[4H] Staatsinrichting van Nederland (I)

Staatsinrichting van Nederland
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Staatsinrichting van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt uitleggen:
- waarom de minister van Financiën de miljoenennota aanbiedt aan de Tweede Kamer;
- wat dualisme te maken heeft met de Trias Politica;
- welke twee taken de Tweede Kamer heeft;

Slide 2 - Tekstslide

Het kabinet
De kabinet zit in vak K (van kabinet). Hier zie je Mark Rutte of Hugo de Jonge vaak zitten. Het kabinet zit tegenover de Tweede Kamer. Je kunt zo zien dat de ministers en staatssecretarissen GEEN lid zijn van de Kamer.
De Tweede Kamer
Op deze stoelen zitten de leden van de Tweede Kamer. De stoelen noemen we zetels. Er zijn 150 leden Tweede Kamerleden en dus ook 150 zetels. 
De voorzitter
De voorzitter is een lid van de Tweede Kamer. Op dit moment is dat Khadija Arib (PvdA). Zij leidt de vergaderingen van de Kamer.
De publieke tribune
De vergadeirngen van de Tweede Kamer zijn openbaar. Als je ze wil bijwonen, dan kun je hier zitten. Op deze tribune zitten ook mensen van de pers.
Spreekgestoelte
Vanaf deze spreekstoel kan een Tweede Kamerlid een vraag stellen aan het kabinet of kan hij de andere Kamerleden toespreken.
Interruptiemicrofoon
Bij deze microfoons kunnen Kamerleden een minister of een Kamerlid achter het spreekgestoelte onderbreken (=interrumperen) om een vraag te stellen of om te reageren.

Slide 3 - Tekstslide

Als er verkiezingen zijn in Nederland, wie kies je dan?
A
De minister-president
B
Een lid van de Tweede Kamer
C
De regering
D
A, B en C zijn goed

Slide 4 - Quizvraag

Ministers zijn lid van de Tweede Kamer. Klopt deze uitpraak?
A
Ja, want de ministers zitten in de zaal van de Tweede Kamer
B
Ja, want ministers zijn gekozen bij de verkiezingen
C
Nee, want ministers zijn GEEN lid van de Tweede Kamer
D
Nee, want ministers komen nooit in de Tweede Kamer

Slide 5 - Quizvraag

Verschil tussen de regering en het kabinet.
Wie mist er op de eerste afbeelding?

Slide 6 - Tekstslide

Verschil tussen regering en kabinet. Maak de zin af: De koning zit wel in ....

Slide 7 - Open vraag

Trias Politica van Montesquieu
Om een vorst met absolute macht te voorkomen stelde Montequieu voor om de macht in drieën te verdelen:
De wetgevende macht
De uitvoerende macht 
De rechterlijke macht

Slide 8 - Tekstslide

Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
Wetgevende macht

Slide 9 - Sleepvraag

Prinsjesdag

Slide 10 - Tekstslide

Verhouding tussen de Tweede Kamer en het kabinet
In Nederland is in de politiek het dualisme heel belangrijk. Het betekent dat het kabinet en de Tweede Kamer verschillende taken hebben.

Slide 11 - Tekstslide

De regering heeft de taak om te regeren (=uitvoeren) en de Tweede Kamer heeft als taak om de regering te controleren en om wetten te maken.

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn de twee taken van de Tweede Kamer?
A
regeren en controleren
B
controleren en wetten maken
C
uitvoeren en wetten maken
D
regeren en uitvoeren

Slide 13 - Quizvraag

Bij welke macht(en) uit de Trias Politica passen de taken van de Tweede Kamer?
A
De wetgevende macht
B
De uitvoerende macht
C
De rechterlijke macht
D
Bij alle drie

Slide 14 - Quizvraag

De wetgevende taak
Een wet is in Nederland pas geldig als de Tweede Kamer (en daarna de Eerste Kamer) met de wet heeft ingestemd.
Bijna altijd dient het kabinet of een minister een wetsvoorstel in bij de Kamer. De Tweede Kamerleden bekijken in een debat of de wet klopt en of die verstandig is. Daarna wordt erover gestemd.

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel stemmen zijn er nodig om een wet aangenomen te krijgen door de Tweede Kamer?
A
51 stemmen
B
76 stemmen
C
101 stemmen
D
150 stemmen

Slide 16 - Quizvraag

Eén partij (bv. de VVD) heeft nooit meer dan de helft van de stemmen. Welke oplossing is daarvoor bedacht?

Slide 17 - Open vraag

De controlerende taak
De Tweede Kamer heeft het recht om alle besluiten van het kabinet te controleren. Het bekendste voorbeeld van de controlerende taak is het vragenuurtje op dinsdag. Kamerleden kunnen vragen stellen aan een minister (of staatssecretaris) en die MOETEN daarvoor naar de Kamer komen.

Slide 18 - Tekstslide

De controlerende taak
Onlangs heeft de Tweede Kameronderzoek gedaan naar de Kinderopvangtoeslag-affaire. 
Op de foto is Mark Rutte net ondervraagt door de Kamerleden.

Slide 19 - Tekstslide

Wat betekent dualisme?

Slide 20 - Open vraag

Leg uit waarom de minister van Financiën de miljoenennota aanbiedt aan de Tweede Kamer.
Gebruik in je antwoord het begrip dualisme.

Slide 21 - Tekstslide

Waarom biedt de minister van Financiën de miljoenennota aan aan de Tweede Kamer? Gebruik dualisme in je antwoord.

Slide 22 - Open vraag

Welke taken heeft de Tweede Kamer?

Slide 23 - Open vraag

Vragenrecht
(Je mag het kabinet vragen stellen)
Motierecht
(Je mag een uitspraak doen in de Kamer)
Enquêterecht
Interpellatierecht
(Je mag iemand in de rede vallen)
Initiatiefrecht
(Je mag zelf wetten maken)
Amendementsrecht
(Je mag wetten veranderen)
Controlerende taak
Wetgevende taak

Slide 24 - Sleepvraag

Lesdoelen
Je kunt uitleggen:
- waarom de minister van Financiën de miljoenennota aanbiedt aan de Tweede Kamer;
- wat dualisme te maken heeft met de Trias Politica;
- welke twee taken de Tweede Kamer heeft;

Slide 25 - Tekstslide

Dit vond ik goed aan de les.... en dit is mijn tip...

Slide 26 - Open vraag

Dit begrijp ik nog niet zo goed:

Slide 27 - Open vraag