Grammatica - les 4

Grammatica
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Doelen en doen
Doelen: 
  • Je kunt beknopte bijzinnen benoemen
  • Je kunt verkeerd aansluitende beknopte bijzinnen herkennen
  • Je kunt verkeerd aansluitende beknopte bijzinnen verbeteren

Doen:
  • Blok 4 grammatica opdracht 1 (thuis), 4, 5 en 6 maken

Slide 2 - Tekstslide

Bijvoeglijke bijzinnen

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling bijvoeglijke bijzin


  • Geeft extra informatie bij een zelfstandig naamwoord (= antecedent) 
  • Begint met een betrekkelijk voornaamwoord òf met een voorzetsel
  • Heeft een onderwerp en een persoonsvorm

De jongen die gisteren een ongeluk kreeg, ligt in het ziekenhuis.
Het meisje met ik stond te praten, is de beste vriendin van mijn zus.

Slide 4 - Tekstslide

Blok 4 grammatica
Maak thuis opdracht 1 af voor de les van a.s. maandag.


Slide 5 - Tekstslide

Beknopte bijzin
A. Mopperend begon mijn broertje aan het opruimen van zijn kamer.
B. Terwijl hij mopperde begon mijn broertje aan het opruimen van zijn kamer. 

1. Waarover zeggen de vetgedrukte delen van zin A en zin B iets? 
2. Wat is het verschil tussen het vetgedrukte deel van zin A of dat van zin B? 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Beknopte bijzin
Kenmerken:
- het onderwerp ontbreekt
- de persoonsvorm ontbreekt
- wordt gevormd door een deelwoord (onvoltooid of voltooid), of een combinatie van te + het infinitief

Onvoltooid deelwoord: infinitief +d: zingend, lopend

Slide 8 - Tekstslide


Wat is de beknopte bijzin?
Vriendelijk lachend, komt Nathalie binnen.
A
Vriendelijk
B
Vriendelijk lachend
C
komt Nathalie
D
komt Nathalie binnen

Slide 9 - Quizvraag


Wat is de beknopte bijzin?
Na aangereden te zijn vluchtte het gewonde hert het bos in.
A
vluchtte
B
te zijn
C
Na aangereden te zijn
D
aangereden te zijn

Slide 10 - Quizvraag


Wat is de beknopte bijzin?
De atleet hoopt bij die wedstrijd een nieuw record te lopen.
A
hoopt te lopen
B
een nieuw record te lopen
C
te lopen
D
lopen

Slide 11 - Quizvraag


Wat is de beknopte bijzin?
Reizend door de jungle werd de avonturier gebeten door een slang.
A
Reizend
B
Reizend door de jungle
C
werd gebeten
D
gebeten

Slide 12 - Quizvraag

Verzwegen onderwerp
Reizend door de jungle werd de avonturier gebeten door een slang. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin van de volgende zin?
Aarzelend stapten de panters hun nieuwe verblijf binnen.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het verzwegen onderwerp in de beknopte bijzin van de volgende zin?
Aangemoedigd door zijn vele fans reed de schaatser een nieuw wereldrecord.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin in de volgende zin?
Enthousiast gemaakt door onze leraar Nederlands besloot ik dat boek te gaan lezen.

Slide 16 - Open vraag

Beknopte bijzin
1. Aarzelend stapten de olifanten hun nieuwe verblijf binnen.
2. De politicus beloofde op te zullen komen voor beter onderwijs. 

Opdracht
- Schrijf de beknopte bijzinnen van de zinnen op.
- Schrijf de beknopte bijzinnen uit tot volledige bijzinnen. 

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten
  • Maak van blok 4 opdracht 4, 5 en 6 (blz. 159/160)

Slide 18 - Tekstslide