Nectar leerjaar 3 Paragraaf 4.3 t/m 4.6

Nectar leerjaar 3 Paragraaf 4.3 t/m 4.6
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nectar leerjaar 3 Paragraaf 4.3 t/m 4.6

Slide 1 - Tekstslide

Welke 4 zintuigen zitten er in de lederhuid?

Slide 2 - Open vraag

Waaruit bestaat je centraal zenuwstelsel?
A
Zenuwen en ruggenmerg
B
Hersenen en zenuwen
C
Hersenen en ruggenmerg
D
Wervelkolom en hersenen

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer ben je je bewust van een prikkel?
A
Als je zintuig het oppikt
B
Als er een impuls wordt gemaakt
C
Als je gevoelszenuw de prikkel oppikt
D
Als de impuls in je hersenen aankomt

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

1
2
3

Slide 12 - Tekstslide

Je hebt zenuwcellen:
Gevoelszenuwcel, schakelzenuwcel, bewegingszenuwcel
Maar je hebt ook zenuwen. 

Slide 13 - Tekstslide

Welke 3 zenuwen hebben wij?

Slide 14 - Open vraag

Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
Schakelzenuwcel

Slide 15 - Sleepvraag

Welk zintuig bevindt zich NIET in de huid?
A
Warmtezintuig
B
Tastzintuig
C
Pijnzintuig
D
Gezichtszintuig

Slide 16 - Quizvraag

Welk zintuig ligt er niet in je huid?
A
Koude zintuig
B
Tastzintuig
C
Evenwichtszintuig
D
Drukzintuig

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van het oor?
A
Trillingen omzetten in geluid
B
Seintjes doorgeven naar het andere oor

Slide 18 - Quizvraag

Welk onderdeel zorgt ervoor dat de druk buiten je oor en binnen in je oor even groot is?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Buis van Eustachius
D
Gehoorgang

Slide 19 - Quizvraag

Welk deel van je oor vangt geluidstrillingen op?
A
Trommelvlies
B
Gehoorgang
C
Slakkenhuis
D
Oorschelp

Slide 20 - Quizvraag

In welk deel van het oor worden prikkels omgezet in impulsen?
A
Trommelvlies
B
Gehoorzenuw
C
Slakkenhuis
D
Gehoorbeentjes

Slide 21 - Quizvraag

Wat duurt langer bij een onbewuste reactie. De weg naar je spier of naar je hersenen?
A
De spieren
B
De hersenen

Slide 22 - Quizvraag

De pupilreflex gaat via je
A
Hersenstam
B
Ruggenmerg

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Welk deel van de hersenen zorgt dat wij goed rechtdoor kunnen lopen
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 25 - Quizvraag

Verantwoordelijk voor onbewuste processen
A
Hersenstam
B
Ruggenmerg
C
Grote hersenen
D
Schakelzenuwen

Slide 26 - Quizvraag

Welke 3 stoffen beïnvloeden de hersenen?

Slide 27 - Open vraag

De meeste hormonen staan altijd aan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Zaadballen
Schildklier
Bijnieren
Eilandjes van Langerhans
Hypofyse
Eierstokken
Groeihormoon maken.
Schildklier aanzetten.
Eierstok en zaadballen aanzetten.
Hormoon voor verbranding aanmaken.
Hormonen insuline en glucagon aanmaken
Hormoon adrenaline aanmaken
Hormoon oestrogeen aanmaken
Hormoon testosteron aanmaken

Slide 30 - Sleepvraag