6.1 Breuken verkennen

Hoofdstuk 6: breuken
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: breuken

Slide 1 - Tekstslide

Les doelen

Je kent de betekenis en schrijfwijze, uitspraak van een breuk en kan ermee optellen, aftrekken en de uitkomst vereenvoudigen

Slide 2 - Tekstslide

Lesopbouw
Terugkijken delen 
Nieuwe theorie en opdrachten
Evalueren en Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

breuken
breuken

Slide 4 - Tekstslide

Waar kom je breuken tegen?
  •  Deel - geheel : 2/3 van de pizza
  •  Deel van een hoeveelheid: kwart van de aanwezigen
  •  Maat: halve kilo suiker; 1/4 liter melk
  •  Eerlijk delen : 2 pizza's delen met z'n drieën
  •  Verhouding: 9 van de 10 studenten woont nog thuis
  •  Getal om mee te reken: 1/3 + 1/4 =

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Slide 7 - Link

Breuken bestaan uit...
A
Boven en onder
B
Teller en noemer
C
Naam en achternaam
D
Vier cijfers

Slide 8 - Quizvraag

Welke 2 breuken zijn hetzelfde
A
2/4
B
1/4
C
2/3
D
1/2

Slide 9 - Quizvraag

3/6 =
A
2/4
B
2/3
C
1/2
D
1/12

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Link

Slide 12 - Video

Opdrachten
1F Hoofdstuk 6: opdracht 1 t/m 11.

Slide 13 - Tekstslide

Toets
Verzin zo veel mogelijk sommen met het antwoord 1/2.

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten
1F Hoofdstuk 6: opdracht 1 t/m 11.

2F Hoofdstuk 4: startopdracht, 1, 3, 4, 5, 6, 9.

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdstuk 6.2: breuken vereenvoudigen

Slide 16 - Tekstslide

Breuken vereenvoudigen


Breuken vereenvoudigen betekent dat je de noemer van de breuk kleiner maakt. De waarde van de breuk veranderd niet!

Slide 17 - Tekstslide

Breuken 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Breuken vereenvoudigen

Slide 21 - Tekstslide

Instapsom breuken

Slide 22 - Tekstslide

Hoofdstuk 6.3: optellen en aftrekken

Slide 23 - Tekstslide

Optellen en aftellen

Gelijke noemers


Als de noemers van de breuken gelijk zijn,
kun je de tellers gewoon bij elkaar optellen of aftellen. Met de noemers hoef je dan niets
te doen. Dit zijn gelijkwaardige breuken. 

Slide 24 - Tekstslide

Wat moet je als eerste doen als je twee niet gelijknamige breuken op moet tellen?
A
Gelijknamig maken ( de ondersten gelijk)
B
Bovenste x bovenste Onderste x onderste
C
Bovenste + bovenste Onderste + onderste
D
Ik heb geen idee

Slide 25 - Quizvraag

Optellen en aftellen

0ngelijke noemers


Als de noemers van de breuken ongelijk zijn moet je de noemers eerst gelijkwaardig maken. Dit zijn ongelijknamige breuken.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Los de volgende breuken op
3/4 + 1/5 =
2/8 + 3/4 =
4/5 - 3/4 =
9/16 - 1/4 =

Slide 28 - Tekstslide

Zet de onderstaande breuken op de juiste plaats op de getallenlijn

Slide 29 - Tekstslide

het einde

Slide 30 - Tekstslide

Opdrachten

1F Hoofdstuk 6: opdracht 12 t/m 25.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video