2.4 communicatie

Verzorging
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Verzorging

Slide 1 - Tekstslide

bs 2.4 communicatie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
Ik kan uitleggen wat
  •  het verschil is in verbale- en non-verbale communicatie is
  • een vooroordeel is 

Slide 3 - Tekstslide

Verbaal 
Non-verbaal 

Slide 4 - Tekstslide



    Wat vind je van           deze jongen? 

Slide 5 - Tekstslide



   Wat vind je van          deze jongen?

Slide 6 - Tekstslide

Communicatiestoornis
Hoe?


Slecht luisteren 
Slecht horen
Andere cultuur
Lichaamstaal

Slide 7 - Tekstslide

  1. is bang voor spinnen
  2. woont in een luxe villa
  3. is gek op hamburgers
  4. heeft vaak driftbuien
  5. moest huilen toen een konijn doodging 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

gebarenspel

Slide 16 - Tekstslide

kleur
geur
geluid
gebaar

Slide 17 - Sleepvraag

zijn dit voorbeelden van communicatie met of zonder woorden?
communicatie met woorden
communicatie zonder woorden
een hartje met een pijl erdoor
een krantenbericht
een smiley in een appje
een sms bericht
een telefoongesprek

Slide 18 - Sleepvraag

Wie is aardig en wie niet?
aardig
niet aardig
weet het niet 

Slide 19 - Sleepvraag

Geef aan of het een vooroordeel is of niet:

Zigeuners stelen allemaal.
A
vooroordeel
B
geen vooroordeel

Slide 20 - Quizvraag

Geef aan of het een vooroordeel is of niet:

Buitenlanders zijn lui.
A
vooroordeel
B
geen vooroordeel

Slide 21 - Quizvraag

Geef aan of het een vooroordeel is of niet:

Buitenlanders komen uit een ander land.
A
vooroordeel
B
geen vooroordeel

Slide 22 - Quizvraag

Geef aan of het een vooroordeel is of niet:

Alle Polen drinken te veel.
A
vooroordeel
B
geen vooroordeel

Slide 23 - Quizvraag

Geef aan of het een vooroordeel is of niet:

Afrikanen hebben meestal een donkere huidskleur.
A
vooroordeel
B
geen vooroordeel

Slide 24 - Quizvraag

Geef aan of het een vooroordeel is of niet:

Voetbalsupporters zijn allemaal relschoppers.
A
vooroordeel
B
geen vooroordeel

Slide 25 - Quizvraag

opdrachten
maak de volgende opdrachten
19 t/m 25

Slide 26 - Tekstslide