H3 Migratie naar Nederland

Maatschappijkunde
Pluriforme samenleving
3.1 Migratie naar Nederland
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijkunde
Pluriforme samenleving
3.1 Migratie naar Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik vorige les
  • Leerdoelen
  • Waarom migreren mensen?
  • Opdrachten maken
  • Opdrachten nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Wat weet je er nog over?
We hadden het over culturele diversiteit
Vul in wat je nog weet!

Slide 3 - Tekstslide

Culturele diversiteit, wat weet je nog?

Slide 4 - Woordweb

Migratie naar Nederland
Leerdoelen
1. Waarom migreren mensen?
2. Waar komen de immigranten in Nederland vandaan? 
3. Welke immigranten worden in Nederland toegelaten en welke niet?

Slide 5 - Tekstslide

Immigratie gebeurt al eeuwen
  • Batavieren (uit het huidige Duitsland)

  • Spaanse en Portugese Joden en Franse protestanten 

  • Italië, België en Duitsland (armoede)

  • 1 miljoen Belgische vluchtelingen in WO1


Slide 6 - Tekstslide

Emigratie = ..........................

Immigratie = .......................

Slide 7 - Tekstslide

Politieke motieven
  • Oorlog en geweld

  • Mensen worden vervolgd vanwege:
verkeerde mening, homoseksualiteit, godsdienst

  • Onveilig (Syriërs, Afghanen)

  • Politieke vluchtelingen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Economische motieven
  • Werk en carrièremogelijkheden, grote armoede en werkloosheid       

  • Polen, Bulgaren Roemenen: tuinbouw en huizenbouw

  • Amerikanen, Japanners, Indiërs: grote bedrijven

  • Economische vluchtelingen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Sociale motieven
  • Gezinsvorming
.................

  • Gezinshereniging
.................

Slide 13 - Tekstslide

Welke drie motieven zijn er?
  • ......................... motieven
  • ......................... motieven
  • ......................... motieven

Slide 14 - Tekstslide

Kies een land uit waarbij de migratie naar Nederland tussen 1996
en 2015 is afgenomen, en kies een land waarbij de migratie naar
Nederland is toegenomen. Geef voor beide landen de reden voor de
afname en de toename.
Doe het zo: neem het onderstaande over en vul het antwoord aan
De migratie uit ... is sterk afgenomen, omdat ...
De migratie uit ... is sterk toegenomen, omdat ...

Slide 15 - Open vraag

Welk kenmerk van de pluriforme samenleving zorgt voor de meeste discussie? Leg uit.

Slide 16 - Open vraag

Opdrachten maken
3.1 Migratie naar Nederland
Vraag 13 (b hoeft niet) en vraag 15
Bladzijde 32 en 33

Slide 17 - Tekstslide

Pluriforme samenleving

Samenleven betekent integreren.
H4

Slide 18 - Tekstslide

Terugblik vorige les

Slide 19 - Tekstslide

Welke begrippen heb je onthouden van de vorige les?

Slide 20 - Woordweb

3 redenen voor migratie, benoem ze

Slide 21 - Open vraag

Leerdoelen
- Ik kan alle begrippen uitleggen
- Ik kan de drie manieren van samenleven benoemen en uitleggen
- Ik kan van elke manier van samenleven een voorbeeld geven

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik kan alle begrippen uitleggen
- Ik kan de drie manieren van samenleven benoemen en uitleggen
- Ik kan van elke manier van samenleven een voorbeeld geven

Slide 23 - Tekstslide

Op welke manieren kunnen groepen samen in een land leven?
1. segregatie
2. assimilatie
3. integratie

Slide 24 - Tekstslide

Segregatie
Als groepen in een land helemaal gescheiden van elkaar leven, noemen we dat segregatie. De groepen hebben dan hun eigen wijken, winkels, scholen, enzovoorts.

Vroeger bestond er (gedwongen) segregatie in Amerika en Zuid-Afrika.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Assimilatie
Het tegenovergestelde van segregatie is assimilatie. Dit betekent dat een bevolkingsgroep zich helemaal aanpast aan de dominantie cultuur, zodat de eigen cultuur (bijna) verdwijnt. Assimilatie gebeurt gedwongen.
Vroeger bestond er  assimilatie in Canada. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Tekstslide

Integratie
Integreren betekent dat mensen zich gedeeltelijk aanpassen aan de dominante cultuur, terwijl ze hun eigen cultuurkenmerken mogen houden.
Integratie kan niet van één kant komen. Als nieuwkomers moeten integreren, moet de samenleving er ook open voor staan. Er is dus sprake van wederzijdse aanpassing: mensen nemen delen van elkaars cultuur over. 

Slide 32 - Tekstslide

Problemen met integratie
De verschillen in culturen kunnen ook voor problemen zorgen. Mensen hebben andere waarden en normen en deze kunnen met elkaar botsen.

Slide 33 - Tekstslide

Protectionisten

Ze zijn bang voor het verlies van de eigen dominante cultuur

Oplossing: stoppen van migratie, uit de EU
Internationalisten

Vinden dat migratie bij deze wereld hoort en niet te stoppen is

Opvangen van immigranten, leren omgaan met verschillen en blijven samenwerken

Slide 34 - Tekstslide

Opdrachten maken!
Maak deze les de opdrachten van hoofdstuk 3 af.
Ben je klaar? Verder met 4.
Wat niet af is, is huiswerk.

Slide 35 - Tekstslide

Welkom terug!

Slide 36 - Tekstslide