3GM Industriele Samenleving Orientatie
1 / 13
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet jij eigenlijk nog van
de Industriële Revolutie?
de Industriële Revolutie?
Slide 2 - Woordweb
Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie
Slide 3 - Quizvraag
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 5 - Quizvraag
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 6 - Quizvraag
Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten
Slide 7 - Quizvraag
Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1740, sneller weven?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het weefgetouw
Slide 8 - Quizvraag
In welke beroepen begon de Industriele revolutie?
A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel
Slide 9 - Quizvraag
Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1760 sneller spinnen?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het spinnewiel
Slide 10 - Quizvraag
Is er sprake van verandering of continuïteit?
Veel mensen waren arm
Veel mensen waren arm
A
Verandering
B
Continuïteit
Slide 11 - Quizvraag
Is er sprake van verandering of continuïteit?
De fabrieken waren heel groot
De fabrieken waren heel groot
A
Verandering
B
Continuïteit
Slide 12 - Quizvraag
Is er sprake van verandering of continuïteit?
In de fabrieken werkten veel arbeiders
In de fabrieken werkten veel arbeiders
A
Verandering
B
Continuïteit
