Leer Debatteren!

Leer Debatteren!
Wat is een debat? 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leer Debatteren!
Wat is een debat? 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een stelling?
Tip: Een goede stelling is duidelijk, een beetje stellig, en je kunt voor of tegen zijn.
A
"Ik hou van chocola."
B
"Dieren zijn schattig."
C
"Iedereen moet vegetarisch eten."

Slide 2 - Quizvraag

Stellingen
Wat zijn stellingen?

Slide 3 - Tekstslide

Boksen is beter dan UFC.

Slide 4 - Tekstslide

Kashmir behoort tot Pakistan.

Slide 5 - Tekstslide

Braziliaans Portugees klinkt beter dan Portugees uit Portugal. 

Slide 6 - Tekstslide

Real Madrid is beter dan FC Barcelona.

Slide 7 - Tekstslide

Nederland is een kutland.

Slide 8 - Tekstslide

Trump moet worden geëxecuteerd.

Slide 9 - Tekstslide

Telefoons zouden gebruikt mogen worden op school.

Slide 10 - Tekstslide

AICS is een goede school.

Slide 11 - Tekstslide

School moet om 9 uur beginnen.

Slide 12 - Tekstslide

Bedenk je eigen stellingen

Slide 13 - Woordweb

Wat is een goed argument? 
Feit
Mening
“Roken is slecht voor je longen.” 
“Ik vind roken dom.”

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe bouw je een argument?
Formule: Ik vind dat… want… bijvoorbeeld…

Slide 15 - Open vraag

Tegenargumenten

“Maar sommige kinderen gebruiken hun telefoon om contact te houden met familie.”
“Maar sommige mensen hebben een lichamelijke beperking en kunnen niet sporten.”
“Maar dierentuinen helpen juist om bedreigde diersoorten te beschermen.”
Maar kleding is ook een manier om jezelf te laten zien.”
“Kinderen moeten minder schermtijd krijgen.”
“Schooluniformen moeten verplicht zijn.”
“Dieren horen niet in de dierentuin.”
“Iedereen moet verplicht een sport doen.”

Slide 16 - Sleepvraag

Kleine retorische trucs (ken je ze al?)
Sprekers gebruiken soms trucjes om overtuigender te klinken. Bijvoorbeeld:

Herhaling: “Geen regels, geen orde, geen toekomst.”
Vragen stellen: “Willen we echt dat onze scholen chaos worden?”
Overdrijven: “Iedereen zit alleen nog maar op TikTok.”
Leerdoel: retorische middelen herkennen

Slide 17 - Tekstslide

Structuur van een debat (met 2 personen)

Twee deelnemers:

Eén persoon is voor de stelling (🟢)
Eén persoon is tegen de stelling (🔴)


Slide 18 - Tekstslide

Stappen van het debat:
1️⃣ Opening door de voorzitter
🗣️ “De stelling is: …”

2️⃣ Spreker 1 – VOOR
🟢 Mening geven
🟢 2 argumenten geven

3️⃣ Spreker 2 – TEGEN
🔴 Mening geven
🔴 Tegenargumenten geven

Slide 19 - Tekstslide

4️⃣ Reactieronde
🔁 Beiden mogen kort reageren

5️⃣ Afsluiting
📝 Elk vat hun mening nog één keer samen

6️⃣ Publiek stemt
✅ Wie had de beste argumenten?

Slide 20 - Tekstslide

 Standaardzinnen voor een debat 
Zinnen om je mening te geven:

Ik vind dat…
Volgens mij is het zo dat…
In mijn ogen…
Ik geloof dat…

Slide 21 - Tekstslide

Zinnen om een argument te geven:


Mijn eerste argument is dat…
Daarnaast is het belangrijk om te weten dat…
Een goed voorbeeld hiervan is…
Dit blijkt uit…


Slide 22 - Tekstslide

Zinnen om een tegenargument te geven:


Ik begrijp wat je zegt, maar…
Dat klopt deels, maar je vergeet dat…
Toch ben ik het daar niet mee eens, omdat…


Slide 23 - Tekstslide

 Zinnen om het debat af te sluiten:


Tot slot wil ik zeggen dat…
Daarom ben ik voor/tegen deze stelling.
Bedankt voor het luisteren.


Slide 24 - Tekstslide

Activiteit: Mini-debat in duo’s – "Voor of Tegen?"
Groepsverdeling:

4 leerlingen per groep
2 leerlingen zijn voorstanders
2 leerlingen zijn tegenstanders

Voorbereiding (5-10 min):

De docent geeft elke groep een stelling.
Elk duo bereidt 2 argumenten voor.
Gebruik het lesoverzicht + standaardzinnen om te helpen.

Je mag aantekeningen maken!

Slide 25 - Tekstslide