TL Ecologie/Duurzaamheid basisstof 4 (Natuurbeheer)

Natuurbeheer
Thema 6 basisstof 4
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Natuurbeheer
Thema 6 basisstof 4

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Terugkijken naar vorige les
  2. Leerdoelen vandaag
  3. Uitleg basisstof 4: Natuurbeheer
  4. Maken opdrachten
  5. Klassikaal afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Begrippen
  1. populatie en populatie grootte
  2. Biologisch evenwicht
  3. Dieren werken samen/concurrentie
  4. Rangorde
  5. Symbiose
  6. Parasiet

Slide 3 - Tekstslide

Populatiegrootte
  • Aantal organismen in een populatie hangt van verschillende factoren af (biotisch en abiotisch).
  • Soms grote populatie en soms klein. 

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen
  1. populatie en populatie grootte
  2. Biologisch evenwicht
  3. Dieren werken samen/concurrentie
  4. Rangorde
  5. Symbiose
  6. Parasiet

Slide 5 - Tekstslide

de populatiegrootte schommelt elk jaar rondom een evenwichtswaarde
Biologisch evenwicht

Slide 6 - Tekstslide

Begrippen
  1. populatie en populatie grootte
  2. Biologisch evenwicht
  3. Dieren werken samen/concurrentie
  4. Rangorde
  5. Symbiose
  6. Parasiet

Slide 7 - Tekstslide

Symbiose
  • Individuen van verschillende soorten hebben een langdurige relatie met elkaar.
  • Beiden hebben voordeel!


Wie heeft de film Finding Dory gezien?

Slide 8 - Tekstslide

Begrippen
  1. populatie en populatie grootte
  2. Biologisch evenwicht
  3. Dieren werken samen/concurrentie
  4. Rangorde
  5. Symbiose
  6. Parasiet

Slide 9 - Tekstslide

Parasieten
  • Hierbij leeft een individu, de parasiet, op of in een individu van een andere soort, de
    gastheer.
  • Eén soort heeft voordeel, de ander een nadeel.

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt manieren noemen waarop de mens afhankelijk is 
  • Je kunt manieren noemen waarop mensen in Nederland de natuur beheren.

Slide 11 - Tekstslide

Waarvoor gebruiken
wij onze omgeving ?

Slide 12 - Woordweb

De mens en zijn omgeving
  • Mensen zijn afhankelijk van hun omgeving.
  • Mensen halen voedsel,
    water, zuurstof, grondstoffen en energie uit het milieu, en ze gebruiken de natuur voor recreatie.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

wat vind je van deze video?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Invloed van de mens
  • Door het uitputten van het milieu verdwijnen leefgebieden van dieren.
  • Diersoorten hebben weinig of geen gebied meer om te leven en worden bedreigd.  Ze kunnen zelfs uitsterven (zie volgende dia's).
  • De variatie in de natuur neemt zo ook af = weinig biodiversiteit.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wereldwijd zijn er nog maar 30.000 neushoorns

Slide 21 - Tekstslide

Stropen voor neushoornhoorn

Slide 22 - Tekstslide

Voor 49.000 dollar loop je tien dagen door de savanne van Zimbabwe, op zoek naar een mooie, grote leeuw. Om die dan vakkundig af te schieten en ermee op de foto te gaan.

Slide 23 - Tekstslide

Illegale jacht

Slide 24 - Tekstslide

Herintroductie
  • Zo proberen we dier- of plantensoorten terug te brengen in de natuur.
  • Bv. ooievaars, deze zijn nu niet meer bedreigd.
  • Ook Otters, Bevers en wisent en steur zijn terug in Nederland

Slide 25 - Tekstslide

Ooievaars
Door herintroductie is het aantal ooievaars in Nederland sterk toegenomen. Ooievaars vertrekken in augustus en september naar het zuiden, omdat hier dan minder voedsel is. In februari of maart komen ze weer terug. Ze zoeken dan een nest op een plek waar genoeg voedsel is.
Sommige mensen willen de ooievaars helpen en voeren de dieren.

Slide 26 - Tekstslide

Leg uit dat bijvoeren in februari en maart nadelig is voor de ooievaars.

Slide 27 - Open vraag

Leg uit dat bijvoeren in augustus en september nadelig is voor ooievaars.

Slide 28 - Open vraag

Natuurbeheer

Slide 29 - Tekstslide

Natuurbeheer

Slide 30 - Tekstslide

Welk soort beheer?
zaaien van bloemen langs akkers, zodat daar insecten kunnen leven
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 31 - Quizvraag

Welk soort beheer?
verbreden van rivieren om de kans op
overstroming te verkleinen
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 32 - Quizvraag

Welk soort beheer?
afschot van wilde zwijnen om schade aan landbouwgewassen te voorkomen (als dat op een andere manier niet lukt).
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 33 - Quizvraag

Welk soort beheer?
sluizen op een kier zetten waardoor een
natuurlijk overgangsgebied van zeewater en
rivierwater ontstaat.
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 34 - Quizvraag

Welk soort beheer?
kappen van bomen
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 35 - Quizvraag

Welk soort beheer?
poelen graven waarin amfibieën kunnen leven.
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 36 - Quizvraag

Welk soort beheer?
afschot van zieke herten om lijden te
voorkomen
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 37 - Quizvraag

Welk soort beheer?
oevers minder steil maken zodat water- en oeverplanten beter kunnen groeien
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 38 - Quizvraag

Waarvan zijn mensen afhankelijk van hun millieu/omgeving?

Slide 39 - Open vraag

Opdrachten 6.4
Opdrachten 1,2, 3 en 6, 7, en 8.

Klaar? Laat het weten.
We eindigen de les weer klassikaal in Teams

Slide 40 - Tekstslide

Leerdoelen check
  • Je kunt manieren noemen waarop de mens afhankelijk is van het milieu. 
  • Je kunt manieren noemen waarop mensen in Nederland de natuur
    beheren.

Slide 41 - Tekstslide