Het vak geschiedenis

Geschiedenis 
introductie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis 
introductie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt uitleggen wat het vak 'geschiedenis' inhoudt.
  • Je kunt uitleggen waarom je het vak 'geschiedenis' krijgt op school.
  • Je kunt uitleggen in welke vijf perioden en tien tijdvakken de geschiedenis is ingedeeld. 
  • Je hebt kennis gemaakt met de  kenmerkende aspecten van geschiedenis.

Slide 2 - Tekstslide

Geschiedenis en vroeger
Vaak worden de woorden 'vroeger', 'historie' en 'geschiedenis' door elkaar gebruikt. Daar is niets mis mee. Maar het vak geschiedenis is iets anders dan geschiedenis in de betekenis van 'het verleden' of 'alles wat vroeger is gebeurd'.

Vak geschiedenis: Het beeld dat wij hebben van het leven van mensen in het verleden.

Slide 3 - Tekstslide

Geschiedenis en vroeger
Het 'vak geschiedenis' gaat over het beeld dat wij hebben van mensen in het verleden. De mens staat dus centraal. Alles wat op aarde is gebeurd voordat er mensen waren, hoort dus niet bij het vak geschiedenis. Dat betekent dat je bij geschiedenis niks leert over bijvoorbeeld dinosaurussen, die ver voor de komst van de eerste mensen leefden.

Slide 4 - Tekstslide

Geschiedenis en vroeger
Het woord 'beeld' in de omschrijving betekent hier 'idee'. Wij hebben namelijk een bepaald idee, een bepaalde voorstelling, van het leven vroeger. Dat beeld is gebaseerd op de informatie die we hebben uit het verleden. Die informatie halen we bij het 'vak geschiedenis' uit bronnen, zoals bijvoorbeeld: opgegraven skeletten, een muntschat, schilderijen, brieven en dagboeken van mensen, officiële documenten, oude helmen en zwaarden, potten en pannen, enz.

Bron: Alles wat informatie geeft over het verleden.

Slide 5 - Tekstslide

Geschiedenis en vroeger
Geschiedenisonderzoekers zijn net detectives: er worden zo veel mogelijk bronnen gezocht om het beste beeld van het verleden te krijgen. Een probleem ontstaat als de onderzoekers het oneens zijn over de betekenis van bronnen. Een tweede knelpunt is dat er soms te weinig of juist te veel bronnen zijn om een goed beeld te krijgen van mensen vroeger. Ook duikt vaak in de loop van een onderzoek een nieuwe bron op, waardoor de bestaande kennis van het verleden moet worden bijgesteld. Om bronnen goed te kunnen beoordelen leer je vaardigheden. Aan de hand van actieve opdrachten probeer je zelf te kijken wat waar is. Kortom: het verleden zelf kan niet meer veranderd worden, maar de geschiedenis (= wat wij weten van het verleden) verandert voortdurend. En voor geschiedenis moet je als onderzoeker en leerling de tijd nemen om alles goed te bestuderen: Tijd voor Geschiedenis (jouw webmethode voor het vak geschiedenis).

Slide 6 - Tekstslide

Waarom geschiedenis?
Geschiedenis geeft je een idee over wie je bent.
Geschiedenis helpt je om de wereld te begrijpen.
Geschiedenis leert je afvragen wat waar is in het verleden.
Geschiedenis leert je af te vragen waarom iemand een bepaalde mening heeft.
Geschiedenis laat je nadenken over wat goed of slecht is om te doen.

Slide 7 - Tekstslide

Geschiedenis en tijd
De mens bestaat zo'n 2,5 miljoen jaar. Deze lange tijd is ingedeeld in perioden en tijdvakken om alle gebeurtenissen en ontwikkelingen in de geschiedenis te ordenen. De perioden en tijdvakken die we dit schooljaar bespreken, zie je in de tijdbalk op de volgende dia's. Door de perioden en tijdvakken namen te geven, weten we wat er belangrijk is in een bepaalde fase van de geschiedenis.

Slide 8 - Tekstslide

In de geschiedenis wordt een periode van 100 jaar, een eeuw, gebruikt voor het tellen en ordenen van de tijd.
In Nederland en in veel andere delen van de wereld worden de jaren geteld volgens de christelijke jaartelling. Er zijn gebeurtenissen voor het jaar dat Jezus Christus is geboren (v.Chr.) en gebeurtenissen na dat jaar (n.Chr.).

Slide 9 - Tekstslide

Overzicht van de vijf perioden en tien tijdvakken van het vak geschiedenis. 

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Leerlingen die in de bovenbouw geschiedenis hebben, moeten voor hun eindexamen van elk tijdvak in het verleden, van de prehistorie tot en met het heden, de zogenaamde kenmerkende aspecten kennen en kunnen herkennen en begrijpen. Om je daarop alvast voor te bereiden laat de webmethode Tijd voor Geschiedenis je ook in de onderbouw al met deze kenmerken kennismaken. In elke paragraaf staat bovenaan welke kenmerkende aspecten centraal staan en zijn verderop opdrachten bij deze kenmerken te vinden.

Voorbeeld: In paragraaf 2.2 De eerste mensen, geschiedenis of mysterie? kent de volgende kenmerkende aspecten;
1. de levenswijze van jagers en verzamelaars
2. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Kenmerkend aspect: Wat kenmerkend is voor een bepaalde tijd in het verleden.




Slide 11 - Tekstslide

tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Ontdekkers en hervormers
Steden en staten
Jagers en boeren
Grieken en Romeinen
Wereld- oorlogen
Televisie en computer
Pruiken en revoluties
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Burgers en stoommachines

Slide 12 - Sleepvraag

Kun jij deze tijdvakken op de juiste volgorde zetten?

Slide 13 - Sleepvraag

Wat houdt een kenmerkend aspect in?

Slide 14 - Open vraag