4H Hoofdletters, leestekens en meervoudsvorming

4H hoofdletters, leestekens en meervoudsvorming
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4H hoofdletters, leestekens en meervoudsvorming

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week:
 Hoofdstuk 8, Spelling, paragraaf 4, opdracht 1-5-6
       Hoofdstuk 8, Spelling, paragraaf 5, opdracht 4-6-7-8

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 3 - Woordweb

Wanneer gebruik je hoofdletters?
Kloppen de leestekens?
A
Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
B
Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school.'
C
Sanne zegt, 'Mijn fiets staat nog op school'
D
Sanne zegt 'Mijn fiets staat nog op school.'

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Kloppen de leestekens?
A
We gaan het vandaag niet halen alles te bemesten, de tractor is kapot.
B
We gaan het vandaag niet halen alles te bemesten de tractor is kapot.
C
We gaan het vandaag niet halen alles te bemesten; de tractor is kapot.
D
We gaan het vandaag niet halen alles te bemesten: de tractor is kapot.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens maken het lezen ingewikkelder
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spelling: meervoudsvormen

1 Sommige woorden op -e hebben twee meervoudsvormen (groenten - groentes)


2 De -f verandert in een -v en de -s verandert in een -z (duiven - sluizen)


3 Woorden op -ee krijgen er +ën bij (ideeën)


4 Woord op -ie krijgen er +ën bij of de laatste -e komt er een trema op (melodieën - bacteriën)

– als de klemtoon op -ie valt, dan voeg je -ën toe: theorie → theorieën

– als de klemtoon op een andere lettergreep valt, dan krijgt de laatste e een trema en voeg je alleen -n toe: olie → oliën


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 Woorden die eindigen op een open klinker krijgen een 's erbij (oma's, accu's).
Dus: ik hou van Y's. 

6 Woorden eindigend op -ik, -et of -es (zonder klemtoon) krijgen GEEN medeklinkerverdubbeling (slimmeriken - lemmeten- dreumesen)

7 Latijnse woorden krijgen een Latijnse uitgang (musea - data - neerlandici)

8 Sommige woorden hebben geen meervoud of zijn er alleen in meervoud (hersenen- rijst)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoudsvorming
A
satétje
B
sateetje

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de meervoudsvorm van "olie"
A
Olies
B
Olieën
C
Olieen
D
Oliën

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meervoudsvorming
A
stouterikken
B
stouteriken

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste meervoudsvorm?
A
programma's
B
programmas

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meervoudsvorming
A
menuutje
B
menu'tje

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de meervoudsvorm van fantasie?
A
fantasies
B
fantasieën
C
fantasiën
D
fantasietjes

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen van hoofdletters/leestekens en meervoudsvorming vind jij nog moeilijk?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak de opdrachten van Spelling (H8 online) paragraaf 4 en 5.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies