Grammatica blok 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, mavo
• Leerjaar 2-4

Doel van deze les

Na deze les kun je: 

• een zin ontleden volgens de eerder geleerde strategie
•  uitleggen wat een bijvoeglijke bepaling is
• de bijvoeglijke bepaling in een zin benoemen

Doel van deze les

Na deze les kun je: 

• een zin ontleden volgens de eerder geleerde strategie
•  uitleggen wat een bijvoeglijke bepaling is
• de bijvoeglijke bepaling in een zin benoemen

Hoe vind je de persoonsvorm( PV)?

1. Door de zin in een andere tijd te zetten
2. Door de zin vragend te maken
3. Door de zin van aantal te veranderen
4. A,B en C zijn juist

Wat is het ww gezegde ( WWG)?

Wat is de persoonsvorm (pv) in de zin
De docent Nederlands heeft ons die vraag vaak gesteld.

Wat is het WWG:
De docent Nederlands heeft ons die vraag vaak gesteld.

welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

Voorbeeld

De docent Nederlands heeft ons die vraag vaak gesteld.

Vraag: Wie of wat heeft gesteld?

Antwoord: De docent Nederlands

Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?

Voorbeeld:

De docent Nederlands heeft ons die vraag vaak gesteld.

Vraag: wie of wat heeft de docent Nederlands gesteld?

Antwoord: die vraag

Het meewerkend voorwerp:
Aan wie/voor wie+wwg+o+lv
De docent Nederlands heeft ons die vraag vaak gesteld.

1. Als je 'aan' of voor kunt weglaten is het een meewerkend voorwerp
2. Als je 'aan' of voor kunt toevoegen is het een meewerkend voorwerp
3. A en B zijn juist
4. A en B zijn onjuist

Voorbeeld

De docent Nederlands heeft ( aan) ons die vraag vaak gesteld

Je kunt hier áan' toevoegen.

Let op!!

Wanneer je 'aan' niet weg kunt laten, is het GEEN meewerkend voorwerp!

Voorbeeld: Het nieuwe schilderij hangt aan de wand.

Bijwoordelijke bepaling (bwb)

Bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op de volgende vragen: waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel. 

voorbeeld

De docent Nederlands heeft ons die vraag vaak gesteld.

Vraag: Hoeveel?

Antwoord: vaak

Wat is de persoonsvorm?
Aan de hardlopers deelden wij bekertjes water uit.

Wat is het WWG?
Aan de hardlopers deelden wij bekertjes water uit.

Wat is het onderwerp?
Aan de hardlopers deelden wij bekertjes water uit.

Wat is het lijdend voorwerp?
Aan de hardlopers deelden wij bekertjes water uit.

Wat is het meewerkend voorwerp?
Aan de hardlopers deelden wij bekertjes water uit.

Heeft de zin een bijwoordelijke bepaling?
Aan de hardlopers deelden wij bekertjes water uit.

1. Ja
2. Nee
3. Ik weet het niet

Bedenk nu zelf een bwb in de zin
Aan de hardlopers deelden wij bekertjes water uit.

Bijvoeglijke bepaling

Aan zelfstandige naamwoorden kun je extra informatie toevoegen. 

Je noemt dan een kenmerk of eigenschap van dat zelfstandig naamwoord.

Voorbeeld

De directeur | werkt | hard. 

De nieuwe directeur | werkt | hard. 

De nieuwe directeur van dat bedrijf | werkt | hard.

vms.thiememeulenhoff.nl

Zelf oefenen

Ga naar de methode, blok 5 grammatica

Maak opdracht 1 en 3.1-4, 3.5-8

Wil je extra uitleg? Ga dan aan de raamkant zitten. 

Wil je zelfstandig werken? Ga dan aan de gangkant zitten.

Wat is juist?
De bijvoeglijke bepaling;

1. geeft extra informatie over een zelfstandig naamwoord.
2. is een deel van een ander zinsdeel.
3. kan voor of achter het zelfstandig naamwoord staan.
4. A,B en C zijn juist

Wat is juist?
Mijn vrolijke vader gaf een feestje voor zijn verjaardag.

1. Mijn is een bvb bij vader
2. vrolijke is een bvb bij vader
3. A en B zijn juist
4. A en B zijn onjuist

Als ik uit ga, ga ik vaak naar een gezellig café.
Wat is de bijvoeglijke bepaling?

De rechter slaat de hamer hard op het bureau.

1. Hard = bvb
2. hard= geen bvb

Deze week was geweldig.

1. Geweldig= bvb
2. geweldig=geen bvb

Wat vond je moeilijk?

Wat heb je vandaag geleerd en ga je niet meer vergeten?