvragers die de hele dag intensieve zorg of toezicht nodig hebben, bijv. ouderen met vergevorderde dementie of zorgvragers met ernstige beperkingen.
De WLZ is alleen van toepassing als cliënten in een instelling wonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Hoe komt een zorgvrager in een verpleeghuis :
Wettelijke vertegenwoordigers van de cliënt vragen een indicatie aan voor de Wet langdurige zorg (Wlz) bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ)
CIZ checkt of iemand voldoet aan de voorwaarden voor de Wlz
Gegevens moeten worden ingeleverd (zorgverzekeraar, medische gegevens, etc)
Binnen 6 weken indicatiebesluit van CIZ per brief
CIZ indiceert het zorgprofiel dat het best past bij de cliënt
Onbegrepen gedrag van een cliënt komt altijd door psychische problemen van de cliënt, zoals slaapproblemen, angsten, wanen of een psychose.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Onbegrepen gedrag kan door veel dingen veroorzaakt worden. We noemen er een paar:
- Fysieke factoren: pijn, blaasontsteking, obstipatie, slikproblemen
- Psychische factoren: psychose, angststoornissen, wanen, slaapproblemen
- Omgevingsfactoren: gedrag van medebewoners, bouwkundige beperkingen (bijv. weinig bewegingsruimte, geen binnentuin), onrustige omgeving, bejegening
Het aantal klachten tegen verpleegkundigen bij de Regionale Tuchtcolleges voor de gezondheidszorg in Nederland ligt jaarlijks gemiddeld op:
A
Ongeveer 25 per jaar
B
ongeveer 50 per jaar
C
Ongeveer 150 per jaar
D
ongeveer 250 per jaar

Slide 13 - Quizvraag

Toelichting:
De laatste jaren worden gemiddeld zo’n 150 klachten tegen verpleegkundigen ingediend bij de Tuchtcolleges. Het totaal aantal klachten voor alle BIG-geregistreerde beroepsgroepen ligt op zo’n 1600 tot 1700 per jaar. De klachten tegen artsen nemen daar het belangrijkste aandeel in. Daarvan zijn de klachten tegen de groep huisartsen het grootst. Een huisarts heeft in zijn carrière 80% kans om met Tuchtrecht te maken te krijgen.
Hoe vaak moet volgens de Wet zorg en dwang een nieuwe maatregel geëvalueerd worden (niet toegepast in noodsituatie)?
A
Minimaal elke 2 weken
B
Minimaal elke 4 weken
C
In eerste instantie 3 maanden en daarna 6 maanden
D
Minimaal elk half jaar

Slide 14 - Quizvraag

Onvrijwillige zorg moet in eerste instantie minimaal elke 3 maanden geëvalueerd worden.
Bij een maatregel ter overbrugging van een noodsituatie moet zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 2 weken, geëvalueerd worden of deze maatregel al dan niet moet worden voortgezet.
Als de onvrijwillige zorg na het doorlopen van het stappenplan definitief is, dan moet het elke 6 maanden, tijdens de reguliere zorgplanbesprekingen, worden geëvalueerd.
Een BIG-geregistreerde zorgprofessional wordt geacht…
(kies het meest juiste antwoord)
A
zich te houden aan de normen en waarden van de Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden
B
de meest actuele protocollen te hanteren
C
De professionele beroepsstandaard te hanteren.

Slide 15 - Quizvraag

Toelichting:
Onder de professionele beroepsstandaard valt onder meer de relevante gezondheidszorgwetgeving, de tuchtrechtuitspraken, de Beroepscode, de beroepsprofielen en de Expertisegebieden, de richtlijnen en protocollen en zorgstandaarden. Maar ook de algemene zorgvuldigheidseisen en de ethische regels in ons vak en het transparant bijhouden van de vakkennis en handelingen (bij- en nascholing) Voor verpleegkundigen is hiervoor het Kwaliteitsregister V&V beschikbaar.
Een klacht bij het Tuchtcollege kan ingediend worden door:
A
Een cliënt of een rechtstreeks belanghebbende.
B
een rechtstreeks belanghebbende, de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd, een opdrachtgever, een werkgever of de zorgverzekeraar.
C
een cliënt, een rechtstreeks belanghebbende of de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd.

Slide 16 - Quizvraag

Toelichting:
De Wet BIG benoemt deze groep als klagers. Wie een rechtstreeks belanghebbende is, wordt door het Tuchtcollege bepaald. Dit kan dus ook een collega of mantelzorger zijn. Maar ook de zorgverzekeraar kan klagen over zelfstandig werkende verpleegkundigen die rechtstreeks declareren bij de zorgverzekeraar.
Welke maatregel die het Tuchtcollege oplegt is niet openbaar in te zien in het BIG-register?
A
Een berisping
B
Een waarschuwing
C
Een voorwaardelijke schorsing

