Klinisch redeneren

Klinisch redeneren

Iris Benard
Docent VP 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Klinisch redeneren

Iris Benard
Docent VP 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • De student benoemt de 6 stappen van het  klinisch redeneren.
  • De student benoemt het belang van klinisch redeneren in relatie tot de werkpraktijk
  • De student legt de stappen van het klinisch redeneren uit
  • De student benoemt de meest gebruikte redeneerhulpmiddelen

Slide 2 - Tekstslide

Klinisch redeneren
Wat en waarom?

Slide 3 - Woordweb

Klinisch redeneren 
- Doe je continue als verpleegkundige 
- Theorie koppelen aan praktijk
- Volgens een methode gegevens analyseren en acties uitzetten op een systematische manier. 

Het doel van klinisch redeneren is om onderbouwd tot een beslissing te komen welke zorg voor een zorgvrager nodig is.

Slide 4 - Tekstslide

Wat waren ook al weer de 6 stappen van klinisch redeneren?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

De 6 Stappen 
Stap 1: oriënteren op situatie 
Stap 1a: informatie verzamelen, stap 1b: risicoanalyse,  stap 1c: collega informeren indien nodig

Stap 2: mogelijke problemen in kaart brengen 
Stap 2a: gegevens ordenen, stap 2b: hypothesen formuleren, stap 2c verbanden leggen.

Stap 3: Aanvullende observaties en onderzoeken (bijv. observatielijst of meting)
Stap 4: verpleegkundig beleid (PES/smart)
Stap 5: verloop monitoren (SOAP)
Stap 6: reflectie (STARRT)

Slide 7 - Tekstslide

Stap 1. 
Orientatie op de situatie
1. Informatie verzamelen over de zorgvrager
2. Gebruik van redeneerhulpmiddelen
2. Uitvoeren van risico analyse
3.  Communicatie met andere zorgverleners

Slide 8 - Tekstslide

Redeneerhulpmiddelen?

Slide 9 - Woordweb

Opdracht Redeneerhulpmiddelen

Maak drietallen en verdeel de onderwerpen.
Zoek informatie en een poster/afbeelding van het hulpmiddel.
Formuleer het in eigen woorden zodat je het aan je klasgenoten kunt uitleggen.




  • SCEGS
  • MEWS
  • ABCDE
  • SBAR
  • Organogram

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Stap 2. 
Mogelijke problemen in kaart brengen
Opdracht stap 2
  • Wat houd stap 2 in?
  • Welke classificatiesystemen kunnen er worden gebruikt in stap 2?
  • Wat is een hypothese?
  • Geef 4 voorbeelden van een hypothese

Slide 16 - Tekstslide

Stap 3.
Aanvullende onderzoeken en observaties
Opdracht stap 3
  • Wat houd stap 3 in?
  • Welke aanvullende onderzoeken kun je uitvoeren?
  • Welke observatielijsten gebruik jij in de praktijk? Geef 4 voorbeelden

Slide 17 - Tekstslide

Stap 4.
Verpleegkundig beleid bepalen

Opdracht stap 4
  • Wat houd stap 4 in?
  • Beschrijf 'verpleegkundig beleid'.
  • Welke redeneerhulpmiddelen kun je gebruiken bij stap 4?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Stap 5.
Het verloop monitoren

  • Wat houd stap 5 in?
  •  Welke redeneerhulpmiddelen kun je gebruikten bij stap 5?
  • Gebruik je stap 5 al wel eens in de praktijk?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Stap 6.
Reflectie
  • Wat houd stap 6 in?
  • Waarom is dit een hele belangrijke stap?
  • Welke reflectie hulpmiddelen kunt gebruiken? 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Groepsopdracht


Casus meneer Zeeman
Zorgpad

Slide 25 - Tekstslide