Paragraaf 4 Kook- en smeltpunt

Paragraaf 4
Kook- en smeltpunt 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 4
Kook- en smeltpunt 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
We gaan deze les paragraaf 4 behandelen. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling:

- beschrijven wat er gebeurt als water kookt.
-uitleggen wat een kook- en smeltpunt inhoudt.
-uitleggen hoe je het vries- en smeltpunt van water kunt verlagen. 
-het smeltpunt aangeven in een diagram.

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling
van paragraaf 1 t/m 3 

Slide 4 - Tekstslide

Benoem de 6 fase-overgangen.

Slide 5 - Open vraag

Vloeibaar naar vast
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Bevriezen/stollen
D
Smelten

Slide 6 - Quizvraag

Gas naar vast
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Smelten
D
Rijpen

Slide 7 - Quizvraag

Vloeibaar naar gas
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Rijpen
D
Smelten

Slide 8 - Quizvraag

Vast naar gas
A
Verdampen
B
Vervluchtigen
C
Smelten
D
Rijpen

Slide 9 - Quizvraag

Als ik de temperatuur verhoog gaan de moleculen minder snel bewegen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Bekijk het volgende filmpje
Bedenk voor jezelf wat je ziet aan het water.
Wat ontstaat er naarmate het water warmer wordt?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video


Wat ontstaat er naarmate het water warmer wordt?
(Wat zag je?)

Slide 13 - Open vraag

Het kookpunt
Als water wordt verwarmt ontstaan er na een tijdje luchtbelletjes. Ook verschijnen er vervolgens waterdampbellen.

We kunnen nu zeggen dat het water kookt.

Het water heeft dan een temperatuur van 100 °C. 


Slide 14 - Tekstslide

Het kookpunt
Als je doorgaat met verwarmen, blijft het water koken tot het helemaal verdampt is. 

De temperatuur blijft daarbij wel 100 °C.  

Deze temperatuur noem je het kookpunt. Dit is het punt waarbij een stof overgaat van de vloeibare fase naar gas fase. 

Slide 15 - Tekstslide

Naast het kookpunt hebben we ook het smeltpunt

Slide 16 - Tekstslide

Het smeltpunt (of vriespunt / stolpunt )
Het smeltpunt is het punt waarbij een stof overgaat van de vaste fase naar de vloeibare fase (smelten).




Elke stof heeft zo zijn eigen smeltpunt. 


Slide 17 - Tekstslide

Tabel 1 (bladzijde 79)

Slide 18 - Tekstslide

Is het kook- en smeltpunt een stofeigenschap? Zo ja waarom?

Slide 19 - Open vraag

Stofeigenschap
Doordat elke stof zijn eigen kook- en smeltpunt heeft, noemen we het een stofeigenschap

Het is eigenschap van een stof en die is voor elke stof anders!

Slide 20 - Tekstslide

Dus onthoudt
 Kook- en smeltpunten zijn stofeigenschappen.
Elke stof heeft zo zijn eigen kook- en smeltpunten.


Slide 21 - Tekstslide

Het verlagen van een smeltpunt of vriespunt........

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Vriespunt of smeltpunt verlagen
We kunnen het vriespunt of smeltpunt verlagen door er een geschikte stof aan toe te voegen. 

Voorbeelden:
- Antivries toevoegen aan het koelwater in een auto
-Zout strooien op ijs.

Slide 24 - Tekstslide

Smeltdiagram (stoldiagram)
In een smeltdiagram kan je het verloop van de temperatuur zien. Je kan het smeltpunt aflezen. 

Slide 25 - Tekstslide

Smelt- en stoldiagram
Ss

Slide 26 - Tekstslide

Smelt- en stolpunt

Slide 27 - Tekstslide

Smeltpunt en Kookpunt
Alleen zuivere stoffen hebben een kookPUNT en smeltPUNT

Slide 28 - Tekstslide

Wat is ook alweer een zuivere stof?

Slide 29 - Open vraag

Ook weten we dat er naast zuivere stoffen, mengsels bestaan. 

Slide 30 - Tekstslide

Hebben zij ook een kookpunt en smeltpunt.....?

(Bedenk voor jezelf het antwoord)

Slide 31 - Tekstslide

Nee!

Slide 32 - Tekstslide

Smelt- en kooktraject
Mengsels hebben een smeltTRAJECT en kookTRAJECT

Slide 33 - Tekstslide

Korte herhaling van de stof
Beantwoord de volgende 2 vragen.

Slide 34 - Tekstslide

Ik verwarm een onbekende stof. Na een tijdje zie ik dat het gaat koken.
Ik meet op dat moment een temperatuur van 78 °C .

Welke stof is het?
(Tip, kijk op bladzijde 79 van je boek)

Slide 35 - Open vraag

Zout verlaagt het vriespunt van water?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Huiswerk
Lezen paragraaf 4 van hoofdstuk 2

Slide 37 - Tekstslide