AK kgt 5.3 De Bergen In

Bergen
§3 De bergen in
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bergen
§3 De bergen in

Slide 1 - Tekstslide

H5P3 :  De bergen in
Ik ken de verschillende klimaten, namelijk Middellands zeeklimaat, zeeklimaat, landklimaat en toendraklimaat; en leer de kenmerken daarvan 
ik ken de kenmerken van hooggebergten
Ik weet wat een hoogtegordel is en kan de verschillen omschrijven
Ik kan het proces van stuwingsregen en een regenschaduw uitleggen
Lesboek bladzijde 76 en 77
Aardrijkskunde
mei 2020
Lesboek bladzijde 76 en 77
Werkboek bladzijde 12 en 13
Opdracht 1 tot en met 7
Lesboek bladzijde 76 en 77
Werkboek bladzijde 12 en 13
Opdracht 1 tot en met 7

Slide 2 - Tekstslide

Vegetatie is...

Slide 3 - Woordweb

Wat behoort bij de vegetatie van een gebied met een middellandse zeeklimaat
A
Naaldbomen
B
Woudreuzen
C
Cactussen
D
Palmbomen

Slide 4 - Quizvraag

Nederland heeft een zeeklimaat.
In een zeeklimaat...
A
Regent het drie maanden per jaar
B
Regent het het hele jaar
C
Regent het 6 maanden per jaar
D
Regent het 11 maanden van het jaar

Slide 5 - Quizvraag

Extreem warme zomers en koude winters is een kenmerk van een
A
Zeeklimaat
B
Middellandse zeeklimaat
C
Landklimaat
D
Hooggebergteklimaat

Slide 6 - Quizvraag

In welk gebied is het te koud, dat er geen bomen kunnen groeien?
A
Toendra
B
Taiga
C
Middellandse zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Hoe rechter de zonnestraal op het aardoppervlak komt, hoe ... het gebied.
A
Warmer
B
Kouder
C
Gematigder
D
Stabieler

Slide 9 - Quizvraag

Alpen
Alpen
De Alpen is een van de hooggebergten (> 1500 meter) die we hebben in Europa, het gebergte ligt in de volgende landen: Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk en Italië.

Op de foto rechts zie je verschillende lijnen (rode, zwarte) op het gebergte lopen, wat zullen die lijnen betekenen?
Klik hier als laatst op
De rode en zwarte lijnen, staan voor skiliften en skipistes! 

Slide 10 - Tekstslide

Temperatuur en hoogte
  • Hoog in de bergen is het kouder dan in het dal.

  • Per 1000 meter daalt de lucht met 6 graden.
Als het bijvoorbeeld 20 graden in het dal is, en je 1000 meter omhoog gaat, hoe warm is het dan?

  • Hooggebergteklimaat = hooggebergte waar de temperatuur nooit boven de 10 graden uitkomt. Hier ontstaan bijvoorbeeld gletsjers (een ijsmassa die naar beneden schuift).

Het dal is het gebied aan de voet (onderkant) van de berg.
Het is dan 14 graden, 1000 meter hoger.
Gletsjer

Slide 11 - Tekstslide

Met hoeveel graden neemt de temperatuur per 1000m af?
A
10 graden
B
12 graden
C
6 graden
D
8 graden

Slide 12 - Quizvraag

Hoogtegordels
Hoogtegordels zijn natuurlijke zones in de bergen. Dit komt omdat niet alle bomen tegen de kou kunnen, omdat hoe hoger je komt, het steeds kouder wordt in de bergen.
De loofboomgordel loopt tot ongeveer 1000 meter hoogte. Dit heet de loofboomgordel.
De alpenwijden is een natuurlijke zone, die bestaat uit gras en mos.
Misschien kennen jullie de reclame van Almhof wel? Dat is zogenaamd opgenomen in de alpenwijden.
De naaldboomgordel ligt boven de loofboomgordel, omdat dit type boom beter tegen de kou kan. 
Rond de 2000 meter is de boomgrens dit wil zeggen dat boven deze hoogte geen bomen meer kunnen groeien omdat het te koud is (< 10 graden).
De rotsgordel wil zeggen dat de alpenwijden steeds kaler en rotsachtiger begint te worden. Op deze hoogte is het zelfs voor planten te koud om te groeien.
Eeuwige sneeuw is sneeuw dat elk seizoen blijft liggen (dus ook in de zomer), omdat dit gebied zo hoog ligt dat het er altijd koud is.

Slide 13 - Tekstslide

Loefzijde
Kenmerk: 
- Wolken moeten stijgen, omdat ze over de berg willen. 
Hierdoor gaat het hier veel regenen.

Lijzijde / regenschaduw
Kenmerk: 
- Heel droog, omdat al de neerslag al aan de loefzijde is gevallen.
- Hier zie je vaak droge klimaten, zoals woestijnen of steppen.
- De droge kant van de berg ligt in de regenschaduw.

Lij = blij (geen regen!)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

H5P3 :  De bergen in
Ik ken de verschillende klimaten, namelijk Middellands zeeklimaat, zeeklimaat, landklimaat en toendraklimaat; en leer de kenmerken daarvan 
ik ken de kenmerken van hooggebergten
Ik weet wat een hoogtegordel is en kan de verschillen omschrijven
Ik kan het proces van stuwingsregen en een regenschaduw uitleggen
Lesboek bladzijde 76 en 77
Aardrijkskunde
mei 2020
Lesboek bladzijde 76 en 77
Werkboek bladzijde 12 en 13
Opdracht 1 tot en met 7
Lesboek bladzijde 76 en 77
Werkboek bladzijde 12 en 13
Opdracht 1 tot en met 7

Slide 16 - Tekstslide

Succes!
Met de opdrachten

Slide 17 - Tekstslide