Slide 17 - Quizvraag

Toelichting:
Alleen een waarschuwing wordt niet in het BIG-register opgenomen. Een waarschuwing is corrigerend van aard. Een berisping is een zwaardere maatregel dan een waarschuwing. Bij een berisping heeft men laakbaar (fout) gehandeld. Vanaf juni 2012 worden een berisping, een (voorwaardelijke) schorsing, een geldboete, een gedeeltelijke ontzegging van de beroepsuitoefening en een schrappen uit het BIG-register opgenomen in het BIG-register. Het staat openbaar op de website van het BIG-register aangegeven inclusief de reden van de maatregel. Bij een zwaardere maatregel: (voorwaardelijke) schorsing, gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid of schrappen uit het BIG-register heeft men vaak een ernstige overtreding begaan binnen de beroepsuitoefening en veelal heeft men de Beroepscode ernstig overschreden.
Wanneer mag je volgens de Wet zorg en dwang onvrijwillige zorg toepassen?
A
Als er 'ernstig nadeel' dreigt
B
Als de cliënt een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) heeft of een verstandelijke beperking
C
Als er geen andere oplossing is om 'ernstig nadeel' te bestrijden
D
Alle drie zijn een voorwaarde

Slide 18 - Quizvraag

Alle drie zijn een voorwaarde.
Volgens de Wet zorg en dwang mag je onvrijwillige zorg toepassen bij mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) of een verstandelijke beperking als er sprake is van ‘ernstig nadeel’ en er geen vrijwillige alternatieven te vinden zijn.
Onder ‘ernstig nadeel’ wordt het volgende verstaan:
- De cliënt brengt zichzelf of anderen in levensgevaar.
- De cliënt brengt ernstig lichamelijk letsel toe.
- De cliënt brengt ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade toe.
- Verwaarlozing of ‘maatschappelijk teloorgang van de cliënt of andere.
- De veiligheid van de cliënt wordt bedreigd.
- De cliënt roept met hinderlijk gedrag agressie van anderen op.
- De algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.
Hoeveel BIG-geregistreerde verpleegkundigen zijn er in de periode 2010 tot en met 2017 geschrapt uit het BIG-register en mogen hun beroep niet meer uitoefenen?
A
10
B
15
C
20
D
25

Slide 19 - Quizvraag

Toelichting:
Uit het BIG-register wordt je niet zomaar geschrapt door een Tuchtcollege. Deze zwaarste maatregel legt het Tuchtcollege vaak op wanneer een verpleegkundige vaak op zeer ernstige wijze de Beroepscode heeft overtreden. Denk hierbij aan mishandeling, seksueel misbruik of een liefdesrelatie/seksuele relatie aangaan met cliënten/patiënten/bewoners terwijl er nog een zorgrelatie is, kinderporno downloaden, of stelen van cliënten/patiënten/bewoners of de organisatie waar je werkt.
Is psychofarmaca onvrijwillige zorg?
A
Ja
B
nee
C
Soms wel/soms niet

Slide 20 - Quizvraag

Psychofarmaca is soms wel en soms niet onvrijwillige zorg.
Psychofarmaca zijn medicijnen die invloed hebben op het gedrag van mensen, en worden bijvoorbeeld gebruikt om mensen iets rustiger te maken of te kalmeren.
Psychofarmaca is onvrijwillige zorg indien een cliënt of vertegenwoordiger zich verzet.
Verzet is het belangrijkste element uit de Wet zorg en dwang om te bepalen of iets onvrijwillige zorg is. Dit is zorg waartegen een cliënt met dementie of met een verstandelijke beperking (of de vertegenwoordiger) zich verzet. Verzet van een cliënt kan verbaal of non-verbaal worden geuit. Dit betekent dat de zorgverlener de cliënt goed moet kennen om te kunnen zien of een cliënt iets wel of niet wil.
Psychofarmaca is geen onvrijwillige zorg, indien een cliënt of vertegenwoordiger zich niet verzet.
Belangrijk hierbij is dat het stappenplan altijd gevolgd moet worden bij het toedienen van gedragsmedicatie die buiten de richtlijn is voorgeschreven, bij wilsonbekwame cliënten. Deze vorm van zorg wordt zó ingrijpend gevonden, dat instemming van de cliëntvertegenwoordiger bij wilsonbekwame cliënten niet voldoende is. Ook als de wilsonbekwame cliënt of zijn vertegenwoordiger instemt met deze maatregelen, moet toch het stappenplan worden gevolgd.
Het ‘toedienen van gedragsmedicatie buiten de richtlijn’ betekent het toedienen van gedragsmedicatie zonder onderliggende diagnose. In de wet wordt hierbij verwezen naar de Richtlijn Probleemgedrag bij mensen met dementie (Verenso, 2018).
Om een tuchtklacht te voorkomen is het belangrijk om…
A
op je eigen handelen en gedrag te reflecteren met collega’s.
B
zorgvuldige en objectieve verslaglegging te doen volgens de richtlijn Verpleegkundige verslaglegging.
C
om goed te communiceren en de zorg dagelijks te evalueren.
D
alle antwoorden zijn belangrijk

Slide 21 - Quizvraag

Om een tuchtklacht te voorkomen is het belangrijk om…
- op je eigen handelen en gedrag te reflecteren met collega’s.
- zorgvuldige en objectieve verslaglegging te doen volgens de richtlijn Verpleegkundige verslaglegging.
- om goed te communiceren en de zorg dagelijks te evalueren.

