Middeleeuwen 2

timer
1:30
Vorige les?
1 / 21
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

timer
1:30
Vorige les?

Slide 1 - Woordweb

Deze les
  • De Middeleeuwse samenleving
  • Het (echt) oudste Nederlands
  • Ridderliteratuur
  • Exempelen
  • Jacob van Maerlant

Slide 2 - Tekstslide

Hoe komen de middeleeuwen eigenlijk aan hun naam?

Slide 3 - Open vraag

Middeleeuwen 
De middeleeuwen duren van 500 tot 1500 en zijn verdeeld in de vroege middeleeuwen (500-1000), de hoge middeleeuwen (1000-1300) en de late middeleeuwen (1300-1500)
In de late middeleeuwen worden de steden langzamerhand  steeds belangrijker en de burgers in de steden krijgen steeds meer macht. Het oude leenstelsel waarin de adel alle macht had, begint af te brokkelen. 
In de hoge middeleeuwen onstonden de eerste steden in West-Europa en tegen betaling krijgen ze een zekere mate van zelfstandigheid. Dit is de tijd waarin de indrukwekkende kathedralen worden gebouwd en de eerste universiteiten ontstaan. In deze periode begint ook de Nederlandse literatuur.
De vroege middeleeuwen zijn voor de Nederlandse literatuur minder belangrijk, omdat er geen teksten zijn overgeleverd. Het is de tijd van de adel (ridders) en de geestelijken (priesters en monniken). Wie niet tot een van deze twee groepen behoorde, had niets te vertellen. De adel verdeelt het land door middel van het leenstelsel. De hoogste vorst leent land uit aan andere edellieden. Die zijn "de baas" in het gebied dat ze geleend hebben. In ruil daarvoor moeten ze trouw aan de vorst zweren en belasting betalen. Er waren nog geen steden in wat nu Nederland heet.

Slide 4 - Tekstslide

Stel...
Er zijn invallen van Vikingen.
Jij wilt je gewonnen gebieden niet verliezen en veilig houden, maar er is geen geld. 

Je kunt dus niemand voor zijn diensten betalen. Hoe los je dit op?

Slide 5 - Tekstslide

De feodale maatschappij

Slide 6 - Tekstslide

De middeleeuwse maatschappij was theocentrisch. Wat betekent dat?
In het dagelijks leven ...
A
... staat de wetenschap centraal.
B
... staan God en godsdienst centraal.
C
... staan geld en economie centraal.
D
... staat iemand die Theo heet centraal.

Slide 7 - Quizvraag

De Middeleeuwse maatschappij is ook een standenmaatchapij. Wat is dat?

Slide 8 - Open vraag

De middeleeuwse standenmaatschappij
  • Een geordende maatschappij waarin iedereen zijn plaats kende:
  1. De geestelijkheid
  2. De adel / ridders (leefden aan het hof: een kasteel)
  3. De boeren                                                                                                     Op aarde zijn er sommigen die bidden, sommigen die strijden en sommigen die werken (...)' 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Samenvattend...
De middeleeuwse cultuur is theocentrisch. God en alles wat met godsdienst (Rooms-Katholiek) te maken heeft staan centraal. Het leven na de dood is belangrijker dan het leven zelf. Een bekende spreuk is memento mori: gedenk te sterven. Probeer om in de hemel te komen.
De priesters en de monniken (de geestelijkheid) hebben daarom het meeste te vertellen. Zij zijn de belangrijkste stand.

Slide 11 - Tekstslide

Je hebt gezien dat de middeleeuwse maatschappij een standenmaatschappij was. Gedurende het grootste deel van de middeleeuwen waren er maar twee standen: de geestelijkheid en de adel. Pas vanaf de late middeleeuwen wordt een derde stand belangrijk: de burgerij. Dit zijn de inwoners van de steden.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Echte oudste Nederlandse zin
De zin olla vogala ... is wel de oudste literaire zin, maar niet het alleroudste Nederlands. Dat is:
maltho thi afrio lito  

Deze zin stond in een wetboek uit de zesde eeuw. Welke woorden herken je, als je denkt aan de zin: Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu?
betekenis
Ik maak je vrij, halfvrije
Deze zin werd uitgesproken als een halfvrije (een soort slaaf) helemaal vrij werd gemaakt.
 

Slide 14 - Tekstslide

1500
1300
1100
600
Hoe oud zijn deze tekstfragmenten?
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu
maltho thi afrio lito

Vraye historie ende al waer
maghic u tellen, hoort er naer! 
Het ghebuerde dat des heer Ghijsbrecht Mariken zijnder nichten seynden wilde in die stadt van Nieumeghen

Slide 15 - Sleepvraag

Welke functies heeft ridderliteratuur? (Lees de paragraaf Ridderliteratuur van literatuurgeschiedenis.nl)
timer
3:00

Slide 16 - Open vraag

Welk kenmerk van de Karelroman zie je wél terug in Karel ende Elegast?
A
De Karelroman is gewijd aan oorlog en massagevechten
B
Karel is vrijwel nooit zelf de hoofdpersoon
C
Keizer Karel is een onsympathieke figuur die de held het leven zuur maakt
D
De Karelroman heeft een voorbeeldfunctie

Slide 17 - Quizvraag

Welke functie hebben exempelen? (Lees de paragraaf Voorbeeldige levens van literatuurgeschiedenis.nl)
timer
0:03

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Wie is Jacob van Maerlant?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video