NN6 3 basis hoofdstuk 4 - lezen

Lezen hoofdstuk 4
Les 2:
Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Lezen hoofdstuk 4
Les 2:
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Spoorboekje
  • Inloggen LessonUp
  • Voorkennis
  • Uitleg en oefeningen
  • Aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Bij welk tekstverband horen
de volgende signaalwoorden:
ten eerste, ten tweede, om te beginnen,
ook (nog), verder, ten slotte, en.

Slide 3 - Woordweb

Bij welk tekstverband horen
de volgende signaalwoorden: t
egenover, maar, hoewel, echter,
toch, aan de ene kant
… aan de andere kant.

Slide 4 - Woordweb

Wat leer je deze les?
  • Je leert tekstverbanden herkennen. 
  • Je leert over de teksverbanden voorbeeld en oorzaak-gevolg.
  • Je leert de signaalwoorden herkennen bij de verschillende tekstverbanden.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom leer ik tekstverbanden herkennen?

In teksten hebben zinnen en alinea’s met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar. Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. Die woorden helpen je een tekst beter te begrijpen. Er zijn verschillende soorten verbanden.
In het vorige hoofdstuk leerde je over de tekstverbanden: opsomming en tegenstelling.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
  • Een voorbeeld herken je aan signaalwoorden zoals: bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere. Bijvoorbeeld:

Sommige mensen houden juist van actieve vakanties. Zo gaan steeds meer vakantiegangers fietsen, wintersporten, diepzeeduiken of bergbeklimmen.

Slide 7 - Tekstslide

oorzaak-gevolg
  • Een oorzaak – gevolg herken je aan signaalwoorden zoals: daardoor, doordat, de oorzaak hiervan is, waardoor, ten gevolge van. Bijvoorbeeld:

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
Oorzaak: brug open
Gevolg: Peter komt te laat.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Welk tekstverband herken je in de volgende zin:
Ten gevolge van kortsluiting ontstond er brand in het oude pand.
A
voorbeeld
B
oorzaak-gevolg

Slide 11 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in de volgende zin:
De brug stond open, daardoor kwam ik te laat op school.
A
voorbeeld
B
oorzaak-gevolg

Slide 12 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in de volgende zin:
Er zijn verschillende stages, zoals een snuffelstage of een oriënterende stage.
A
voorbeeld
B
oorzaak-gevolg

Slide 13 - Quizvraag

In Holland zijn er veel natuurgebieden. Neem nou het Drents Friesche Wold en de Hoge Veluwe
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak gevolg

Slide 14 - Quizvraag

De leerplichtambtenaar heeft naar mijn huis gebeld, waardoor ik nu huisarrest gekregen heb
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
oorzaak-gevolg

Slide 15 - Quizvraag

Ik vind wiskunde een moeilijk vak, toch blijf ik er wel mijn best voor doen.
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
oorzaak/gevolg

Slide 16 - Quizvraag

Er zijn heel veel mensen omgekomen ten gevolge van de hongersnood
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
oorzaak/gevolg

Slide 17 - Quizvraag

Techniek, Verzorging, en Groen zijn veel voorkomende praktijkrichtingen binnen het VMBO
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
oorzaak/gevolg

Slide 18 - Quizvraag

Aan de ene kant vind ik het fijn dat ik vroeg uit ben, aan de andere kant verveel ik me ook snel thuis
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstelling
D
oorzaak/gevolg

Slide 19 - Quizvraag

Wat heb je geleerd
  • Je herkent de verschillende tekstverbanden.
  • Je kent het verschil tussen de teksverbanden voorbeeld en oorzaak-gevolg.
  • Je herkent de signaalwoorden bij de verschillende tekstverbanden.

Slide 20 - Tekstslide