klas 2 Latijn Gombert 7 mei 10.00-10.30

Latijn 2
les 7 mei ; geen huiswerk (24 april)  ingeleverd door: 
Sascha, Elize, Harm, Tomas, Mette, Dagmar, Emma, Oscar, Myrthe + de toets niet gemaakt door dezelfde mensen + Daniel (behalve Elize)
relativumtoets: door iedereen nog niet gemaakt, behalve door Lianne, Myrthe en Iris: doen, als oefening!!! staat bij: 2B; map les 24

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Latijn 2
les 7 mei ; geen huiswerk (24 april)  ingeleverd door: 
Sascha, Elize, Harm, Tomas, Mette, Dagmar, Emma, Oscar, Myrthe + de toets niet gemaakt door dezelfde mensen + Daniel (behalve Elize)
relativumtoets: door iedereen nog niet gemaakt, behalve door Lianne, Myrthe en Iris: doen, als oefening!!! staat bij: 2B; map les 24

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag: 
Bespreken van een aantal opdrachten van de afgelopen week (of liever, de week daar weer voor) en een aanwijzingen  voor volgende week

Slide 2 - Tekstslide

Welke onderwerpen hebben we
ook alweer behandeld vóór de vakantie?

Slide 3 - Woordweb

Toetsstof toetsweek eind van het schooljaar
- Woorden: 
van lessen 23, 24, 25
- Grammatica: 
vragende voornaamwoorden (les 22 en 23) , betrekkelijk voornaamwoord (les 24) en de A.c.I. (les 25 en 26)

(vorm: MC-toets)

Slide 4 - Tekstslide

Geef de betekenis van het volgende woord: primus
A
eerste
B
beste
C
eerder
D
laatste

Slide 5 - Quizvraag

Met welke naamval gaat het volgende woord? plenus
A
gen
B
acc
C
dat
D
abl

Slide 6 - Quizvraag

Geef de betekenis van het volgende woord: perpetuus
A
perplex
B
voortdurend
C
spoedig
D
inspannend

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de genitivus meervoud van het volgende woord? labor
A
laboris
B
labororum
C
labores
D
laborum

Slide 8 - Quizvraag

Geef de betekenis van het volgende woord: perficere
A
bijwerken
B
doden
C
storten
D
voltooien

Slide 9 - Quizvraag

Wat vind je ervan om kleding
met urine te wassen?

Slide 10 - Woordweb

 Fullonia
1. Stephanus fullo servis mandata dederat. Dum  
2. servi mandata prima perficiunt, dominus operis
3. progressum custodiebat. Stephanus vidit servos
4. vasa in via colligere et in aream portare. Audivit
5. servos vasa plena urinae in piscinam fulloniae
  fundere.

Slide 11 - Tekstslide

Na welke werkwoorden kun je een AcI verwachten?
A
dederat, perficiunt
B
vidit, audivit
C
custodiebat, audivit
D
portare, colligere

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord uit de rij is GEEN accusativus? mandata, progressum, servos, vasa, via, aream, piscinam
A
mandata
B
aream
C
vasa
D
via

Slide 13 - Quizvraag

Met welk Nederlands woord moet je bijzin beginnen om een AcI te vertalen?
A
die
B
welke
C
dat
D
als

Slide 14 - Quizvraag

tijdverhouding hoofdww. en ACI
Gelijktijdig!!!! de handeling van het hoofdww. en de infinitivus 
video servos fulloniam intrare= ik zie dat de slaven de vollerij binnengaan
 videbam/vidi servos fulloniam intrare = ik zag dat de slaven de vollerij binnengingen

Slide 15 - Tekstslide

dus hoe vertaal je?
videbamus dominum progressum ciustodire
A
wij zien dat de meester het proces bewaakt
B
wij zagen dat de meester het proces bewaakt
C
wij zagen dat de meester het proces bewaakte
D
wij zien dat de meester het provces bewaakte

Slide 16 - Quizvraag

dus hoe vertaal je?
Stephanus videbat servos vasa in via colligere.
A
Stephanus zag dat de slaven vaten op straat verzamelden.
B
Stephanus ziet dat de slaven vaten op straat verzamelden.
C
Stephanus zag dat de slaven vaten op straat verzamelen.
D
Stephanus zag dat de slaven vaten op straat verzameld hadden.

Slide 17 - Quizvraag

Let op bij deze week:
Maak de drillsteroefening over de A.c.I, EN kies bij het maken 5 zinnen uit deze oefening waarbij je het volgende moet doen:

a. Schrijf de zinnen die je gekozen hebt op.
b. Schrijf uit deze gekozen zinnen de A op van de A.c.I.
c. Schrijf uit deze gekozen zinnen de I op van de A.c.I.
d. Schrijf de vertaling van de 5 zinnen op.

Slide 18 - Tekstslide

Les van morgen:
Alleen aanwezig als er nog onderdelen ontbreken in de spullen die je hebt ingeleverd. 

Slide 19 - Tekstslide