Herhaling H5

-In deze les kun je de belangrijkste punten nog eens doornemen. 
-Er worden ook oefenvragen gesteld doe je kunt maken. 
-Uiteraard is het belangrijk om ook nog te leren uit je boek.
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

-In deze les kun je de belangrijkste punten nog eens doornemen. 
-Er worden ook oefenvragen gesteld doe je kunt maken. 
-Uiteraard is het belangrijk om ook nog te leren uit je boek.

Slide 1 - Tekstslide

Volgende dia 's gaan over: 1.1 Land en zee Europa

Slide 2 - Tekstslide

Reliëf
Relief = hoogteverschillen in landschap

Europa kent veel hoogteverschillen in zijn landschap

Slide 3 - Tekstslide

2) Ik weet wat laagland, heuvelland, middelgebergten en hooggebergten is
Laagland: heuvels minder dan 200 m hoog
Heuvelland: tussen de 200 m en 500 m hoog
Middelgebergten: tussen de 500 m  en 1500 m hoog
Hooggebergten: meer dan 1500 m hoog

Slide 4 - Tekstslide

Zeewind = Aanlandige wind,   
                westenwind in NL

  • zeewater warmt langzaam op, de wind is koel. In de zomer is het daarom koeler aan zee.
  • zeewater koelt langzaam af, de wind brengt warme lucht. In de winter is het warmer aan zee.

Slide 5 - Tekstslide

Landwind = Aflandige wind
  • Wind van land naar zee is koud, land koelt sneller af dan water.
  • In de zomer is het bij aflandige wind (oostenwind) warm. 
  • In de winter bij aflandige wind (oostenwind) koud.

Slide 6 - Tekstslide

zeeklimaat en landklimaat
De zee is van invloed op de temperatuur en op het klimaat in Europa!

In de volgende dia's wordt uitgelegd waarom:

Slide 7 - Tekstslide

Landklimaat:
- hoe verder landinwaarts hoe kleiner de invloed van zee
- de zomers zijn warm en de winters zijn koud

Slide 8 - Tekstslide

zeeklimaat:
- In gebieden langs de kust zijn de zomers koel en de winters zacht
- In elk seizoen valt er regen omdat de wind van zee vochtig is

Slide 9 - Tekstslide

Volgende dia's gaan over: 1.2 Europa van Noord naar Zuid

Slide 10 - Tekstslide

Klimaat is van invloed op plantengroei! Rondom de Middellandse zee (bv Spanje, Frankrijk) groeien andere planten en bomen dan bv in Nederland.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Middellandse zee klimaat

  • Zomers warm 
  • Winters warm 
  • Weinig neerslag 
  • Planten zijn aangepast aan droogte en warmte

Slide 14 - Tekstslide

Toendra klimaat
  • In de zomers gemiddeld kouder dan 10 graden Celsius.  
  • Geen bomen, alleen wat mos. 
  • Gebied groot deel van het jaar bevroren.

Slide 15 - Tekstslide

Sneeuwklimaat
  • Hele jaar onder de 0 graden Celsius.
  • Sneeuw en ijs.

Slide 16 - Tekstslide

De volgende dia's gaan over: 1.3 De bergen in.

Slide 17 - Tekstslide

Hoogtegordels
Boven de 2000 meter vind je geen bomen meer

temperatuur daalt met 6 graden per 1000 meter

Slide 18 - Tekstslide

Hoogtegordels
  1. Loofboomgordel = 0-1000m
  2. Naaldboomgordel =1000-2000m
  3. Alpenweides = 2000-2500m
  4. Rotsgordel = 2500-3500m
  5. Eeuwige sneeuw >4000m

Slide 19 - Tekstslide

Hooggebergteklimaat
  • In de zomer niet warmer dan 10 graden.
  • Winters duren lang.
  • Sneeuw dat niet helemaal weg smelt wordt een gletsjer.

Slide 20 - Tekstslide

Loefzijde
Kenmerk: 
- Wolken moeten stijgen, omdat ze over de berg willen. 
Hierdoor gaat het hier veel regenen.

Lijzijde / regenschaduw
Kenmerk: 
- Heel droog, omdat al de neerslag al aan de loefzijde is gevallen.
- Hier zie je vaak droge klimaten, zoals woestijnen of steppen.
- De droge kant van de berg ligt in de regenschaduw.

Lij = blij (geen regen!)

Slide 21 - Tekstslide

Loefzijde: - regenkant en dus de natte kant van de berg
Lijzijde: lucht daalt, veel droger 

Slide 22 - Tekstslide

De volgende dia's gaan over: 1.4 Een ingericht Europa

Slide 23 - Tekstslide

Het klimaat is de baas
Het klimaat bepaald waar wij mensen kunnen wonen of juist niet.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Hoog in de bergen
In de zomer worden skipistes hier vaak gebruikt als wandelroutes. 

Het hooggebergtenklimaat is het te koud voor akker- & tuinbouw, hierdoor is enkel veeteelt mogelijk.
Toerisme
In de zomer is het mooi om hier in het hooggebergte te wandelen.

Slide 26 - Tekstslide

landbouw= produceren van voedsel door gewassen te verbouwen en houden van dieren
akkerbouw= vorm van landbouw waar gewassen op akkers wordt verbouwd
tuinbouw= vorm van landbouw waar fruit of bloemen wordt gekweekt
bosbouw= vorm van landbouw waar bomen worden gekweekt voor productie hout

Slide 27 - Tekstslide

Nu volgen  een aantal oefenvragen die je kunt maken. Probeer deze zonder te spieken in je boek te maken. Maak je een fout dan kun je dit opzoeken in je boek

Slide 28 - Tekstslide

Wat is relief?
A
hoogteverschillen
B
bergtoppen
C
zeespiegel
D
heuvels

Slide 29 - Quizvraag

zeeklimaat is?
A
koude winters en zachte zomers
B
koude zomers en koude winters
C
zomers koel en winters zacht

Slide 30 - Quizvraag

Wat is landklimaat?
A
zomers zijn warm en winters zijn koud
B
zomers zijn koel en winters zijn zacht
C
winters zijn warm en zomers zijn warm

Slide 31 - Quizvraag

Naaldboomgordel
Loofboomgordel
Toendra

Slide 32 - Sleepvraag

Noem 3 landen waarin een middellands zeeklimaat heerst:

Slide 33 - Open vraag

Wat zijn de kenmerken van een sneeuwklimaat?

Slide 34 - Open vraag

Wat zijn de kenmerken van een toendraklimaat?

Slide 35 - Open vraag

Welke kenmerken horen bij middellands zeeklimaat?
A
zomers en winters koud, veel neerslag, loofbomen
B
zomers en winters warm, weinig neerslag, groei palmbomen
C
zomers warm, winters koud, veel neerslag, groei naaldbomen

Slide 36 - Quizvraag

In welk gebied is het te koud, dat er geen bomen kunnen groeien?
A
Toendra
B
Taiga
C
Middellandse zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 37 - Quizvraag

Met hoeveel graden neemt de temperatuur per 1000m af?
A
10 graden
B
12 graden
C
6 graden
D
8 graden

Slide 38 - Quizvraag

Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweiden
rotsgordel
eeuwige sneeuw

Slide 39 - Sleepvraag

Hoe rechter de zonnestraal op het aardoppervlak komt, hoe ... het gebied.
A
Warmer
B
Kouder
C
Gematigder
D
Stabieler

Slide 40 - Quizvraag

Wat hoort bij elkaar?
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweide
rotsgordel
eeuwige sneeuw
0 - 1000 meter
1000 - 2000 meter
2000 - 2500 meter
2500 - 3500 meter
3500 - hoger

Slide 41 - Sleepvraag

Leer ook nog zelf uit je boek. Je moet bijvoorbeeld de verschillende klimaten kennen die we hebben behandeld.

SUCCES!!!!

Slide 42 - Tekstslide