Present Perfect

Present Perfect
recap B2
  Present Perfect
(grammar survey)
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Present Perfect
recap B2
  Present Perfect
(grammar survey)

Slide 1 - Tekstslide

Present Perfect (verleden tijd)
  1. Het is in het verleden begonnen en het duurt nog steeds voort.
  2. In het verleden gebeurd en nu nog belangrijk (ervaringen)

Hoe? ->  Have/Has + volt.deelwoord (-ed / 3e rijtje)

Slide 2 - Tekstslide

Present perfect

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

'has' wordt gebruikt bij
A
he, she, it
B
I, you, we, they

Slide 5 - Quizvraag

I lived in Italy
I have lived in Italy
Present Perfect
Past Simple

Slide 6 - Sleepvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
My cat finally caught the mouse.
B
His cat hasn't caught a mouse since last year.
C
My dog never catches anything.
D
Did you get caught?

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has eaten 3 sandwiches so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 8 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

___ you ever ___ (live) in China before?
A
Have lived
B
Has lived

Slide 9 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

My boyfriend ___ ___ (buy) me some
wonderful roses.
A
have bought
B
has bought
C
have buyed
D
has buyed

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

The dogs ___ ___ (not - eat) anything for three days.
A
haven't ate
B
hasn't ate
C
haven't eaten
D
hasn't eaten

Slide 11 - Quizvraag

Maak de present perfect:
He listens

Slide 12 - Open vraag

Maak present perfect:
John lives

Slide 13 - Open vraag

Present perfect:
The parents go home

Slide 14 - Open vraag

Present perfect:
I am hungry

Slide 15 - Open vraag

PRESENT PERFECT:
in welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 16 - Quizvraag

Present perfect:
A
I have lived in The Hague for 10 years
B
I walk to school everyday

Slide 17 - Quizvraag

PRESENT PERFECT
in welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
We have not visited Amsterdam.
B
We hasn't visited Amsterdam.
C
We have not been visiting Amsterdam.
D
We haven't yet visited Amsterdam.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is hier de present perfect
A
I live in Steenwijk
B
I have lived in Steenwijk
C
I lived in Steenwijk
D
I am living in Steenwijk

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de present perfect?
A
walked
B
have walked

Slide 20 - Quizvraag

PRESENT PERFECT:
In welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
She had been working at the kiosk since summer.
B
She have been working at the kiosk since summer.
C
She has worked at the kiosk since summer.
D
She has been working at the kiosk since summer.

Slide 21 - Quizvraag

Vocab quiz

Slide 22 - Tekstslide

Translate:
herstellen

Slide 23 - Open vraag

Translate:
hechtingen

Slide 24 - Open vraag

Translate:
vriend/maat

Slide 25 - Open vraag

Translate:
daadkrachtig

Slide 26 - Open vraag

Translate:
zeldzaam

Slide 27 - Open vraag

Translate:
Spijker

Slide 28 - Open vraag

Translate:
(op)zwellen

Slide 29 - Open vraag

Translate:
het rustig aan doen

Slide 30 - Open vraag

Translate:
de griep hebben

Slide 31 - Open vraag

Translate:
huisarts

Slide 32 - Open vraag

Translate:
overgeven

Slide 33 - Open vraag