Dilemma 3.2. Instructie

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
Terugblik §3.1.
Opdracht en uitleg over §3.2.
Gesprek "verzorgingsstaat: betutteling/noodzaak?"

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze les:
  1.  ken je de definitie van een verzorgingsstaat.
  2. heb je kennis gemaakt met een aantal dilemma's in de verzorgingsstaat.
  3. heb je ten aanzien van deze dilemma's een eigen standpunt ingenomen
Aan het eind van deze paragraaf (3.2): 
  1. Kan je drie verklaringen van de verzorgingsstaat benoemen en toelichten.
  2. Kan je aangeven dat aspecten van deze verklaringen tegenwoordig nog altijd doorwerken.
  3. Kan je met argumenten en voorbeelden onderbouwen jij waarom aspecten van de verzorgingsstaat betutteling of noodzakelijk vindt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik: Welke drie waarden horen bij de drie reguleringsmechnismen?
A
Naastenliefde, solidariteit en gelijkheid
B
Gelijkheid, naastenliefde en wederkerigheid
C
Vrijheid, naastenliefde en gemeenschapszin
D
Naastenliefde, vrijheid en respect

Slide 5 - Quizvraag

markt
overheid
particulier initiatief
Welfare triangle hulp en inkomsten produceren en verdelen
Korte herhaling

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het voor- en nadeel van elk reguleringsmechanisme? (markt, overheid en particulier initiatief). Kies er 1 en beschrijf het voor- en nadeel.

Slide 7 - Open vraag

Zijn er vragen n.a.v. het huiswerk?

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 9
Een politieke partij legt uit wat zij belangrijk vindt in de samenleving:
‘..1.. vindt het ..2.. de weg naar oplossingen voor problemen. We zijn samen ..3.. voor een goede samenleving. Beslissingen moeten we nemen op de plekken die daar het meest geschikt voor zijn. En taken moeten uitgevoerd worden door de organisaties of mensen daar het meest geschikt voor zijn. Bijvoorbeeld in het gezin, in vakbonden,
werkgeversorganisaties of in het bedrijfsleven. Zo voorkom je een betuttelende ..4.. .’
a Welke begrippen ontbreken in de tekst?
1 = Het CDA
2 = particulier initiatief
3 = verantwoordelijk
4 = overheid
b Leg uit waarom je die begrippen hebt gekozen. Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: het CDA is een partij die het particulier initiatief heel belangrijk vindt. Het gezin, vakbonden, werkgeversorganisaties zijn daarvan voorbeelden. Het CDA wil
zaken in de samenleving door hen laten regelen, wil hen verantwoordelijk maken. Deze partij wil niet alles door de overheid laten regelen.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 10
a Hieronder staan zorgtaken. Wie zou(den) deze taken moeten uitvoeren? Geef aan voor welk reguleringsmechanisme jij zou kiezen. Beargumenteer je keuze en maak duidelijk welke waarde of waarden centraal staan bij je keuze.
1 huishoudelijke hulp voor een thuiswonende oudere 
2 school voor een 16-jarige havoleerling
3 dagopvang van baby’s en peuters van werkende ouders
1 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: particulier initiatief. Mensen moeten meer voor elkaar
zorgen. Ouders zorgen ook voor hun kinderen, dan kunnen kinderen ook wel voor hun
ouders zorgen. Waarde(n), bijvoorbeeld: naastenliefde, saamhorigheid
2 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: overheid. Onderwijs moet er voor iedereen zijn.
Iedereen heeft recht op goed onderwijs. Waarde(n), bijvoorbeeld: gelijkheid
3 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: particulier initiatief. Ouders zijn verantwoordelijk voor
hun kinderen. Zij moeten er dus zelf voor zorgen dat er voor de kinderen gezorgd
wordt. Waarde(n), bijvoorbeeld: naastenliefde, saamhorigheid.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 10
b. Bij welke politieke stroming(en) sluiten jouw keuzes het meeste aan? Beargumenteer je
antwoord.
Eigen beargumenteerde antwoord. Bijvoorbeeld: christendemocratie. Ik kies het meest voor
het particulier initiatief omdat ik het belangrijk vind dat mensen zelf verantwoordelijkheid
nemen. Dat is een keuze die je ook bij de christendemocraten terugziet

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 11
a Via welk(e) mechanisme(n) vind jij dat de zorg voor Loïs tot stand moet komen? Waarom kies je daarvoor?
Eigen beargumenteerde antwoord. Bijvoorbeeld: overheid. Omdat kinderen als Loïs hebben recht op goede opvang. De overheid kan ervoor zorgen dat er voor alle kinderen als Loïs goede zorg komt. Bij particulier initiatief en markt is de kans groot dat sommige kinderen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben.

b Welke waarde of waarden staan in jouw argumentatie centraal?
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: gelijkheid

c Bij welke politieke stroming sluit jouw mening het meest aan? Leg je antwoord uit.
Eigen antwoord, met uitleg. Bijvoorbeeld: sociaaldemocratie. De sociaaldemocraten kiezen ook voor de overheid omdat ze gelijkheid en gelijke behandeling belangrijk vinden.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 12
a Via welk(e) mechanisme(n) vind jij dat de zorg voor Loïs tot stand moet komen? Waarom kies je daarvoor?
Eigen beargumenteerde antwoord. Bijvoorbeeld: overheid. Omdat kinderen als Loïs hebben recht op goede opvang. De overheid kan ervoor zorgen dat er voor alle kinderen als Loïs goede zorg komt. Bij particulier initiatief en markt is de kans groot dat sommige kinderen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben.

b Welke waarde of waarden staan in jouw argumentatie centraal?
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: gelijkheid

c Bij welke politieke stroming sluit jouw mening het meest aan? Leg je antwoord uit.
Eigen antwoord, met uitleg. Bijvoorbeeld: sociaaldemocratie. De sociaaldemocraten kiezen ook voor de overheid omdat ze gelijkheid en gelijke behandeling belangrijk vinden.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 13
In bron 6 wordt een discussie gevoerd tussen mevrouw Marktwerking en meneer Nationaal ZorgFo nds.
a Welke politieke partij heeft opvattingen die aansluiten bij de ideeën van mevrouw Marktwerking? 
VVD

b Welke hypothese zou mevrouw Marktwerking kunnen opstellen over de relatie tussen marktwerking, betaalbaarheid en kwaliteit van de zorg?
Marktwerking zorgt voor betaalbare en kwalitatief goede zorg.

c Welke politieke partij heeft opvattingen die aansluiten bij de ideeën van meneer Nationaal ZorgFonds?
SP

d Welke hypothese zou meneer Nationaal ZorgFonds kunnen opstellen over de relatie tussen marktwerking, betaalbaarheid en kwaliteit van de zorg?
Marktwerking leidt tot duurdere zorg van een kwalitatief lager niveau.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 14
Mantelzorg is een voorbeeld van zorg via het particulier initiatief.
a Zijn er meer mannelijke of meer vrouwelijke mantelzorgers, denk je?
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: meer vrouwelijke mantelzorgers

b Waarom denk je dat?
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: bij de voorbeelden die ik ken, zijn het meestal de vrouwen die zorgen.

c Stel een hypothese op voor een onderzoek naar de relatie tussen geslacht en mantelzorg.
Eigen antwoord. Voorbeeld van een juist antwoord: vrouwen bieden meer mantelzorg dan mannen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht verklaringstheorieën
Cijfer 1 - 3 
Zoek in je groepje 
de theorie uit. 

1. Hoe verklaart deze het ontstaan van de verzorgingsstaat?
2. Hoe zijn vergelijkbare redeneringen tegenwoordig nog altijd in maatschappelijke discussies terug te herkennen?
timer
12:00
1. De Swaan, 
2. Arbeidersbeweging
3. De gegoede burgerij

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Theorie 1: De Swaan
  • Industrialisering en arbeidsdeling. Zorgt voor >
  • Interdependentie: onontkoombare onderlinge afhankelijkheid in dagelijks leven.  Leidt tot >
  • Externe effecten: (negatieve) gevolgen voor indirect getroffenen (b.v: gevolgen van armoede, ziekte)
  • Dilemma van collectieve actie: individuele keuzes leiden tot collectief ongewenste gevolgen (eigenbelang verhindert collectieve belangen)

==> Overheidswetgeving en de verzorgingsstaat: 
1. kan het dilemma van collectieve actie doorbreken
2. kan helpen om externe effecten te verminderen
Aantekeningen!

Slide 22 - Tekstslide

Theorie 2: 
De arbeidersbeweging
  • Omstandigheden van werknemers 
  • Einde verbod, 19e eeuw ontstaan van vakbonden en politieke partijen voor arbeiders (SDAP / SDB)
  • Emancipatie arbeiders: streven naar vastleggen rechten in wetten!
  • Vakbonden en politieke partijen streefden ernaar om de rechten van arbeiders in wetgeving vast te leggen.

Slide 23 - Tekstslide

Theorie 3: 
De Gegoede Burgerij
- Druk vanuit de gegoede burgerij op de overheid voor meer sociale wetgeving
- Niet alleen verschil in arm en rijk, maar ook normen en waarden.
- In de ogen van de gegoede burgerij moesten de arbeiders 'beschaafder' worden: lezen, schrijven, zich goed gedragen... > Verheffen

Slide 24 - Tekstslide

Aan het eind van deze les:
  1.  ken je de definitie van een verzorgingsstaat.
  2. heb je kennis gemaakt met een aantal dilemma's in de verzorgingsstaat.
  3. heb je ten aanzien van deze dilemma's een eigen standpunt ingenomen
Aan het eind van deze les (3.2): 
  1. Kan je drie verklaringen van de verzorgingsstaat benoemen en toelichten.
  2. Kan je aangeven dat aspecten van deze verklaringen tegenwoordig nog altijd doorwerken.
  3. Kan je met argumenten en voorbeelden onderbouwen jij waarom aspecten van de verzorgingsstaat betutteling of noodzakelijk vindt.
Gelukt?

Slide 25 - Tekstslide

Evaluatie & Huiswerk
Hoe ging het zelf bestuderen van de theorieën? 
Voor donderdag: Lees 3.1 en maak 

Slide 26 - Tekstslide

Volgende les
Verder met de theorieën
Vier functies van de verzorgingsstaat

Slide 27 - Tekstslide