H3_02_II

• Economie
• Basisschool
• Groep 3

Omzet en brutowinst

Planning

• Terugblik:  huiswerkcheck
• Instructie: omzet en brutowinst
• Zelfstandig werken: huiswerkopdrachten maken
• Evaluatie: leerdoelen behaald?

Leerdoelen

• Berekeningen maken met omzet en brutowinst

Terugblik

Huiswerk was maken 3.1 t/m 3.3.

Is dat gelukt?

Nakijken met nakijkboekje.

Omzet (totale opbrengst)

De omzet is het bedrag in geld dat de verkoper ontvangt van de kopers. 

Dit bereken je door de verkoopprijs van het artikel maal het aantal artikelen te doen. Oftewel,

Omzet = prijs x hoeveelheid

Omzet = prijs x afzet

Samen lezen

Samen lezen § 3.2 blz 29. 

Opdracht 3.4

Inkoopwaarde en brutowinst

De omzet is het bedrag in geld wat de verkoper ontvangt van de kopers.

De inkoopwaarde van de omzet is het geld wat de verkoper kwijt is aan het inkopen van de goederen die nodig zijn om de artikelen te maken.

Brutowinst = omzet - inkoopwaarde van de omzet

Rekenen

Piet verkoopt 100 bakjes friet op een dag voor 3,- per stuk.

De inkoopwaarde voor de friet en de bakjes zijn in totaal 100,-. 

Bereken de brutowinst voor Piet.

Omzet

Inkoopwaarde - 

__________________

Brutowinst

Omzet = 100*3 = 300 euro

300-100 = 200 euro brutowinst

Samen lezen

Samen verder lezen blz 30 'verwachte brutowinst'.

Opdracht 3.5a

Opdracht 3.5b

Zelfstandig werken

Maak opdracht 3.4 t/m 3.6

Leerdoelen

• Berekeningen maken met omzet en brutowinst