Les 1 week 1

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe was je vakantie?
A
saai
B
vervelen/ verdrietig
C
chill
D
te kort

Slide 2 - Quizvraag

Wat was het leukst uit je vakantie?

Slide 3 - Open vraag

Heb je goede voornemens, zoja, welke?

Slide 4 - Open vraag

Onderdelen 
komende tijd
1: Kijken en luisteren (DDW)
2: Grammatica (week na DDW)
3: Lopen voor je leven (2e week na DDW)

Let op! Komende woensdag optie 2 voor de boektoets

Slide 5 - Tekstslide

Lesoverzicht
>Uitleg gramamtica (10 min)
>Oefenen met grammatica (10min)
>Zelfstandig bezig met 'voorkennis activeren' (kijken en luisteren) (10 min)

Slide 6 - Tekstslide

Grammatica zinsdelen - De persoonsvorm

Hoe vind je de pv?
1. Vraagproef - pv vooraan
2. Tijdproef - pv verandert

Vb. Ik loop naar school.
1. Loop ik naar school?
2. Ik liep naar school.
Andere voorbeelden:
Hij verhuist naar een andere woonplaats.
1. Verhuist hij naar een andere woonplaats?
2. Hij verhuisde naar een andere woonplaats.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de pv in de volgende zin:
Dit weekend zullen de treinen volgens een aangepaste dienstregeling rijden.

Slide 8 - Open vraag

Wat is de pv in de volgende zin:
Door een val van de trap heeft Anke haar enkel bezeerd.

Slide 9 - Open vraag

Wat is de pv in de volgende zin:
Bel jij vanmiddag de fysiotherapeut op?

Slide 10 - Open vraag

Grammatica zinsdelen - Het werkwoordelijk gezegde


Wat is het wwg?
a> Alle werkwoorden van een zin (dus OOK de pv)
b> + 'aan het' of 'te'  als dit voor een heel werkwoord staat.
c> + werkwoordelijke uitdrukkingen die in de zin staan
Hieronder een aantal voorbeelden

a. De zwemster heeft een nieuw record gevestigd.
wwg= heeft gevestigd

b. Wij zijn aan het chillen.
wwg= zijn aan het chillen

c. Wij jagen de docent op de kast.
wwg= jagen op de kast

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het wwg in de volgende zin:
De voltallige gemeenteraad bespreekt de situatie tijdens een vergadering.
A
bespreekt
B
de situatie
C
de voltallige gemeenteraad
D
bespreekt tijdens een vergadering

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het wwg in de volgende zin:
Na de laatste wedstrijd besloot de trainer van Blauw-Wit te stoppen.
A
besloot
B
de trainer
C
besloot te stoppen
D
besloot de trainer van Blauw-Wit

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het wwg in de volgende zin:
Joris uit 3C gaat morgen verhuizen naar een flat in Amsterdam.
A
Joris uit 3C
B
gaat
C
gaat naar een flat in Amsterdam
D
gaat verhuizen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het wwg in de volgende zin:
Jasper heeft een filmpje geupload naar YouTube.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het wwg in de volgende zin:
De patiënten moesten wachten in een sobere wachtkamer.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het wwg in de volgende zin:
Onze mentor informeerde ons over de nieuwe plannen.

Slide 17 - Open vraag

Grammatica zinsdelen - Het onderwerp

Hoe vind je het ow?
1. Zoek het wwg
2. Vraag: wie/wat + wwg

Voorbeeld: 
Jasmine's vader ging naar de BMW-dealer voor een proefrit.
wwg= ging
ow: wie/wat ging? Jasmine's vader
Nog een aantal voorbeelden:
> Tijdens het skypen viel de internetverbinding steeds weg.
wwg= viel weg
ow= wie/wat viel weg? de internetverbinding

> Die wedstrijd gaan we zeker winnen.
wwg= gaan winnen
ow= wie/ wat gaan winnen? we

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het ow in de zin:
Stef gaf een ticket aan Hannah.

Slide 19 - Open vraag

Wat is het ow in de zin:
Maak jij altijd voor het eten jouw huiswerk?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het ow in de zin:
Hebben jouw vader en moeder jouw kleedgeld al aan jou overgemaakt?

Slide 21 - Open vraag

pv, wwg en ow
In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen.
pv = vind
wwg= vind
ow= je

Slide 22 - Tekstslide

Noem de pv, het wwg en het ow:
Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.

Slide 23 - Open vraag

Noem de pv, het wwg en het ow:
Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen.

Slide 24 - Open vraag

Welk onderdeel vind je nog lastig?

Slide 25 - Open vraag

Kijken en luisteren
Nu zelfstandig de voorbereidende oefening maken.

Woensdag uitleg theorie (is al te lezen in itslearning)

Slide 26 - Tekstslide

Volgende les
> Uitleg puntentoebedeling schrijftoets
> Herhaling grammatica
> Bespreken theorie kijk- en luistertoets

> Woensdag 14.00 2e kans boektoets.

Slide 27 - Tekstslide