arbeidsmarkt
1 / 13
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wie is de vrager naar aanbod, en wie is er de aanbieder van arbeid?
aanbieders
vragers
de gezinnen
de bedrijven
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
duid de correcte antwoorden aan. (2)
A
7 636 793
B
7 548 254
C
1 468 223
D
1 504 912
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een aanbodscurve en wat is een vraagcurve?
vraagcurve
aanbodscurve
De .... curve geeft weer hoeveel werknemers de bedrijven vragen tegen een bepaald uurloon
De .... curve toont hoeveel werknemers er bereid zijn te werken tegen verschillende uurlonen.
Slide 7 - Sleepvraag
hoeveel werknemers vragen de bedrijven tegen een uurloon van 40,00 euro?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel werknemers willen er werken voor een uurloon van 15,00 euro?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 9 - Quizvraag
hoeveel bedraagt het markevenwicht?
A
40,00 euro /uur en 4 arbeidskrachten
B
20,00 euro/uur en 8 arbeidskrachten
C
30,00 euro/uur en 6 arbeidskrachten
D
50 euro/uur en 2 arbeidskrachten
Slide 10 - Quizvraag
Stel dat de bedrijven het uurloon laten dalen met 10,00 euro, hoeveel werknemers worden er dan gevraagd?
A
4 arbeidskrachten
B
6 arbeidskrachten
C
8 arbeidskrachten
D
10 arbeidskrachten
Slide 11 - Quizvraag
Stel dat de bedrijven het uurloon laten dalen met 10,00 euro, hoeveel werknemers willen er voor dat uurloon werken?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 12 - Quizvraag
is er hier sprake van een vraag- of een aanbodoverschot?
vraagoverschot
aanbodoverschot