Toelichting:
Het hoort bij je beroepsuitoefening dat je op je eigen handelen en gedrag weet te reflecteren met collega’s en andere zorgprofessionals. Maar ook zorgvuldige en objectieve verslaglegging volgens de richtlijn Verpleegkundige verslaglegging is van belang. En goede communicatie en afstemming met patiënt en diens naasten is essentieel en de zorg dagelijks evalueren kan klachten voorkomen. Verder is het belangrijk dat je je als verpleegkundige vooral houdt aan de professionele standaard die geldt binnen je eigen beroepsgroep en dat je je houdt aan de Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden.
(Alle antwoorden waren juist!)
Bij het toepassen van onvrijwillige zorg moet je een stappenplan doorlopen. Wat is de kern van het stappenplan?
A
Analyse van het gedrag en zoeken naar alternatieven
B
Multidisciplinair overleg
C
Registratie: vastleggen in zorg- of ondersteuningsplan
D
Alle zijn juist

Slide 22 - Quizvraag

De kern is: zorgvuldige besluitvorming, zoeken naar alternatieven, multidisciplinair overleg én registratie.
De Wet zorg en dwang gaat uit van een getrapt zorgmodel. Als het niet lukt om een vrijwillig alternatief te vinden, moet de zorgorganisatie een stappenplan doorlopen. Hierbij wordt de situatie goed geanalyseerd en worden mogelijke alternatieven in een multidisciplinair team bekeken. Het doel van het stappenplan is een zorgvuldige afweging en het voorkomen van onvrijwillige zorg. In het stappenplan zoeken zorgmedewerkers steeds naar alternatieve en minder ingrijpende maatregelen. Onvrijwillige zorg moet altijd vastgelegd worden in het zorg- of ondersteuningsplan om verantwoording af te leggen én de maatregel te kunnen evalueren.
Wanneer moet, bij een wilsonbekwame ter zake cliënt, altijd het stappenplan worden doorlopen, ook als de cliëntvertegenwoordiger van een wilsonbekwame cliënt het eens is met de zorg?
A
Toedienen van gedragsmedicatie buiten de richtlijn, beperking van bewegingsvrijheid en insluiting
B
Toedienen van gedragsmedicatie buiten de richtlijn, insluiting en onderzoek van woning op drank, drugs, gevaarlijke voorwerpen
C
Onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van woning op drank, drugs, gevaarlijke voorwerpen en beperking van vrijheid het eigen leven in te richten
D
Allen zijn onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Het stappenplan moet altijd gevolgd worden - bij een wilsonbekwame cliënt - bij
1) het toedienen van gedragsmedicatie die buiten de richtlijn is voorgeschreven
2) bij beperking van de bewegingsvrijheid en
3) bij insluiting.
Het ‘toedienen van gedragsmedicatie buiten de richtlijn’ betekent het toedienen van gedragsmedicatie zonder passende indicatie, effectevaluatie en tijdsduur inzet. In de wet wordt hierbij verwezen naar de Richtlijn Probleemgedrag bij mensen met dementie (Verenso, 2018).
Deze drie vormen van zorg worden zó ingrijpend gevonden, dat instemming van de cliëntvertegenwoordiger, bij een wilsonbekwame cliënt, niet voldoende is. Ook als de cliënt of zijn vertegenwoordiger instemt met deze maatregelen, moet toch het stappenplan worden gevolgd.
Waar staat de afkorting WGBO voor?
A
Wet op geestelijke behandelingsovereenkomst
B
Regelt de wetten en plichten voor langer termijn
C
Wet op geneeskundige behandelingsovereenkomst
D
Regelt de rechten en plichten voor kortere termijn

Slide 24 - Quizvraag

De Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) regelt de rechten en plichten van de patiënt. Zo staat in deze wet dat patiënten recht hebben op informatie en dat zij toestemming moeten geven voor een behandeling. Ook regelt de WGBO de privacy van de patiënt, het inzagerecht van patiënten in hun eigen medisch dossier en de vertegenwoordiging van patiënten als zij niet zelf kunnen beslissen. Daarnaast verplicht de WGBO zorgverleners om een medisch dossier bij te houden.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de WMO. Door ondersteuning aan te reiken aan mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn.

A
Juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Ondersteuning thuis vanuit de Wmo
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn. Het gaat bijvoorbeeld om:
begeleiding en dagbesteding;
ondersteuning om de mantelzorger tijdelijk te ontlasten;
een plaats in een beschermde woonomgeving voor mensen met een psychische stoornis;
opvang in geval van huiselijk geweld en mensen die dakloos zijn.
Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor het Wmo-loket. Veel gemeenten kiezen sociale wijkteams waar mensen terecht kunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies