Blok 7 | week 2 | les 2

• Staal Spelling
• Basisschool
• Groep 6

Blok 7 | week 2 | les 2

Even lekker opfrissen

Lesdoel: leren schrijven van het garagewoord

Deze video is niet meer beschikbaar

Welke video was dit?

Uitleg garagewoord

Mijn vader hijst.

In welke tijd staat deze zin?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Noem eens 4 goede garagewoorden

De meeuwen vlogen over het strand.

In welke tijd staat deze zin?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Wij hebben fijn geknutseld.

In welke tijd staat deze zin?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

De hond heeft in zijn staart gebeten.

In welke tijd staat deze zin?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Mitchell blies op zijn hobo.

In welke tijd staat deze zin?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Jullie beginnen met de les.

In welke tijd staat deze zin?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Frits den Haan is dit najaar naar Amerika gevlogen.

Noem de persoonsvorm.

Frits den Haan is dit najaar naar Amerika gevlogen.

Noem het onderwerp.

Op de volgende slide staat het dictee van deze les. 

Veel succes! 

https:

Verder in je werkboek op blz. 41

• opdracht 1: schrijf het juiste garagewoord op
• opdracht 2: maak de rijen af
• opdracht 3: Omcirkel de goede categorieen en schrijf het juiste woord op. 

Digitaal oefenen

• Ga via zuluconnect naar STAAL spelling. Oefen daar bij blok 7, oefening 2 werkwoorden. 
• Maak ook de voorgaande oefeningen als je dat nog niet gedaan had. 
• Zorg dat je oefent totdat je resultaten groen zijn (80 % goed)