theater en dans h5 kua snel

Muziek
Prima prattica
seconda prattica
affectenleer
opera


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Muziek
Prima prattica
seconda prattica
affectenleer
opera


Slide 1 - Tekstslide

Prima en seconda prattica
 

  

Welke is seconda prattica?
Tijdens de Barok ontstaat en ontwikkelt zich de opera tot een volwaardigekunstvorm. In 1607 wordt l’Orfeo van Claudio Monteverdi voor het eerst opgevoerd aan het hof van Mantua. De ‘prima prattica’ beschouwt Monteverdi als een oude stijl en hij kiest voor de ‘seconda prattica’.
1
2

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen dans

  • Ik weet wat spektakels (tijdens grote feesten aan het hof wordt -tijdens intermezzi- door de hovelingen gedanst) zijn
  • Ik weet dat Lodewijk XIV danst als absolute vorst, begint dansacademie en dat leidt tot basisposities van de dans en tot professionele dansers
  • Ik herken de kenmerken van hofdans (gezelschapsdans) en hofballet (theatrale dans) en kan de verschillen tussen beide dansvormen kunnen 

Begrippen: intermezzi, figuurdansen, hofdans, hofballet, spektakels uitleggen

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen vormgeving

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Vermaak aan het hof

Aan het hof werden kostbare feesten en diners gegeven: SPEKTAKELS. Dit werd onderbroken met intermezzi’s (pauzes), waarin muziek werd gemaakt, gedanst en een soort theater werd opgevoerd.
  • Dans en theater speelden dus een belangrijke rol om de rijkdom van een hof uit te drukken en bezoekers en hovelingen te imponeren.

Slide 6 - Tekstslide

Lodewijk XIV
  • Lodewijk de Zonnekoning spaart kosten noch moeite om de adel aan het hof bezig te houden ter meerdere eer en glorie van zichzelf.
  • Hij laat muziek- en toneelstukken schrijven waarin hijzelf en hovelingen optreden, feesten organiseren die dagenlang duren, banketten, vuurwerkshows etc.
  • Iedereen aan het hof moet zich houden aan het hofprotocol: overal aan deelnemen en het schema van de koning volgen.

Slide 7 - Tekstslide

Intermezzo
  • Korte voorstelling met zang-dans-toneel dat tussen de gangen door op een banket wordt opgevoerd of tijdens een grote voorstelling op moment van decorwisselingen.
  • Naast artiesten spelen er ook hovelingen mee tijdens intermezzi op banketten. Ze spelen dan de rollen van belangrijke personages met de mooiste kostuums. Rollen van slaven etc. worden door de artiesten gespeeld.

Slide 8 - Tekstslide

Hofdans
  • tussen de gangen door
  • vermaak elite

Opbouw:
  • Basse danse (bv. pavane)

  • Statussymbool: laten zien dat je op de hoogte bent van de etiquette en technische vaardigheden beheerst.
  • langzaam
  • ceremonieel
a
  • beweeglijker dan de basse dance
  • nog steeds ceremonieel
b
  • beweeglijk
  • sprongen
c

Slide 9 - Tekstslide

Hofballet
  • Thema's vanuit klassieke oudheid/mythologie
  • Geometrische patronen
  • basisposities ballet
  • sierlijke bewegingen
  • Armdraaiingen
  • Uitgedraaide benen

Dans was een politiek middel


Slide 10 - Tekstslide

Hofdans vs. hofballet
Beschrijf de verschillen tussen hofdans en hofballet.

Slide 11 - Tekstslide

Lodewijk XIV en het ballet
  • Er is in Frankrijk veel onrust in het land en geen vertrouwen in de regering. Lodewijk XIV speelt de hoofdrol in Het ballet van de nacht in 1653.
  • Ook haalt hij verschillende professionals (Lully, Molière, Beauchamps) naar het hof om de dans, het theater en de muziekkunst verder te ontwikkelen.
  • Daarom richt hij de Académie Royale de Danse op om specifiek de danskunst verder te ontwikkelen. Dans wordt daarmee een serieus beroep en de danstechnieken worden steeds moeilijker. Het dansen gaat niet langer in geometrische figureren. De nieuwe dans gaat steeds meer de hoogte in (mensen gaan op hun tenen dansen en hogere sprongen maken).

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hofcultuur 
Theater

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen theater
Wat je in ieder geval moet weten, kennen en kunnen voor het examen:
- Ik weet de kenmerken van commedia dell’arte en kan deze noemen en herkennen.
- Ik weet wat het verschil is tussen een tragedie en een komedie
- Ik weet wat klassieke drama met aristotelistische principes is: eenheid van tijd, plaats en handeling in Frankrijk (bv Racine) en Engeland (bv Shakespeare)
- Ik weet dat in theaterarchitectuur met illusies door perspectiefeffecten en toneelmachinerieen werd gewerkt


Slide 15 - Tekstslide

Commedia dell’arte
  • Vaste personages 
  • Herkenbaar aan masker, attributen en dialect
  • Improvisatie
  • Karikaturaal
  • Karakter berust sterk op persoonlijke inbreng acteurs
  • Vaststaand thema: twee geliefden worden door een ander personage gedwarsboomd.
  • Rondreizende acteurs
  • Volkstheater


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Theater
Tragedie: noodlot speelt grote rol, hoofdpersonages gebaseerd op klassieke helden > Aristotelische regels van eenheid (tijd, plaats en handeling)
Komedie: hierin staan burgerlijke mensen centraal, uitvergroting van karakters (zoals gierigheid, eerzucht, valsheid) 

Slide 18 - Tekstslide

Aristotelische eenheden
In het klassieke drama wordt er vastgehouden aan de drie eenheden van Aristoteles:

 Eenheid van tijd = niet langer dan 24 uur
Eenheid van plaats =op dezelfde of bijna  dezelfde plaats afspelen. 
Eenheid van handeling = bijzaken mogen de strakke lijn niet verstoren. 

Slide 19 - Tekstslide

Theater
Tijdens Renaissance wordt de klassieke
geschiedenis bestudeerd

  • Doel theater: Klassieke stukken op originele wijze
opvoeren
  • Hier worden speciaal tijdelijke theaters
voor gebouwd.
  • TEATRO OLIMPICO

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Examenvraag 1
Commedia dell'arte-gezelschappen waren in de regel niet gebonden aan een hof. De commedia dell'arte-acteurs hadden vaak een lagere status dan hofkunstenaars.
(2p) Geef, vanuit kenmerken van de commedia dell'arte, twee verklaringen voor deze lagere status van commedia dell'arte acteurs.

Slide 22 - Tekstslide