5.2 Chromosomen

5.2 chromosomen
Herhalen 5.1
Uitleg 5.2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5.2 chromosomen
Herhalen 5.1
Uitleg 5.2

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- herhaling 5.1
- Theorie 5.2
- Hw controle
- Aan de bak

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke termen/ herhaling
Fenotype

Genotype

Wat wordt bedoeld met fenotype= genotype + milieu?

Slide 3 - Tekstslide

5.2 chromosomen
- Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.

- Je kunt uitleggen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen.

- Je kunt uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.

Slide 4 - Tekstslide

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel deelt zichzelf op. 

Als de cel zich deelt, deelt hij ook de chromosomen. 
In al jouw cellen zitten daardoor 46 chromosomen, waarin dezelfde bouwbeschrijving' staat. 

(Alleen de zaadcellen en eicellen dus niet.)



Slide 5 - Tekstslide

Chromosomen
  • 46 stuks in 23 paren verdeeld.
  • 1 van vader, 1 van moeder. 

  • Elk paar heeft dezelfde genen met soms andere informatie (blauwe/ bruine ogen).
Karyogram:

Slide 6 - Tekstslide

Elke gewone lichaamscel bevat:
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe kun je aan een karyogram zien of iemand een jongen of meisje is?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Variatie genen
  • In geslachtscellen zitten geen paren. 
  • 1 chromosoom per paar doorgegeven.
  • Meiose: celdeling van geslachtscellen waarbij chromosomen verdeeld worden. 

Slide 11 - Tekstslide

Variatie in genotype
  • Door geslachtelijke voortplanting.
  • Vader 1/2 en moeder 1/2 chromosomen.
  • Deel dat vader en moeder doorgeven elke keer anders.
  • Toeval!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Gen en allel
 ✔Chromosomen bestaan uit DNA

✔ Een gen is een stukje van een chromosomen dat informatie kan bezitten voor een eigenschap.

✔ Varianten van een gen noem je allelen. Bijv. het gen oogkleur heeft variant (allel) 'blauw' en 'bruin'. 




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Geslachtscellen van mensen bevatten
A
23 chromosomen
B
34 chromosomen
C
46 chromosomen
D
92 chromosomen

Slide 16 - Quizvraag

Elke gewone lichaamscel bevat
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen

Slide 17 - Quizvraag

Bij katten bevatten de zaadcellen 19 chromosomen.
Hoeveel chromosomen
bevatten de eicellen van katten?
A
19 chromosomen
B
9,5 chromosomen
C
38 chromosomen
D
190 chromosomen

Slide 18 - Quizvraag

Bij tijgers hebben zaadcellen 20 chromosomen.
Hoeveel chromosomen hebben de oogcellen van tijgers?
A
20 chromosomen
B
40 chromosomen

Slide 19 - Quizvraag

Er wordt een jongetje geboren.

De kern van een huidcel van hem bevat
A
22 paar chromosomen + XX
B
22 paar chromosomen + XY
C
22 chromosomen + XY
D
22 chromosomen + Y

Slide 20 - Quizvraag

Je fenotype komt tot stand door:
A
alleen je chromosomen
B
alleen milieu
C
chromosomen en milieu

Slide 21 - Quizvraag

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 22 - Quizvraag

Kern van cel P bevat 40 chromosomen.
Hoeveel chromosomen bevat cel 1 ?
A
20
B
40
C
80

Slide 23 - Quizvraag

Aan de bak!
Lr: 5.1 + 5.2
Mk 5.2 opdr: 1, 4, 7, 8, 10

Slide 24 - Tekstslide

Hw controle

Slide 25 - Tekstslide