6.4 Wat voor werkloosheid?

Paragraaf 6.4
Wat voor werkloosheid?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 6.4
Wat voor werkloosheid?

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Bespreken opgave 42 en 43
  • Uitleg 6.4
  • Zelfstandig nakijken 6.3 
  • Maken 6.4

Slide 2 - Tekstslide

Opgave 42
Eind 2008 waren en 285.000 werklozen. Dat kwam neer op 3,7% van de beroepsbevolking.

Bereken uit hoeveel personen be beroepsbevolking eind 2008 bestond.

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 42
Eind 2008 waren en 285.000 werklozen. Dat kwam neer op 3,7% van de beroepsbevolking.

Bereken uit hoeveel personen be beroepsbevolking eind 2008 bestond.

285.000
                                                               ----------- x 100% = 7.702.703 personen 
3,7

Slide 4 - Tekstslide

Opgave 43
a In welke jaren daalde  de werkloosheid? 
2005 tot 2008
b Met hoeveel procent daalde de werkloosheid tussen 2004 en 2008?
(300 - 480) / 480 x 100% = 37,5% daling

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 43
c Hoeveel procent daling was dat gemiddeld per jaar?
37,5% / 4 = 9,38%

d Hoeveel procent steek de werkloosheid in 2009 ten opzichte van 2008?
(410 - 300) / 300 x 100% = 36,7% stijging

Slide 6 - Tekstslide

Soorten werkloosheid
  • Conjuncturele werkloosheid
  • Structurele werkloosheid
  • Frictie werkloosheid
  • Seizoenswerkloosheid
  • Regionale werkloosheid

Slide 7 - Tekstslide

Conjuncturele werkloosheid
  • Is afhankelijk van hoe het gaat met de economie
  • Gaat het goed met de economie? Dan weinig conjuncturele werkloosheid

Slide 8 - Tekstslide

Structurele werkloosheid
  • Is werkloosheid die er eigenlijk altijd is (blijvende werkloosheid)
Kan veel oorzaken hebben, bijvoorbeeld:
  • Personeel vervangen door machines
  • Verplaatsen van productie naar lage lonen landen
  • Maar ook: Er zijn wel banen, maar mensen hebben geen passende opleiding

Slide 9 - Tekstslide

Frictie werkloosheid
  • Werkloosheid tussen twee banen in 
  • Dus als je bent ontslagen de tijd die je nodig hebt om te solliciteren

Slide 10 - Tekstslide

Seizoenswerkloosheid
  • Werk dat alleen in bepaalde seizoenen gedaan wordt zorgt voor seizoenswerkloosheid
  • Bijvoorbeeld: vakantie sector, tuinbouw

Slide 11 - Tekstslide

Regionale werkloosheid
  • Het ene gebied heeft meer werkloosheid dan het andere
  • Bijvoorbeeld: in de Randstad zijn veel banen maar in Twente minder
  • Daardoor meer werkloosheid in Twente dan in de Randstad

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk
  • Maken opgaven van 6.4
  • Nakijken 6.3

Slide 13 - Tekstslide