Thema 4 par 5

Thema 4: Relaties en seksualiteit






Basisstof 5: relaties
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 4: Relaties en seksualiteit






Basisstof 5: relaties

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Thema 4 basisstof 4+6 bespreken
Thema 4 basisstof 5
Vragen beantwoorden
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk 21-3-2022
Leren en maken thema 4 basisstof 4+6

(print / blz. 82 voorpakken)




Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 17 blz. 82

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 18 blz 82

Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf 5
Relaties

Slide 6 - Tekstslide

Doel 4.5: Relaties
  • Je kunt twee soorten relaties omschrijven. 
  • Je kunt enkele kenmerken noemen van een goede persoonlijke relatie.
  • Je kunt beschrijven op welke manier seksualiteit een rol kan spelen in je leven.
  • Je kunt verschillende seksuele voorkeuren noemen.
  • Je kunt verschillende vormen van seksueel geweld beschrijven.

Slide 7 - Tekstslide

Soorten relaties
Persoonlijke relaties   -    Zakelijke relaties
I                                                           I
gevoelens                                   werk / geld

Slide 8 - Tekstslide

Seksualiteit
heeft te maken met alles wat je voelt en doet met je eigen lichaam en dat van een ander.

Vaak speelt het een rol in een speciale relatie.

Hand in hand lopen - knuffelen - zoenen - vrijen

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer begin je aan seks?
* Als je er zelf klaar voor bent.
* Je hebt er zin in en je vindt het fijn.
* Je vindt de persoon met wie je seks gaat hebben, leuk.
* Je vertrouwt de persoon waar je seks mee gaat hebben. 

Slide 10 - Tekstslide

Seksuele voorkeuren
heteroseksueel (= ongelijk)
homoseksueel (= gelijk)
biseksueel (= beide)

lesbisch

Slide 11 - Tekstslide

LHBTIQAPC
Lesbisch: Een vrouw die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot vrouwen
Homoseksueel: Een man die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot mannen
Biseksueel: Een man of vrouw die zich zowel emotioneel als fysiek aangetrokken voelt tot zowel mannen als vrouwen
Transgender: parapluterm voor mensen die zich niet identificeren met het bij geboorte toegekende geslacht
Intersekse conditie: een parapluterm voor aangeboren condities waarbij het geslacht verschilt van wat medici als norm beschouwen voor mannen- en vrouwenlichamen. Er zijn veel verschillende intersekse-condities
Queer: Mensen die hun seksuele voorkeur liever niet in een hokje plaatsen. Iemand die queer is wil zich dus liever niet identificeren als lesbisch, hetero, biseksueel of panseksueel
Aseksueel: Mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen of aromantisch zijn (zich tot niemand romantisch aangetrokken voelen)
Panseksueel: Mensen die zich aangetrokken voelen tot alle genderidentiteiten en biologische geslachten. Ze vallen dus niet op geslacht, maar op het karakter of de persoonlijkheid van de ander
Cisgender: Mensen bij wie het geboortegeslacht overeenkomt met de ervaren genderidentiteit

Slide 12 - Tekstslide

Goede relatie
 Kenmerken van een goede persoonlijke relatie:
– Je kunt elkaar vertrouwen.
– Je voelt je bij elkaar op je gemak (veilig).
– Je kunt je gevoelens met elkaar bespreken.

Slide 13 - Tekstslide

Gezonde relatie

vertrouwen
alles bespreekbaar
beide vinden het fijn
je kunt en durft grenzen 
                                 aan te geven
Ongezonde relatie

je wilt iets niet
iemand gaat over je grenzen
dwang 
angstig

Ongewenste intimiteiten
Aanranding
Verkrachting

Slide 14 - Tekstslide

Seksueel geweld
ongewenste intimiteiten
aanranding
verkrachting
incest
loverboy
hulp

Slide 15 - Tekstslide

Doel 4.5: Relaties
  • Je kunt twee soorten relaties omschrijven. 
  • Je kunt enkele kenmerken noemen van een goede persoonlijke relatie.
  • Je kunt beschrijven op welke manier seksualiteit een rol kan spelen in je leven.
  • Je kunt verschillende seksuele voorkeuren noemen.
  • Je kunt verschillende vormen van seksueel geweld beschrijven.

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk 28-3-2022
Leren en maken thema 4 basisstof 5
Werkboek: Opdracht 20 + 22

Kijk ook eens rond op de website:



Slide 17 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 18 - Tekstslide