Week 11 Pistolet Pittige Kip

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Pistolet Pittige Kip

Vandaag maak je je eigen Pistolet Pittige Kip. Je bakt zelf je broodje af, kruidt en bakt kip en snijdt verse groenten.

Wat weten we nog van de vorige les?

Dit is een standaard slide, ik laat degenen die vorige les er zijn geweest aan de afwezigen vertellen wat ze gedaan hebben.

Ingredienten

1 afbakpistolet

75 g kipfilet

½ paprika

½ courgette

¼ komkommer

1 kleine rode ui

1 handje gemengde sla

Kruiden: paprikapoeder, knoflookpoeder, chilivlokken, zout, peper

1 eetlepel olie

Benodigheden

Snijplank

Koksmes

Koekenpan + spatel

Bakplaat + bakpapier

Kom voor groenten

Bord voor serveren

Oven (180–200°C)

Veiligheid & Hygiëne

- Was altijd eerst je handen en doe je schort aan.

- Mes blijft op de snijplank, snij van je lichaam af.

- Gebruik voor rauwe kip een aparte plank en was je handen daarna opnieuw.

- Pan opwarmen op stand 6, olie pas in de warme pan.

- Controleer: kip moet helemaal gaar zijn (geen roze meer).

Stappenplan: Pistolet Pittige Kip

1. Oven voorverwarmen op 180–200°C.

2. Pistolet op bakplaat met bakpapier leggen en afbakken tot goudbruin.

3. Groenten snijden: paprika in reepjes, courgette in halve plakjes, komkommer in reepjes, rode ui in halve ringen.

4. Kip in blokjes snijden, kruiden met paprikapoeder, knoflookpoeder, chilivlokken, zout en peper.

5. Kip bakken in 1 el olie op stand 6 tot goudbruin en gaar. (bak courgette en paprika mee)

6. Pistolet opensnijden, beleggen met sla, kip en groenten.

7. Werkplek opruimen, afwassen en daarna proeven.

Stappenplan: Pistolet Pittige Kip

Wat moet je altijd doen nadat je rauwe kip hebt aangeraakt?

A. Je mes afspoelen.

B. Je handen wassen met water en zeep.

C. Even wachten tot de kip gebakken is.

D. De kip in de koelkast leggen.

Wanneer is kipfilet goed gaar?

A. Als de buitenkant bruin is maar binnen nog een beetje roze.

B. Als de kip van buiten en binnen wit is en er geen roze meer te zien is.

C. Als de kip nog zacht en glazig is.

D. Als de pan begint te roken.

Afsluiting

*Wat heb je gedaan vandaag?

*Wat vond je leuk en wat vond je minder leuk om te doen?

*Wat ging en goed en wat ging er minder goed?