(foutieve) samentrekking

Welkom 3v1
- Feedback gedichten Beeldspraak
-Nakijken zinnen ontleden
- Boekenclub
- Kiezen van film (boekverfilming)
- Film kijken
Vandaag ontvang je de feedback op je gedicht.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3v1
- Feedback gedichten Beeldspraak
-Nakijken zinnen ontleden
- Boekenclub
- Kiezen van film (boekverfilming)
- Film kijken
Vandaag ontvang je de feedback op je gedicht.

Slide 1 - Tekstslide

Boekenclub

Perspectief
• Denk je dat dit perspectief je een realistisch beeld van de situatie geeft?
• Kun je je door het perspectief goed inleven of verplaatsen in de hoofdpersoon?
• Hoe zou jij op de hoofdpersoon of de beschreven situatie reageren vanuit jouw perspectief?
• In hoeverre verschilt jouw perspectief op het verhaal van die van de hoofdpersoon?


Laat iedereen om beurten antwoord geven. Noteer het groepsantwoord op jullie blad.
Lees verder :)

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken stencil

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 4
Test  jezelf. 
Maak de opdracht
Kijk hem na
Geef jezelf een cijfer

Slide 4 - Tekstslide

Kan je nu ook samengestelde zinnen ontleden?


Opdracht op los blad. 
Overleggen/ elkaar helpen mag!

Slide 5 - Tekstslide

Enquête over het vak Nederlands


Klaar?
Lezen in je leesboek.


Maandag 4/6 deel van je boek uit hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 2 blz. 35
  OW  KWW                                   OW  HWW
Joep was niet zo lekker en Joep was daarom na het derde uur naar huis gegaan.
(koppelwerkwoord hoort bij het naamwoordelijk gezegde)
(hulpwerkwoord hoort bij het werkwoordelijk gezegde)
Joep mag in de tweede zin wel weg

Slide 7 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
Het naamwoordelijk gezegde geeft altijd aan dat iets of iemand iets is
= altijd met koppelwerkwoord: zijn worden blijven lijken...


Hij is gek

Hij doet gek

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 2 blz. 35
                       HWW                                                      ZWW
De judoka had al diverse behandelingen ondergaan, maar de 
               ZWW
judoka had nog steeds veel pijn aan zijn knie.

 (De woordgroep de judoka mag je wel weglaten, want die heeft beide keren dezelfde vorm, functie en betekenis.)

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 2 blz. 35
                             LV                                                            MV
Mireille heeft haar vriendin gefeliciteerd en haar vriendin ook 
LV
een cadeautje gegeven.

(Mireille heeft mag wel samengetrokken worden want die heeft beide keren dezelfde vorm, functie en betekenis.)

Slide 10 - Tekstslide

Maken in tweetallen:
Opdracht 3 en 4 blz. 35

Lezen in je leesboek!!! (laatste 10 minuten)

Slide 11 - Tekstslide

Boekenclub

• Voor welk personage voel je de meeste of juist de minste sympathie?
• Met welk personage zou je wel bevriend willen zijn?
• Herken je jezelf of iemand uit je omgeving in een van de personages?



Laat iedereen om beurten antwoord geven. Noteer het groepsantwoord op jullie blad.
Lees verder :)

Slide 12 - Tekstslide

Blz. 34
  1. Maken: startopdracht
  2. Lezen: theorie
  3. Maken: begrijpelijk stappenplan om samentrekkingen te controleren. In je schrift of op een los blaadje.
  4. Test je stappenplan: maak opdracht 1

Slide 13 - Tekstslide

1 Hier wordt een nieuw sportveld aangelegd en worden enkele kleedkamers geplaatst. (getal)

Slide 14 - Tekstslide

2 Max keek naar een leuk meisje en keek daardoor niet goed uit bij het oversteken. (betekenis--> kijken, uitkijken)

Slide 15 - Tekstslide

3 De maand augustus is vaak heet en de maand augustus brengen Italianen graag door aan de kust. (functie)

OW                                                                           BWB                                                        OW
De maand augustus is vaak heet en de maand augustus  brengen  Italianen graag door aan de kust.


Huiswerk 24 januari : opdracht 2 blz. 35

Slide 16 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2
a Leest je zus uit 4 havo eigenlijk liever jeugd- of volwassenliteratuur?
woordniveau; achterwaarts
b Janine ontwerpt (-) en Martin plaatst koelsystemen.
zinsniveau; achterwaarts
c Gebruikt u altijd katoenen (-) of papieren zakdoekjes?
woordgroepniveau; achterwaarts;
   Gebruikt u altijd katoenen zakdoekjes of papieren (-)?
woordgroepniveau; voorwaarts
d Mevrouw Mayer geeft in het buurtcentrum kooklessen en -cursussen.
woordniveau; voorwaarts
e De overvaller mishandelde zijn slachtoffer en (-) beroofde hem.
zinsniveau; voorwaarts
f Ik spaar al jaren cartoons (-) en strips uit het buitenland.
woordgroepniveau; achterwaarts

