Paragraaf 4.1.3 (k)

Paragraaf 4.1.3
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 4.1.3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
3.1 Je kunt het begrip economische globalisering definiëren. 🧠
3.2 Je kunt de begrippen global shift, offshoring en outsourcing omschrijven. 🧠
3.3 Je kunt de rol van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in het bevorderen van vrijhandel beschrijven. 🧠
3.4 Je kunt uitleggen hoe de global shift de internationale arbeidsverdeling heeft veranderd. 🤔
3.5 Je kunt uitleggen hoe multinationale ondernemingen (mno's) de economische globalisering aanjagen door middel van buitenlandse investeringen (FDI). 🤔
3.6 Je kunt uitleggen hoe vrijhandel en neoliberalisme de economische globalisering hebben versneld. 🤔
3.7 Je kunt verklaren waarom de Pacific Rim een belangrijk productiegebied in de wereld is geworden. 🤔
3.8 Je kunt de gevolgen van de global shift (zoals de-industrialisatie in centrumlanden en regionale ongelijkheid in (semi)perifere landen) toepassen op een casus. ✍️
3.9 Je kunt de economische en geopolitieke motieven achter de Nieuwe Zijderoute van China analyseren. 🔬
3.10 Je kunt de oorzaken en gevolgen van de trend van reshoring analyseren. 🔬

Slide 2 - Tekstslide

Het neoliberalisme: De vrije markt als motor
Kernprincipes van het Neoliberalisme:
  • Vrije marktwerking
  • Eigen verantwoordelijkheid 
  • Concurrentie 
  • Privatisering en deregulering: 

Slide 3 - Tekstslide

Vrije marktwerking
De markt wordt gezien als het meest efficiënte mechanisme om welvaart te creëren. De overheid moet zo min mogelijk ingrijpen en de markt haar werk laten doen ('laisser-faire').

Slide 4 - Tekstslide

Eigen verantwoordelijkheid
 Individuen zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun succes en welzijn. Sociale problemen zoals werkloosheid of armoede worden niet gezien als een collectief probleem, maar als een individuele verantwoordelijkheid.

Slide 5 - Tekstslide

Concurrentie
Concurrentie tussen bedrijven en individuen wordt gezien als de belangrijkste motor voor innovatie, efficiëntie en kwaliteit.

Slide 6 - Tekstslide

Privatisering en deregulering: 
Overheidstaken (zoals post, energie, openbaar vervoer) moeten zo veel mogelijk worden overgedragen aan private bedrijven. Regels die de markt kunnen hinderen, moeten worden afgeschaft.

Slide 7 - Tekstslide

Goudzwaard: De 'Economie van het genoeg'
 "genoeg van te veel, genoeg van te weinig"
Kernprincipes van Goudzwaard:
  • Zorg en Rentmeesterschap
  • Kritiek op het Vooruitgangsgeloof
  • Voorrang voor Noden boven Verlangens
  • Consuminderen als Norm

Slide 8 - Tekstslide

Zorg en rentmeesterschap
De economie is niet neutraal, maar moet worden geleid door ethische normen. Het doel is niet maximale productie, maar zorg voor de medemens (gerechtigheid) en voor de schepping (duurzaamheid). Dit sluit aan bij het Bijbelse begrip 'rentmeesterschap': de mens is geen eigenaar, maar een beheerder van de aarde.

Slide 9 - Tekstslide

Kritiek op het vooruitgangsgeloof
Goudzwaard stelt dat het moderne idee dat technische en economische vooruitgang automatisch leidt tot meer geluk en welzijn voor iedereen, een gevaarlijke mythe is. Onbeperkte groei leidt tot uitputting van de aarde, een grotere kloof tussen arm en rijk, en verlies van zingeving.

Slide 10 - Tekstslide

Voorrang voor noden boven verlangens
Een rechtvaardige economie moet eerst voorzien in de basisbehoeften (noden) van de armsten wereldwijd en de grenzen van de planeet respecteren. Pas daarna is er ruimte voor de luxe verlangens van de rijken. In onze huidige economie gebeurt vaak het omgekeerde.

Slide 11 - Tekstslide

Consuminderen als norm:
Dit betekent niet dat iedereen in armoede moet leven. Het is een oproep tot matigheid. Als je een huis, kleding, voedsel en vervoer hebt, is het op een gegeven moment genoeg. Het constante streven naar 'meer' doet een onverantwoord beroep op de aarde en op andere mensen.

Slide 12 - Tekstslide

Tekstanalyse
In paragraaf 3, lees het kopje ECONOMISCHE GLOBALISERING.
1. Wat is de definitie van economische globalisering? (Ld 3.1)
2. Wat is de omschrijving van de begrippen global shift, offshoring en outsourcing? (Ld 3.2)
3. Wat is het gevolg van de global shift? (Ld 3.4)

Slide 13 - Tekstslide

"Voor ons ligt de initiatiefnota 'rechtsomkeert voor de rekeningrijder'. Een nota die wil dat we de vervuiler laten betalen, dat we de economie van de toekomst bouwen, dat we de schepping niet langer uitwonen, maar bewonen en bebouwen tot Gods eer, dat we onze kinderen niet met de rekening en de rotzooi van onze overconsumptie laten zitten, maar dat we hen een wereld nalaten waarin het leven ook voor hen goed is."

Slide 14 - Tekstslide

"het verdienvermogen van Nederland en de brede welvaart van de Nederlanders gaan hand in hand. Zonder een sterke economie en gezonde bedrijven is er geen geld voor onze zorg, ons onderwijs en onze veiligheid. (...) Tegelijkertijd willen we dat die economie duurzaam en toekomstbestendig is. Daarom moeten we investeren in innovatie en vergroening."

Slide 15 - Tekstslide

"Het is pijnlijk dat het kabinet de begrotingsregels nu al voor het derde jaar op rij niet serieus neemt. (...) De overheidsfinanciën moeten op orde zijn. Dat is een Bijbelse opdracht: de overheid als rentmeester van de middelen die haar zijn toevertrouwd. (...) Een financieel solide overheid is ook een randvoorwaarde voor een sterke economie en een welvarend land."

Slide 16 - Tekstslide

Werkblad 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van outsourcing

Slide 19 - Open vraag

Geef een voorbeeld van offshoring

Slide 20 - Open vraag

Wat is het verschil tussen 'offshoring' en 'outsourcing'

Slide 21 - Open vraag

Bij offshoring wordt een bedrijfsonderdeel ruimtelijk verplaatst naar een lagelonenland. Het gaat dan vaak om arbeidsintensieve industrie. 
Bij outsourcing wordt een specifieke taak uitbesteed aan een bedrijf, vaak ook in een lagelonenland. Het gaat dan bijvoorbeeld om de diensten van een helpdesk.

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen 'offshoring' en 'reshoring'

Slide 23 - Open vraag

Tekstanalyse
In paragraaf 3, lees het kopje WERELDWIJDE INVESTERINGEN.
4. Hoe jagen multinationale ondernemingen (mno's) de economische globalisering aan? (Ld 3.5)
5. Wat was het gevolg van de global shift voor de industrie in de mondiale centrumgebieden? (Ld 3.8)
6. Wat is een gevolg van economische globalisering voor de regionale ongelijkheid? (Ld 3.8)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Tekstanalyse
In paragraaf 3, lees het kopje VRIJHANDEL.
7. Welke rol speelt de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in het bevorderen van vrijhandel? (Ld 3.3)
8. Wat was het gevolg van de geleidelijke afschaffing van handelsbelemmeringen in de afgelopen decennia? (Ld 3.6)

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Tekstanalyse
In paragraaf 3, lees het kopje RECENTE ONTWIKKELINGEN IN DE WERELDECONOMIE.
9. Wat was het gevolg van de toetreding van China tot de WTO in 2001? (Ld 3.9)
10. Wat is de oorzaak dat bedrijven kiezen voor reshoring? (Ld 3.10)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Wat is de rol van global shift in de economische globalisering?

Slide 32 - Open vraag

Wat is het verband tussen global shift en (1) offshoring, (2) outsourcing en (3) reshoring?

Slide 33 - Open vraag

Opdrachten
Maak opdrachten 3c en 3d

Slide 34 - Tekstslide

3c
In China is de welvaart sterk gestegen, dus de lonen worden daar hoger. Sommige mno’s kiezen ervoor om hun productie nog een keer te verplaatsen, van China naar andere Aziatische landen, waar de lonen nog lager liggen.

Slide 35 - Tekstslide

3d
Er zijn veel andere handelsstromen bijgekomen, die allemaal een percentage van de wereldhandel innemen. Het relatieve aandeel van de handel tussen de Verenigde Staten en Noordoost-Azië is daardoor afgenomen. Ook hebben landen in Noordoost-Azië, waaronder Japan en Zuid-Korea, een deel van hun productie verplaatst naar landen met lagere lonen. De Verenigde Staten zullen een deel van hun handel nu dus drijven met die landen met lagere lonen.

Slide 36 - Tekstslide

Examenopgaven
  1. Blz 83 opgave 4 vragen 12 + 13
  2. Blz 86 opgave 5 vraag 18
  3. Blz 93 opgave 9 vragen 30 + 31 

Slide 37 - Tekstslide