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 3
a Mijn zus Miriam lust wel vla, maar mijn zus Miriam houdt niet van yoghurt en rijstebrij.
zinsniveau; voorwaarts
b De wegblokkades door de Franse vrachtwagenchauffeurs kosten zuivelproducenten en zuiveltransporteurs een lieve duit.
woordniveau; voorwaarts
c Niet alleen de oude, vervuilende dieselauto’s maar ook de veel schonere, moderne dieselauto’s wil de gemeente uit het stadcentrum weren.
woordgroepniveau; achterwaarts
d Hondentrimmers moeten zowel kortharige als langharige honden kunnen knippen.
woordniveau; achterwaarts
e Verkoopt u ook oude langspeelplaten of heeft u alleen nieuwe langspeelplaten?
woordgroepniveau; voorwaarts
f Joris bestelde onze kaartjes voor het concert van Kensington en hij betaalde onze kaartjes voor het concert van Kensington.
zinsniveau; achterwaarts

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 4 
zin 1

Slide 19 - Tekstslide

Onze geschiedenisdocent verzamelt oude spotprenten uit Duitsland en onze geschiedenisdocent (1) verkoopt recente spotprenten (2) uit de VS.
(1) zinsniveau; voorwaarts (het ow is samengetrokken)
(2) woordgroepniveau; voorwaarts (een deel van het lv is samengetrokken)

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 4 
zin 2

Slide 21 - Tekstslide

In een circus zie je meer Indische olifanten (1) dan Afrikaanse olifanten, maar er zijn zowel circusdromedarissen als circuskamelen (2).
(1) woordgroepniveau; achterwaarts
(2) woordniveau; voorwaarts

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 4 
zin 3

Slide 23 - Tekstslide

Onder welk ministerie vallen zowel de landbouw (1) en tuinbouw als de kwaliteit van voedsel en de kwaliteit van (2) waren?
(1) woordniveau; achterwaarts
(2) woordgroepniveau; voorwaarts

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 4 
zin 4

Slide 25 - Tekstslide

Maartje gaat geneeskunde studeren in Groningen of Maartje (1) gaat (2) een jaar backpacken in Australië.
(1) zinsniveau; voorwaarts
(2) woordgroepniveau; voorwaarts (de pv is deel van het wg)

Slide 26 - Tekstslide

Geef jezelf een cijfer
Nagekeken werk inleveren


Lezen in Leesboek

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een correcte samentrekking?

Je kunt in samengestelde zinnen ook vaak 
een of meerdere zinsdelen weglaten. 
Je doet dit weer om je tekst zo kort en helder 
mogelijk te maken. 
Wil je dat deze zinnen goed lopen, dan zorg
je ervoor dat het samengetrokken deel in
 beide delen dezelfde vorm, betekenis, functie en plaats zou hebben.

Slide 28 - Tekstslide

Wat is een foutieve samentrekking
Als de vorm niet klopt
*Gisteren heeft hij gewonnen en morgen zal hij weer.
De vorm die je zou willen invullen is 'winnen' niet 'gewonnen'.
Als de betekenis niet klopt
*Ik liet mijn hond uit en mijn oma binnen.
Uitlaten en binnenlaten zijn twee verschillende betekenissen.
Als de functie niet klopt (grammaticale functie)
*Hij is ziek en toch gaan werken.
'is' = in deel 1 koppelwerkwoord van een naamwoordelijk gezegde (is ziek) en zou in deel 2 hulpwerkwoord in een werkwoordelijk gezegde zijn (is gaan werken).




Slide 29 - Tekstslide

Nóg een voorbeeld van een foutieve samentrekking:
Regel 4: De plaats van de weggelaten woorden ten opzichte van de persoonsvorm is hetzelfde.
*“Ik wil je niet meer zien!”, zei hij en liep naar huis.

In het eerste deel van zin staat HIJ achter de persoonsvorm, maar in het tweede deel hoort HIJ  ervoor. Als in het eerste deel de volgorde van persoonsvorm en onderwerp wordt omgedraaid, is het correct

Slide 30 - Tekstslide

Nóg een voorbeeld van een foutieve samentrekking:
Regel 4: De plaats van de weggelaten woorden ten opzichte van de persoonsvorm is hetzelfde.
*Graag nodigen wij u uit voor de feestelijke opening van onze showroom en hopen (...) dat u aanwezig zult zijn.
Wij nodigen u graag uit voor de feestelijke opening van onze showroom en (…) hopen dat u aanwezig zult zijn.
In het eerste deel van zin staat wij achter de persoonsvorm, maar in het tweede deel hoort wij ervoor. Als in het eerste deel de volgorde van persoonsvorm en onderwerp wordt omgedraaid, is de samentrekking wel correct

Slide 31 - Tekstslide